Kerk & religieEO-Jongerendag
Refojongere op EO-jongerendag komt vooral uit Randstad

Reformatorische jongeren die zaterdag de EO-jongerendag bezoeken, komen vooral uit de Randstad. Dat blijkt uit een peiling onder godsdienstdocenten in de bovenbouw van reformatorische middelbare scholen. In oost- en zuid-Nederland leeft de dag juist nauwelijks. „Op zaterdag? Dan werk je toch?”

De EO-jongerendag werd in 2019 voor het eerst in Ahoy gehouden. beeld ANP, Jeroen Jumelet
De EO-jongerendag werd in 2019 voor het eerst in Ahoy gehouden. beeld ANP, Jeroen Jumelet

Ds. M. Messemaker, godsdienstdocent aan de Wartburglocatie Guido de Brès in Rotterdam, stuurde een digitale enquête naar zijn leerlingen, naar aanleiding van de vraag van het RD. Van de 85 respondenten, afkomstig uit bovenbouwklassen havo en vwo, willen er zaterdag 9 sowieso naar de EO-dag gaan; 7 overwegen het. De overige 69 leerlingen reizen niet naar Rotterdam af.

Dat betekent dat bijna 20 procent van de ondervraagde Wartburgleerlingen de EO-jongerendag bezoekt of dat overweegt. De redenen hiervoor verschillen. „Om te zien hoe het daar is”, schrijft een van de pubers in de enquête. „Leuk om met vrienden naar toe te gaan”, zegt een ander. „Leuke muziek”, antwoordt een derde. Een meer spraakzame leerling: „Indrukwekkend om allemaal jongeren te zien die daar zijn om God te eren. Als het ook nog eens kan op een manier die je normaal gesproken in de kerk niet zo snel zou doen, geeft dat weer een andere kijk op het geloof. Ik denk dat het goed is voor je eigen geloof en band met God.”

Werken

De ruim 80 procent van de respondenten van ds. Messemakers vragenlijst die niet naar Rotterdam gaat, noemt eveneens verschillende motieven. „Staat ver van de Bijbel af.” „Goddeloos.” „Mijn ouders accepteren dat niet.” „De muziek is niet bepaald eerbiedig.” „Er wordt gewoon een feestje gebouwd. Dat vind ik echt niet kunnen. Je komt er om Gód alle eer te geven.” Een jongere volgt de EO al langer: „De boodschap die de EO-jongerendag eerst gaf, vind ik verloren gegaan na de Covid-periode.” Verschillende anderen hebben een praktische reden: „Ik moet gewoon werken.”

De Guidoleerlingen werd ook gevraagd of ze anders over de EO gingen denken door de actie van zangeres Sterre Koning vorig jaar. Op de EO-jongerendag maakte ze met een regenboogvlag een publiek statement voor acceptatie van homoseksualiteit. Een van de leerlingen, die dit jaar overigens wel gaat, is inderdaad anders over de EO gaan denken, „omdat ik geloof dat er in de Bijbel geen acceptatie te vinden is voor de homoseksuele praktijk.” Een andere jeugdige bezoeker juist niet: „Liefde is voor iedereen. Doordat Sterre met die regenboogvlag zwaaide, voelen ook homoseksuele mensen zich meer aangetrokken tot het geloof.” Een jongere die niet gaat, geeft aan: „Dit is exact de reden waarom ik de EO-jongerendag afkeur. Word de wereld niet gelijkvormig, staat er in de Bijbel”.

Sjaco van Gurp, docent aan het Driestar College in Gouda, had vergelijkbare bevindingen als ds. Messemaker. Uit een 4 havoklas die hij ondervroeg overwegen er 8 van de 25 te gaan; bijna een derde. „Dat is veel”, vindt Van Gurp. Een onderwerp van gesprek in de klas is het echter zelden, volgens Van Gurp. „Alleen degenen die er zijn geweest, bespreken het met elkaar.”

Zaterdag

Op scholen buiten de Randstad lijkt de EO-jongerendag beduidend minder te leven. Een rondvraag onder bovenbouwleerlingen havo en vwo op het Van Lodensteincollege leverde geen deelnemers op, aldus Hanneke Smits-van Doorn, docente op de Amersfoortse locatie. „Eén reactie is, denk ik, tekenend: „Op zaterdag? Dan werk je toch?””, aldus Smits.

Gerrit Jan van der Haar, docent aan de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen, bevond hetzelfde. „De EO-jongerendag leeft hier niet. Niet onder leerlingen en niet onder collega’s. Het is geen gespreksthema in de les. We horen niet van jongeren die ernaartoe gaan.”

Alexander Treur, godsdienstdocent van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn, heeft het dit jaar niet nagevraagd, maar schat op basis van voorgaande jaren in dat zo’n 5 tot 10 procent van de leerlingen tussen 15 en 18 jaar naar de EO-jongerendag gaat. Dat lijkt wat hoger te liggen dan in Kampen en Amersfoort. „Het is echter geen item van gesprek onder leerlingen.”

Ook op het Zeeuwse Calvijn College leeft de EO-jongerendag „weinig. Mogelijk ook omdat het zich wat verder van huis afspeelt. Een enkele keer zijn er leerlingen die de dag bezoeken”, zegt Gerco van Apeldoorn, locatiedirecteur en godsdienstdocent.

Vooral Driestar- en Wartburgleerlingen overwegen dus naar de EO-jongerendag te gaan. Een verklaring zou kunnen zijn dat de dag sinds 2019 in hun regio, in Rotterdam, plaatsvindt.

Opwekking

Calvijndocent Van Appeldoorn vermoedt dat Opwekking –het jaarlijkse pinksterevenement in Biddinghuizen– meer leeft, „al is het ook daar een smaldeel wat dit daadwerkelijk bezoekt.” Volgens hem hebben de muziekstijlen van Opwekking „wel hun ingang gevonden bij een groter deel van onze achterban, maar het bezoeken van de festivals zelf gebeurt door een kleiner deel.” Uit de 4 havoklas op de Driestar overwoog volgens Van Gurp echter slechts één leerling naar Opwekking te gaan.

Ook Hanneke Smits wijst op alternatieven: „Naar mijn idee staat de EO verder van leerlingen af dan pakweg tien jaar geleden. Voor oudere leerlingen komen Geloofstoerusting, Jij daar! en dergelijke initiatieven vaker in beeld.”

Een steekproef onder 800 van de 15.000 bezoekers van de jongerendag in 2022, uitgevoerd door BEAM, de jongerenafdeling van de EO, bevestigt het beeld dat de EO-jongerendag relatief weinig door refojongeren wordt bezocht. Het onderzoek wees uit dat ruim een kwart van de bezoekers dat jaar uit de Protestantse Kerk in Nederland kwam. Verder was toen 3,6 procent afkomstig uit de Hersteld Hervormde Kerk en een kleine 1 procent uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). Wel gaf BEAM-chef Maarten Vermeulen toen aan een lichte toename te zien „vanuit de meer behoudende kerken.”

Kloof

Lodensteindocente Smits is „bang dat de uitersten groter zijn geworden. Óf jongeren zijn heel betrokken en zoeken naar bijeenkomsten voor jongeren, óf het interesseert ze gewoon echt niet meer. Voorheen vond je minder leerlingen aan met name de afgehaakte kant.”

Ook Van Gurp van de Driestar constateert deze kloof. „Als ik de EO-jongerendag ter sprake breng, zie je dat de leerlingen die er zijn geweest, kritiek erop lastig vinden. Anderen kunnen zich juist niet voorstellen dat je naar zoiets toegaat.”

Dat is herkenbaar voor Van Appeldoorn (Calvijn): „Voor een groot deel van de leerlingen roept de EO-jongerendag vervreemding op, een ander deel is er meer vertrouwd mee.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer