Koninklijk HuisWilhelmus

„Wilhelmus past beter bij Petrus Datheen dan bij Marnix van St. Aldegonde”

Het theologische gedachtegoed in het Wilhelmus staat dichter bij Datheen dan bij Marnix van St. Aldegonde. Dit maakt het wat aannemelijker dat Datheen de dichter van het volkslied is.

L. Vogelaar
27 June 2023 16:21Gewijzigd op 28 June 2023 09:54
De voormannen van de SGP heffen het Wilhelmus aan op de SGP-partijdag van 13 mei dit jaar. beeld ANP, Ramon van Flymen
De voormannen van de SGP heffen het Wilhelmus aan op de SGP-partijdag van 13 mei dit jaar. beeld ANP, Ramon van Flymen

Dat stelt Heleen van de Fliert na vergelijking van het Wilhelmus met de psalmberijmingen van beide dichters. Terwijl vanouds Marnix vaak als auteur van het lied beschouwd is, kwamen Nederlandse en Vlaamse onderzoekers in 2016 tot de stelling dat het dichterschap van Petrus Datheen waarschijnlijker is. Dat gebeurde op basis van computeralgoritmes waarmee auteurs kunnen worden herkend op basis van schrijfstijl.

Een van de drie onderzoekers, prof. dr. Els Stronks van de Universiteit Utrecht, gaf na afloop van een college tegenover Van de Fliert aan dat een theologische onderbouwing hiervoor nog grotendeels ontbrak. De studente liberal arts and sciences besloot er een scriptie aan te wijden. Dat deed ze ook vanuit interesse: „Ik ben Datheenliefhebber. Als kind leerde ik op de basisschool al enkele psalmen uit zijn berijming en vanaf mijn elfde jaar kerk ik in de oud gereformeerde gemeente in Nederland van Achterberg, waar uit Datheen wordt gezongen. Ik houd van deze berijming, vanwege de eenvoud en de tere Godsvreze die erin doorklinkt. Datheen legt grote nadruk op een gedurig leven in dienst van God. Dat vind ik een mooi accent.”

Godsbeeld

19445918.JPG
Heleen van de Fliert. beeld fam. Van de Fliert

Van de Fliert analyseerde hoe de verhouding tussen God en de vorst wordt aangeduid in de vijftien coupletten van het Wilhelmus. „Daaruit bleek een grote nadruk op de rol van God in het bestuur van de vorst en in diens rijk. Ook spoort de vorst zijn onderdanen voortdurend aan God boven alles te dienen en belijdt hij dit zelf ook te doen. De vorst legt het lot van zichzelf en het volk in Gods hand. Dat sluit meer aan bij het Godsbeeld van Datheen dan bij dat van Marnix.”

De 20-jarige studente bekeek of Datheen bewust afweek van de oorspronkelijke Franse tekst van de psalmen. „Hij blijkt alleen al de tijdsaanduidingen ”altydt” en ”t’ allen stonde” ruim 150 keer toegevoegd te hebben. Die stelligheid zie je ook in het Wilhelmus. Ook in de nadruk op vroomheid stemt Datheens berijming overeen met het volkslied.”

In het Wilhelmus klinkt de oproep aan het volk te bidden om kracht voor de vorst. „In zijn psalmberijming heeft Datheen het element ”kracht” wel tachtig keer toegevoegd, in afwijking van de oorspronkelijke psalmtekst.”

Deze overeenkomsten bewijzen het auteurschap van het Wilhelmus niet, realiseerde Van de Fliert zich. „Ik heb vervolgens bekeken waarom met name dr. S.J. Lenselink het Wilhelmus aan Philips van Marnix van St. Aldegonde toeschreef. Heel veel zinsneden waarin hij overeenkomsten tussen het volkslied en de psalmberijming van Marnix zag, blijken ook bij Datheen voor te komen, en bij Datheen zijn het er zelfs meer. Aan het eind van dit hoofdstuk waren beiden voor mij even waarschijnlijk als auteur van het Wilhelmus.”

In het laatste hoofdstuk vergeleek Van de Fliert het Godsbeeld. „In het Wilhelmus wordt God acht keer als handelend Persoon opgevoerd. Datheen –ik heb alleen de eerste vijftig psalmen bestudeerd– doet dat 140 keer, terwijl hij God 80 keer in lijdende zin noemt. Bij Marnix is dat fifty-fifty. In het Wilhelmus gaat het ook veel over Gods wil. Bij Datheen gaat het in 75 procent van de gevallen over Gods wil en in 25 procent over de wil van de mens. Ook hier is dat bij Marnix 50-50. In het Wilhelmus wordt lijden verbonden met het Godsbestuur. Dat zie je bij Datheen ook, bij Marnix niet.”

Opmerkelijke overeenkomsten, vindt de Amerongse studente. „Ik moest het onderzoek in vier maanden doen, dus ik heb er enkele thema’s uitgelicht. Er is vervolgonderzoek nodig om de conclusies beter te onderbouwen. Gezien de overeenkomsten in theologische visie is het nu echter wel weer wat aannemelijker geworden dat Datheen het Wilhelmus gedicht heeft.”

Woordgebruik

Dat laatste wordt ondersteund door een ander onderzoek rond het volkslied dat dit voorjaar is uitgevoerd. „De onderzoekers in 2016 hebben gekeken naar het woordgebruik en zagen toen overeenkomsten tussen het Wilhelmus en de psalmberijming van Datheen. Dit voorjaar heeft de Chinese promovenda Qianqian Qi een computerprogramma gebruikt dat de functie van de ingevoerde woorden vergelijkt. Daaruit bleek dat Datheen in zijn taalgebruik veel dichter bij het Wilhelmus stond dan Marnix.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer