Ook refo past verlegenheid bij terugdenken aan slavenhandel
Nazaten van slaven vieren op deze zaterdag hun ‘bevrijdingsdag’, Ketikoti. Op 1 juli 1863 kwamen er in Suriname en op de Nederlandse Antillen meer dan 45.000 slaven vrij. Nederland is betrokken geweest bij het verhandelen van meer dan een half miljoen slaven. Voor het eerst zal koning Willem-Alexander de herdenking van Ketikoti bijwonen en naar verwachting maakt hij dan excuses voor het slavernijverleden van ons land. Ook de gemeentes Middelburg en Vlissingen, die in de zeventiende en achttiende eeuw een belangrijk aandeel hadden in de slavenhandel, maken daar excuses voor.
Er is de afgelopen jaren veel discussie geweest over de vraag hoe Nederland in het reine zou kunnen komen met deze inktzwarte bladzijde uit het verleden. Wie daar nog vraagtekens bij plaatst, doet er goed aan zich te verdiepen in de geschiedenis. Zoals die van het schip ”Leusden”, dat in 1738 op een zandbank liep voor de kust van Suriname. De bemanning joeg alle slaven naar het ruim, timmerde de luiken dicht en voer zelf met een sloep naar de kust. Er kwamen 664 slaven om het leven. Beter gezegd: ze werden vermoord.
Vrijdagavond was er in Amsterdam een herdenkingsdienst belegd door de Raad van Kerken. De aangesloten kerken beleden er schuld voor hun betrokkenheid bij het slavernijverleden. Ook over dit boetekleed was discussie. Kan dat wel, excuses maken voor iets waar je niet persoonlijk verantwoordelijk voor bent? Jawel. De Bijbel noemt tal van voorbeelden waarin mensen niet alleen hun eigen zonden beleden maar ook die van hun voorouders.
Er is geen twijfel over de vraag of kerken een rol speelden bij de slavernij. Zeker, er waren predikanten die waarschuwden, maar anderen keurden deze mensenhandel –al of niet stilzwijgend– goed. Dat is niet de enige reden waarom reformatorische christenen op z’n minst met verlegenheid terug mogen denken aan de slavernij. Deze week legden enkele media de vinger bij de vervloeking die Noach uitsprak over zijn kleinzoon Kanaän, de zoon van Cham. De nakomelingen van Kanaän zouden dienaren, slaven, worden van de andere zonen van Noach, het nageslacht van Sem en Jafeth. Een krantenkop stelde: „Deze Bijbeluitleg rechtvaardigde slavernij en staat nog steeds in schoolboeken en kinderbijbels.” Dat laatste klopt in zoverre niet dat huidige lesmethodes deze tekst niet gebruiken om slavernij goed te praten. Toch valt niet te ontkennen dat de theorie van de ”Cham-vloek” generaties lang, op basis van een onjuiste uitleg, heeft bijgedragen aan een gevoel van superioriteit van blanken en een neerbuigende houding naar mensen met een andere huidskleur. Helaas ook in de gereformeerde gezindte.
De Bijbel spreekt andere taal. De Heere Jezus, Die toen Hij nog op aarde was waarschijnlijk even gebruind was als hedendaagse Turken, keek niet neer op nakomelingen van Kanaän en zocht ze op. De zangers die eenmaal voor de troon van God zullen staan, dragen daar lange witte klederen, maar over zeer uiteenlopende huidskleuren.