Onnodig rumoer rond Indië-herdenking in Amsterdam
Met de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 kwam er officieel een einde aan de Tweede Wereldoorlog. En dus ook aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.
Voor Nederland brak er echter allerminst een periode van rust en vrede aan. Op 17 augustus 1945 riep Soekarno de Indonesische onafhankelijkheid uit en ging de Tweede Wereldoorlog bijna naadloos over in een bloedige onafhankelijkheidsstrijd waarbij tussen 1945 en 1949 aan zowel Nederlandse als aan Indonesische zijde veel slachtoffers vielen.
Dit gegeven maakt de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog voor Indische Nederlanders complex omdat zij niet alleen de Japanse onderdrukking meemaakten, maar na de oorlog ook betrokken waren bij militaire acties van Nederlandse zijde. Uit diepgaand onderzoek bleek vorig jaar dat Nederland verantwoordelijk was voor structureel, buitensporig geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.
De herdenking die de stichting Indisch Platform 2.0 sinds 2020 elk jaar op 15 augustus op de Dam in Amsterdam organiseert, is dus een delicate kwestie. Te meer daar de stichting met de Nederlandse overheid een appeltje te schillen heeft over de „onbehoorlijke behandeling van de Nederlanders uit Nederlands-Indië”. De zogenoemde Indische Kwestie gaat onder meer over niet uitbetaalde salarissen van militairen en ambtenaren en het niet vergoeden van geleden materiële schade tijdens de onafhankelijkheidsstrijd.
Het is dan ook onverstandig dat de stichting voor de komende herdenking de dochter van kapitein Raymond P.P. Westerling heeft uitgenodigd om te spreken. Westerling (1919-1987) is omstreden vanwege zijn harde acties tegen de burgerbevolking in het zuiden van Celebes, het huidige Indonesische eiland Sulawesi. Daarbij werden tal van mensen standrechtelijk –zonder proces– geëxecuteerd. Hoe is het mogelijk om oorlogsslachtoffers te herdenken en tegelijk te pleiten voor eerherstel van Westerling die zelf zo veel slachtoffers maakte?
Voorzitter Peggy Stein van stichting Indisch Platform 2.0 stelt dat ook „de militairen die nu door de veranderende opvattingen over de dekolonisatieoorlog in een kwaad daglicht zijn komen te staan” het verdienen om te worden herdacht. Natuurlijk moet de historische context worden meegewogen bij het beoordelen van het verleden. Maar uit onderzoek naar het optreden van Nederlandse militairen in de onafhankelijkheidsoorlog is gebleken dat „ook toen geldende ethische grenzen zijn overschreden”. Bij Westerling was dat zeker het geval. Hem op het schild hijsen doet de zaak van de veteranen die zich gewetensvol voor hun land inzetten geen goed.
Daarom is het begrijpelijk dat burgemeester Halsema haar medewerking aan de herdenking introk. Dat ze dit in een laat stadium deed en plompverloren op Instagram meedeelde heeft de zaak echter alleen maar op scherp gesteld. Het herdenken van oorlogsslachtoffers hoort in stilte en met respect te gebeuren. Daar hebben beide partijen onvoldoende rekening mee gehouden.