Kerk & religieUit de kerkelijke bladen

„Alvermogen, flonkervuur, wonderstem; psalmberijmers 1773 waren creatief met taal”

Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.

Redactie kerk
30 June 2023 15:27Gewijzigd op 30 June 2023 15:48
beeld RD
beeld RD

„Van der Sijs vond zestig woorden of uitdrukkingen die de psalmberijming van 1773 heeft geïntroduceerd in de Nederlandse taal. (…)

De psalmberijmers waren wel creatief met taal. Ze bedachten een flink aantal nieuwe woorden of samenstellingen, zoals alvermogen, flonkervuur, wonderstem, stromen van zegen, zielsbenauwdheid en uit de volheid van ’t gemoed. (…)

„Twee eeuwen psalmzingen heeft wel degelijk sporen nagelaten in de Nederlandse taal”, concludeert de hoogleraar. Niet zoveel als de Statenvertaling, maar die is ook veel ouder en de Psalmen is maar één van de 66 boeken daaruit.

Voor het Instituut voor de Nederlandse taal, een kennisbank op internet, stelde ze een Gelegenheidswoordenboekje uit de jubilerende Oude Berijming samen. Deze woorden en zegswijzen zijn vandaag nog in gebruik:

Schuldbesef

Het verrassendste woord waarmee ”1773” de Nederlandse taal heeft verrijkt, vindt Van der Sijs ”schuldbesef”. Dat heeft ook echt ingang gevonden: het is het psalmwoord dat vandaag nog het meest wordt gebruikt.

Het woord staat in Psalm 51. „Voor zover ik kan nagaan is dit de eerste maal dat het woord schuldbesef in een Nederlandse tekst optreedt.”

Het klimmen der jaren

19458573.JPG
beeld Sjaak Verboom

Een goede tweede is het ”klimmen der jaren”, uit Psalm 71: „O God, wil mij bewaren / bij ’t klimmen mijner jaren”. „Dat is zo’n algemene uitdrukking dat je zou denken dat die al veel ouder is. Maar hij is vrijwel niet vóór 1773 te vinden.” Het is een poëtische vondst, in de berijming van een vers waar de Statenvertaling het prozaïscher zegt: „… terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God.”

Waar liefde woont

Deze verwacht je misschien ook niet: de formulering ”waar liefde woont” is door ”1773” geïntroduceerd. Het zijn dichterlijke woorden uit Psalm 133: „Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen”.

Een wacht voor mijn lippen

Deze uitdrukking is dankzij de psalmberijming gangbaar geworden (uit Psalm 141): let op je woorden! Het is een samentrekking van de onberijmde tekst van de Statenbijbel: „Heere! Zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur van mijn lippen”.

Wij zien het maar doorgronden ’t niet

Van Dale kent deze uitdrukking, maar zonder naar de psalmberijming van 1773 te verwijzen. Die komt daar toch echt vandaan: uit Psalm 118, over de steen die „door de tempelbouwers / veracht’lijk was een plaats ontzegd”, maar „tot verbazing der beschouwers / van God ten hoofd des hoeks gelegd” werd: „Het is een wonder in onz’ ogen: / wij zien het, maar doorgronden ‘t niet”.”

Het Nederlands Dagblad sprak prof. dr. Nicoline van der Sijs, hoogleraar historische taalkunde. Zij deed onderzoek naar de manier waarop de psalmberijming van 1773 de Nederlandse taal heeft beïnvloed.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer