AI niet meer dan banale intelligentie
Het zou een baanbrekend experiment zijn. Voor het eerst zouden we weten hoe onze twee hersenhelften met elkaar communiceren. Het was al bekend dat die communicatie verloopt door het zogenoemde corpus callosum: een soort snelweg van zenuwen die beide hersenhelften met elkaar verbindt. Patiënten met ernstige vormen van epilepsie, waarbij er overmatige communicatie is tussen de twee hersenhelften, bleken baat te hebben bij het chirurgisch verbreken van deze snelweg.
Michael Gazzaniga en zijn collega-hersenwetenschappers hadden een experiment bedacht om achter de aard van deze communicatie te komen. In het corpus callosum van een verdoofde kat werden elektroden ingebracht en aangesloten op een ontvanger. Uiterst geconcentreerd en stil luisterden de wetenschappers toen de apparatuur werd aangezet om iets te horen van de hersenactiviteit. De versterker kraakte… „we all live in a yellow submarine, a yellow submarine…” schalde het door het laboratorium. De onderzoekers hadden een signaal van de lokale radiozender opgepikt die het nieuwste nummer van The Beatles uitzond.
Sinds deze ‘ontdekking’ in 1966 weten we veel meer over hoe signalen in de hersenen worden doorgegeven. Maar ook dat de hersenen een verbijsterend complex orgaan zijn en dat we bizar weinig weten van het functioneren ervan. Het duizelt ons als we ons realiseren dat in onze hersenen 86 miljard zenuwcellen, in een schijnbaar oneindig aantal mogelijke verbindingen, samenwerken om ons ervaringen, herinneringen, geheugen, intelligentie en bewustzijn te geven.Om de werking van onze hersenen te kunnen begrijpen, wordt vaak de metafoor van de computer gebruikt. Net als onze hersenen krijgt een computer ”input”-signalen, die hij verwerkt tot ”output”. Het omgekeerde is dan ook waar: als onze hersenen functioneren zoals een computer, dan kun je dat nabootsen en kunstmatige intelligentie noemen. Programma’s als ChatGPT van OpenAI, Bard van Google en Sydney van Microsoft zijn inderdaad indrukwekkend in hoe ze uit bergen aan gegevens van het internet heel snel een samenhangende tekst produceren en schijnbaar op elke vraag een antwoord hebben. Maar de vergelijking met de intelligentie van onze hersenen is bijna banaal.
Ons brein is namelijk geen computer. De kunstmatige intelligentie in bovengenoemde programma’s is afhankelijk van terabytes aan gegevens om patronen en verbanden te herkennen, om vervolgens het meest waarschijnlijke antwoord op een vraag te geven. Maar het menselijk brein is in staat om, met een minimale hoeveelheid aan informatie, geen correlaties maar verklaringen te vinden waarom iets wel of niet zo is. Het menselijk brein is geen statische machine die informatie verwerkt, maar een orgaan dat juist nieuwe informatie creëert. De creativiteit van onze hersenen weerspiegelt iets van de scheppende kracht van onze Schepper, naar Wiens evenbeeld we geschapen zijn.
Dat er rond programma’s zoals ChatGPT een hype is ontstaan, met betrekking tot zowel de vermeende zegen als de vloek ervan, erkent ook computerwetenschapper Yejin Choi, professor aan de University of Washington. In een interview met de New York Times zegt Choi, zelf een pionier op het gebied van kunstmatige intelligentie: „Je staat ervan te kijken hoeveel moeite ChatGPT heeft met zaken die wij als vanzelfsprekend beschouwen.” Zij vergelijkt de onuitgesproken vanzelfsprekende kennis die wij hebben met de donkere materie van het heelal. De materiële wereld om ons heen kunnen we zien en we kunnen ermee werken, maar dat is maar 5 procent van alle materie waaruit het heelal bestaat. De rest bestaat uit donkere materie. Onzichtbaar en onmeetbaar, maar we weten dat het er is, omdat anders gewone materie niet kan bestaan.
Als mensen met een intelligent brein wisten Michael Gazzaniga en zijn collega-hersenwetenschappers dat ”we all live in a yellow submarine” niet ontsprongen kon zijn aan het brein van de kat en dus niets te maken had met de communicatie tussen twee hersenhelften. Onze hersenen hebben blijkbaar de fascinerende eigenschap om op basis van onuitgesproken kennis (dat het kattenbrein geen liedjes van The Beatles opslaat) een verklaring te creëren voor onverwachte, nieuwe observaties. Dat ons brein geen computer is, zou ook een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Maar misschien wist u dat al.
De auteur is moleculair bioloog.