Een verkiezingsdag heet een feest te zijn voor de democratie. Er zijn nogal wat landen die, om kiezers optimaal de gelegenheid te geven van hun democratische recht gebruik te maken, van de dag van de verkiezingen een nationale vrije dag maken.
In Nederland zijn we dat niet gewoon en het is maar helemaal de vraag of het veel invloed heeft op de opkomst dat de dag van de verkiezingen een gewone werkdag is. Het is te vrezen dat de hoogte van de opkomst meer te maken heeft met de visie van kiezers op de politiek. En de manier waarop voor de provinciale staten campagne werd gevoerd, zal aan het animo om te gaan stemmen ook niet echt bijdragen.
Nu zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten een lastige. Provinciale bestuurders hebben zelden een grote bekendheid onder de kiezers. Landelijk komen zij, logischerwijze, niet vaak in beeld. Haagse politici zijn niet zelden letterlijk en figuurlijk de gezichten van de politieke partijen. En dus komen zij ook in actie om campagne te voeren bij de verkiezingen die deze woensdag gehouden worden.
Een bijkomende complicerende factor is dat het de leden van de Provinciale Staten zijn die de 75 leden van de Eerste Kamer kiezen. En daarmee sluit de cirkel letterlijk en figuurlijk in Den Haag. Want het regerende kabinet-Rutte IV heeft voor de wetsvoorstellen die het in meerderheid door de Tweede Kamer weet te krijgen ook een meerderheid nodig in de Eerste Kamer.
Al met al leidde dat er de afgelopen weken toe dat landelijke politici de campagne beheersten. En dat leidde soms tot debatten die nu niet bepaald een schoonheidsprijs verdienden. Zo was er het debat tussen de VVD en de PvdA/GroenLinks, partijen die Rutte aanduidde als de linkse wolk. Een volstrekt kunstmatige tweedeling, omdat er in dit land helemaal geen linkse wolk dreigt. De peilingen moeten er wel ver naast zitten, willen de linkse partijen woensdag een grote verkiezingswinst boeken. Als je toch over wolken spreekt, dan is de politieke hemel vooral ter rechterzijde bewolkt.
Wie daarbij maandagavond per ongeluk fragmenten meekreeg van een gesprek met de premier in het tv-programma Vandaag Inside, krijgt daarbij plaatsvervangend het schaamrood op de kaken. Ieder respect voor de regeringsleider ontbrak. Als je de premier een psychopaat noemt en een dictatoriale leider van een bananenrepubliek, dan zak je wel door wat bodems heen. Om het over de ranzige seksuele opmerkingen nog maar niet te hebben. Helaas zijn er meer voorbeelden te noemen. Lang niet alles wat bijvoorbeeld zaterdag in het Haagse Zuiderpark werd gezegd over ministers kon de toets van feitelijkheid doorstaan, laat staan dat het getuigde van enig respect.
De democratie is gebaat bij scherpe discussies. Maar democratie kan ook kapot. En het begin daarvan kan zijn dat kiezers, ook ontmoedigd door een vervuilde campagne, hun stempas liever in de prullenbak deponeren dan dat ze het stembiljet ingevuld inleveren bij het stembureau.