Boeren met oog voor de natuur loont
De akkers liggen er nog verlaten bij rond het Drentse Odoorn. Wintervogels doen zich tegoed aan de granen die zijn opgeschoten op de voervelden. Reeën vinden een schuilplaats tussen het opgaande gewas.
„Ik doe aan diervriendelijk boeren, omdat ik dat leuk vind”, verklaart akkerbouwer Jan Reinier de Jong (48) uit Odoorn zijn zorg voor de schepping. „Je rolt erin, en de maatschappij vraagt erom.” Het begon tien jaar geleden met het inzaaien van een halve hectare graan voor wintervogels, en dat werden er steeds meer. Inmiddels gaat het al om 9 hectare aan voervelden en akkerranden.
Hoewel daar een vergoeding tegenover staat, kan De Jong daarvan niet rondkomen. Op het merendeel van de 125 hectare die het bedrijf telt, verbouwt hij dan ook brouwgerst, zetmeelaardappelen, pootaardappelen en suikerbieten. „De prijzen daarvan waren afgelopen najaar heel goed.”
Aan de basis van de goede opbrengst staat een gezonde bodem. De akkerbouwer vertelt hoe zijn overgrootvader in 1920 is begonnen met het ontginnen van de lichte zandgrond. Nu, honderd jaar later, spant De Jong zich ook in om de bodem zo gezond mogelijk te houden.
Naar de reden daarvoor hoeft de boer niet lang te zoeken. „Een gezonde bodem is minder gevoelig voor droogte. Als je goed voor de grond bent, krijg je ook gezonde en weerbare gewassen. Dan heb je minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Het is heel simpel: als je als mens genoeg groente, fruit en vitaminen binnenkrijgt, blijf je ook langer gezond. Dan ben je minder afhankelijk van een kuurtje van de dokter.”
Humus
De lichte Drentse zandgrond is van nature arm aan humus. Voor de vruchtbaarheid is het van belang dat de teelaarde genoeg organische stof bevat. De akkerbouwer doet dan ook zijn uiterste best om dat op peil te houden. Kunstmest wordt nagenoeg niet gebruikt. „We werken er natuurgras, dierlijke mest, restproducten uit de voedingsmiddelenindustrie en verhakseld stro doorheen. En in augustus zaaien we bladrammenas als groenbemester op de leeggereden graanpercelen. Het mooie is dat we niet alleen de stikstof, fosfaat en kalium in de bodem brengen, maar ook sporenelementen. Die krijg je er gratis bij.”
Zijn akkers ploegen, dat doet De Jong niet meer. „Ik maak gebruik van niet-kerende grondbewerking, dan blijft het organische materiaal zoveel mogelijk bovenin. Daarop is ons machinepark ingericht. We proberen ook de verdichting van de bodem te voorkomen door met dubbele banden te rijden en door lagedrukbanden te gebruiken.”
Die inspanningen hebben resultaat. „Voor elke procent extra aan organische stof houden de gewassen het een paar dagen langer vol tijdens droogte.” Om daarbij direct aan te tekenen: „Maar tegen vier weken lang 40 graden is geen bodem bestand.” Afgelopen zomer moest ook De Jong beregenen.
In 2020 deed De Jong mee aan een zogeheten ”loopkever monitoring onderzoek”, een graadmeter van hoe het gaat met de bodemdiversiteit. „De onderzoekers hadden zoveel kevers gevangen dat ze stopten met tellen. De bodem bleek kerngezond. Dat doet me goed, daar was ik blij mee.”
Een onderzoek van de Vlinderstichting, samen met chemiereus BASF, keek naar de effecten van de akkerranden, die De Jong had ingezaaid met een kruidenmengsel. „Het stikte er van de vlinders en de motten. De onderzoekers werden lyrisch van de dauwhommel en de harsbij, die ze in geen jaren meer hadden gezien.”
Akkervogels zoals de veldleeuwerik komen volgens de boer „zeker niet minder” voor dan vroeger. Maar hij maakt zich wel zorgen over de kievit. „Wij nemen alle maatregelen om de vogelstand te verbeteren, maar de kieviten vallen helaas te veel ten prooi aan de vos. Daarvan zijn er hier veel te veel.”
Niet blij
De boer is niet blij met de voorgenomen extensivering van de landbouw, zoals Eurocommissaris Frans Timmermans wil. „Wij zijn goed op weg, maar de overheid gaat mij straks verplichten wat ik moet telen. Dat is een regelrechte aanslag op mijn inkomen. En, heeft de overheid er wel over nagedacht waar ik straks de mest vandaan moet halen om het organischestofgehalte op mijn akkers op peil te houden als de veestapel moet inkrimpen? Moet ik dan terug naar kunstmest? Dat botst met de kringlooplandbouw die de overheid ook wil.”
In Drenthe valt momenteel 2200 hectare boerenland onder agrarisch natuurbeheer. De Jong: „We zijn er volop mee bezig. Ondanks de negatieve beeldvorming staan de landbouwers niet op de rem. Eerder het tegenovergestelde is waar.”