PolitiekVerkiezingen 2023

Stoet aan ervaren politici verlaat Den Haag; hoe erg is dat?

In het kielzog van Mark Rutte keren opvallend veel ervaren politici het Binnenhof de rug toe. Hoe erg is dat? Drie analisten duiden de toestand in Den Haag.

28 July 2023 17:26Gewijzigd op 29 July 2023 08:48
Mark Rutte, sinds 2006 VVD-leider en sinds 2010 minister-president, verlaat de politiek. beeld ANP, Phil Nijhuis
Mark Rutte, sinds 2006 VVD-leider en sinds 2010 minister-president, verlaat de politiek. beeld ANP, Phil Nijhuis

Giftig. Dat woord gebruikte het prominente SP-Kamerlid Renske Leijten onlangs om haar weerzin tegen de mores in politiek Den Haag te omschrijven. Ze vertrekt na zeventien jaar. „Je moet klaar staan om af te rekenen. Anderen staan altijd klaar om met jou af te rekenen. Het gaat niet om inhoud, maar om beeldvorming”, klaagde ze in een tv-interview met Nieuwsuur.

Veel meer bekende politici hangen de harp aan de wilgen. Zo verlaten premier Mark Rutte, en de vice-premiers Sigrid Kaag en Carola Schouten (allen demissionair) het Binnenhof. Kaags vertrek houdt verband met intimidaties en digitale scheldkanonnades aan haar adres. Ook tal van prominente Tweede Kamerleden houden het voor gezien (zie: ”Een stoet aan ervaren politici verlaat Den Haag”.

„Tijdens een bijeenkomst in de Tweede Kamer schrok ik van de vijandige sfeer tussen partijen” - René Cuperus, politiek historicus

Er leven zorgen over de exodus aan het Binnenhof. Zo opperde Frans Weisglas, voorheen Kamervoorzitter, deze week in het Nederlands Dagblad om SGP-voorman Van der Staaij voorzitter te maken van de nieuwe Tweede Kamer. Hij zou dan als ervaren politicus voor stabiliteit moeten zorgen in onrustige politieke tijden. Van der Staaij, zo stelt de SGP, maakt eind augustus bekend of hij wel of niet opnieuw de kar trekt bij de verkiezingen op 22 november.

Zorgen

Hoe problematisch is het dat tal van ervaren politici het voor gezien houden? Lijdt het landsbestuur daaronder?

19532701.JPG
René Cuperus. beeld RD, Henk Visscher

„Ik maak me zorgen over de huidige exodus uit politiek Den Haag. Die leidt op zijn minst tot een beeld van instabiliteit”, analyseert politiek historicus René Cuperus, die samen met Josse de Voogd in 2022 de ”Atlas van Afgehaakt Nederland” publiceerde. „Het lijkt wel alsof een dop van een fles is geknald. Niet alleen veel burgers zitten vol wantrouwen. De uittocht van politici suggereert dat ook politici zelf geen geloof in de politiek meer hebben. Dat vind ik ernstig. Rutte zat te lang op zijn premierspost. Zijn vierde kabinet had er nooit mogen komen, na de val van Rutte-III in verband met de toeslagenaffaire. De argwaan onder burgers is daardoor groter dan ooit. Denk ook aan de gebrekkige wijze waarop het kabinet nog altijd omspringt met de aardbevingsproblematiek in Groningen.”

2023-07-29-BIN5-bij van den braak-2.jpg
Prof. Bert van den Braak, parlementair historicus. beeld Kevin Bergenhenegouwen
Ook parlementair historicus prof. Bert van den Braak maakt zich zorgen over de leegloop in Den Haag. Al wijst hij erop dat vaker tal van politici het Binnenhof vaarwel zegden, uiteraard met name na verkiezingen. „Nu is het punt dat nog maar twee jaar geleden ook verscheidene Kamerleden vertrokken. Ervaring is van belang voor het gezag van het parlement. Nieuwelingen kunnen gaan denken dat ze het wiel opnieuw uit moeten vinden. Ze vinden al snel dat iets heel bijzonder is. Nieuwe Kamerleden roepen dan: Waarom wordt de jeugdzorg niet meer gecentraliseerd? Terwijl over zo’n thema enkele jaren geleden al volop is gediscussieerd.”

Armen

Een stuk minder bevreesd over de exodus in Den Haag is prof. Michiel de Vries, hoogleraar bestuurskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. „Een generatiewissel is helemaal niet slecht. Ik denk dat het vertrek van mensen als Rutte juist goed is voor het landsbestuur. Rutte heeft altijd gehamerd op het belang van werk, werk, werk. Hij zette zich in voor werkende tweeverdieners. Op zich prima. Maar hij verwaarloosde andere zaken. Hij had onvoldoende oog voor de armen, bijvoorbeeld in Drenthe. En hij greep nauwelijks in bij crises, zoals de crisis rond de aarbevingen in Groningen. De samenleving is rijp voor een nieuwe generatie politici – bestuurders die wél luisteren naar bijvoorbeeld niet-werkenden en bijvoorbeeld boeren.”

Diverse vertrekkende politici hebben hun bekomst van intimiderende en beledigende (digitale) scheldkanonnades aan hun adres. Wordt de kennelijk hardere bejegening van politici een groter probleem? Zullen potentiële kandidaten zich wel twee keer bedenken voordat ze de Haagse arena betreden?

„Een generatiewissel is niet slecht. Ik denk dat het vertrek van Rutte goed is voor het landsbestuur” - Michiel de Vries, bestuurskundige

Parlementair historicus Van den Braak noemt de klaarblijkelijk groeiende agressie richting politici zorgelijk. „Dat politici geïntimideerd worden is niet nieuw. In de jaren zeventig moest justitieminister Dries van Agt worden beveiligd. Dat had te maken met de kwestie van de mogelijke vrijlating van oorlogsmisdadigers, de Drie van Breda. Tegenwoordig lijkt initimidatie van politici echter structurele vormen aan te nemen. Bij de woning van minister Kaag stond een man met een fakkel voor de deur. Ook haar kinderen ondervinden hinder van zo’n bedreiging. Ik vrees dat dit soort incidenten ertoe leiden dat mensen minder gemakkelijk de politiek in stappen.”

Politicoloog Cuperus fronst zijn wenkbrauwen over de omgangsvormen aan het Binnenhof. „Recent nam ik deel aan een bijeenkomst in de Tweede Kamer over de weerbare democratie. Ik schrok van de vijandige sfeer tussen politici. D66-fractievoorzitter Paternotte wil FVD verbieden, Baudet wil van het establishment af. Ik heb tijdens die bijeenkomst gewaarschuwd voor extreme polarisatie en politieke vijandschap zoals die nu te zien is in de Verenigde Staten van Trump.”

Haat

Ook de „vaak grimmige” bejegening vanuit de samenleving richting politici en andere deelnemers aan het publieke debat zit Cuperus niet lekker. „Mensen als Kaag en Sylvana Simons van BIJ1 zijn doelwit van racisme en seksisme. Ze krijgen een boel haat te verduren. Die lastercultuur treft tegenwoordig bijna iedereen. Toen ik zelf op de radio aangaf dat ik niet enthousiast ben over de gezamenlijke lijst van GroenLinks en PvdA, kreeg ik bagger over me heen.”

Kan de uittocht van politici te maken hebben met een psychologisch mechanisme, in de trant van: als er één schaap over de dam is, volgen er meer? Van den Braak: „Dat blijft koffiedik kijken. Je kunt ook andersom rederen: Politici zien collega’s vertrekken, en denken: zo heb ik meer kans dat ik in de Kamer kan blijven. Het is mogelijk dat de opstappende politici niet open zijn over hun beweegredenen. Ze kunnen ermee ophouden omdat ze vrezen op een onverkiesbare plek te worden gezet.”

Rivalen

Is er, nu het vierde kabinet van Rutte is gevallen, ruimte voor de veelbesproken nieuwe bestuurscultuur? Parlementair historicus Van den Braak betwijfelt of er werkelijk een nieuwe wind gaat waaien in bestuurlijk Den Haag. „Ik ben erg sceptisch over de zogeheten nieuwe bestuurscultuur, wat mensen daar ook onder verstaan. De Nederlandse politiek wordt nu eenmaal gekenmerkt door het zoeken naar compromissen. Ik mag hopen dat de nieuwe lichting politici dat beseft.

„Ik mag hopen dat nieuwe lichting politici beseft dat compromis hoort bij Nederlandse politiek” - Prof. Bert van den Braak, parlementair historicus

Stel dat de VVD en BBB na de komende verkiezingen eindigen als twee grootste partijen. Voor een meerderheid is dan vermoedelijk nog een coalitiepartner nodig. Dat zou een linkse partij kunnen zijn. In 2012 voerden VVD en PvdA tijdens de verkiezingscampagne een tweestrijd. Maar de twee rivalen stapten wel met elkaar in een kabinet.”

Bestuurskundige Michiel de Vries ziet kansen. „Een nieuwe generatie kan met een schone lei beginnen. De participatiesamenleving van Rutte hield feitelijk alleen maar in: zorg voor de werkenden. Een nieuwe lichting politici kan naar burgers gaan luisteren en met hen overleggen. Zo’n aanpak leidt wel tot financiële problemen. Als je alle burgers de zin geeft, ga je heel veel geld uitgeven.”

Grondig

Cuperus denkt dat een nieuwe bestuurscultuur hard nodig is. „Beleid, zowel uit Den Haag als uit Brussel, is vaak heel technocratisch. Het sluit niet aan op de ervaringswereld van mensen. Denk aan het stikstofdossier. Zelf ben ik als strategisch adviseur via het ministerie van Binnenlandse Zaken betrokken bij projecten om onder meer probleemwijken in Zaanstad en Arnhem veiliger en leefbaarder te maken. Dat zijn trajecten van de lange adem. We betrekken er bijvoorbeeld scholen bij. Kinderen krijgen extra les op zaterdag en leerlingen krijgen gegarandeerd een stageplek aangeboden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer