Integendeel. Paulus heeft zijn hoop niet gevestigd op aardse machten en krachten, maar zijn hoop ligt vast in de opgestane en ten hemel gevaren Christus. Hij is het, Die niet alleen hoop geeft, maar ook Zelf de Hoop is. We mogen het ook zo vertalen: ”de Heere Jezus Christus = onze Hoop”. Denk Hem, Zijn lijden, sterven, opstanding en hemelvaart weg, dan blijft er niets anders over dan bittere wanhoop.

We weten dat het teken van de hoop het anker is. Je ziet weleens een kapiteinspet waarop een goudkleurig ankertje is vastgezet. Een anker hangt meestal aan de buitenkant van een schip of het ligt op het dek. En als het schip voor anker gaat, dan moet het anker worden uitgeworpen. Soms ook midden in een hevige storm om houvast te vinden, zodat het schip niet tegen de rotsen te pletter zal slaan. Zo’n anker is dus van levensbelang. Het moet heel betrouwbaar zijn en ook een vaste ankergrond hebben om het schip stevig vast te kunnen leggen. Daarom moet het anker van ons levensschip vastliggen in Christus, Die onze Hoop is. En wie vastligt in Hem wordt behouden en kan zelfs de zwaarste stormen in dit leven doorstaan.

Daarom: gooi het anker van de hoop buiten je levensschip! Nee, niet binnenboord in de lading van verdriet en hopeloosheid, maar buitenboord in Christus, Die onze Hoop is. In Hebreeën 6:19 worden we zelfs opgeroepen om het anker van de hoop omhoog te gooien, tot in het binnenste heiligdom achter het voorhangsel, waar de ten hemel gevaren Christus zit aan de rechterhand van de Vader. In Hem ligt het anker muurvast. Werp je dan met al je zonden en schuld op Hem, Die ten onder is gegaan in de zee van Gods toorn vanwege onze zonden. Die gestorven en opgestaan is voor mensen zonder hoop, om hen voor eeuwig te behouden en te schenken de enige vaste Hoop, waar je nooit beschaamd mee uitkomt.

Weet dat er voor God geen hopeloze gevallen bestaan en dat de enig juiste betekenis van de regenboog is dat er hoop is voor hopelozen bij de levende God, de God van je doop.

Ja, hoop op Hém, Die onze Hoop is, zoals ook voor die ene moordenaar aan het kruis. Voor hem scheen er geen hoop meer te zijn, maar hij wierp toch in het geloof het anker van de hoop uit in Christus toen hij bad: „Gedenk mijner, wanneer Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.” En Jezus antwoordde hem: „Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.” Vast en zeker.

Hoop dus voor een ”hopeloos geval”. Hoop voor allen die in het geloof hun anker leerden uitwerpen in de Heere Jezus Christus, Die onze Hoop is, ja Die ook mijn Hoop is.

„De Heere Jezus Christus, Die onze Hoop is.” - 1 Timotheus 1:1b