Kerk & religieWekelijkse meditatie
Meditatie: Goede moed

Je hoeft maar een kaartenwinkel binnen te lopen of je ziet ze keurig onder elkaar gerangschikt in het rek staan: vrolijke kartonnetjes in het plastic verpakt. Op die kaarten staat tussen de confetti en de ballonnen een tekst die steevast voorzien is van een uitroepteken: ”Kop op!” of ”Je bent een kanjer!” of ”Altijd blijven lachen!”

Ds. H.E. Veldhuijzen, Schelluinen
beeld RD
beeld RD

Zou het helpen als je in nood bent? Biedt het hoop, houvast?

Wat is eigenlijk het verschil tussen hoopvolle woorden en woorden die hol zijn? Hoe maak je onderscheid tussen oprechte troost en loze kreten?

In Handelingen 27 vertelt Lukas over een volgeladen graanschip dat van Egypte naar Italië vaart. Aan boord is een Romeinse legereenheid die een groep gevangenen naar Rome brengt. Een van hen is Paulus, gevangene van de keizer. Maar wat belangrijker is, apostel van Jezus Christus.

Als het schip onder Kreta is doorgevaren steekt er een heftige najaarsstorm op. Dagenlang wordt het schip heen en weer geslingerd op de kolkende watermassa. Alle hens wordt aan dek geroepen, de lading en zelfs het scheepstuig gaan over de reling. Maar wat ze ook doen, het helpt niets. De situatie is uitzichtloos. Waar ze varen weet geen mens, dagenlang zien ze zon, maan noch sterren. De mensen turen naar de hemel, maar het is zo donker, er is niets te zien.

„Zelfs in de grootste storm laat Hij het werk van Zijn handen, laat Hij ons niet los.”

Lukas schrijft: „Zo werd ons voorts alle hoop van behouden te worden ontnomen” (vers 20). Aan boord hebben ze de moed opgegeven, al dagenlang eten ze niets meer.

In die omstandigheden staat Paulus op. Hij spreekt de scheepslieden, ja zelfs de soldaten die hem bewaken moed in. „Doch alsnu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn” (vers 22).

Wat Paulus zegt, is geen goedkope peptalk maar oprechte troost. Waarom? Daarom. Dat is een belangrijk woordje in vers 25: ”daarom”. Omdat er in de nacht een engel bij Paulus stond. En die boodschapper van God heeft gezegd dat Paulus niet bang hoeft te zijn, want het schip zal weliswaar vergaan, maar alle opvarenden zullen deze catastrofe overleven.

Paulus vertrouwt God. Hij weet dat hij het eigendom van God is (vers 23), dat geeft hem houvast. En vanuit die zekerheid kan hij hoop verspreiden, midden op de stormachtige zee. Ik geloof God „dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is”.

Dat graanschip, heen en weer geslingerd door de storm, kan heel herkenbaar zijn. Als u kijkt naar uw eigen leven, als u denkt aan de kerk. Het ergste is het als de hemel gesloten lijkt. Geen enkel levensteken. Wat biedt dan hoop? Wat geeft houvast? Loze kreten helpen niet. Wat dan wel, wie dan wel? Paulus weet dat hij het eigendom van God is. Ook voor ons is er geen andere hoop of een alternatief houvast. God is, zoals iemand eens zei, een Man van Zijn Woord. Hij is de grote Vasthouder. Zelfs in de grootste storm laat Hij het werk van Zijn handen, laat Hij ons niet los. Waarom? Daarom.

Omwille van Zijn Zoon Jezus Christus, Die in het oog van de grootste orkaan ooit is gaan staan. Wie Hem ziet heeft geen recht en geen reden om te twijfelen aan Gods vasthoudendheid.
Heb daarom goede moed.

„Daarom, zijt goedsmoeds, mannen, want ik geloof God, dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is.” - Handelingen 27:25

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer