Ambtsdrager moet veel valkuilen ontwijken in pastoraat na suïcide
Ambtsdragers in reformatorische kerken worstelen met de vraag hoe ze pastorale hulp moeten verlenen aan mensen die een naaste verloren door zelfdoding. Vereniging ”Een Handreiking” organiseert daarom een avond voor kerkenraden over dit moeilijke thema.
„Hij was toch mijn tweelingbroer? Waarom heeft hij me dan in de steek gelaten?” Wim Visser (67), voorzitter van ”Een Handreiking”, een reformatorische vereniging voor familieleden van psychisch zieken, is zichtbaar aangedaan als hij in de werkkamer van zijn appartement in Uddel vertelt over de emoties die loskwamen tijdens twee recente avonden voor mensen die achterbleven na zelfmoord.
„„Hadden we maar, hadden we maar”, dat hoorde ik veel”, aldus Visser. „Nabestaanden kampen na suïcide vaak met een schuldgevoel. En de vraag waarom iets gebeurt , die in het leven van iedere christen weleens naar boven komt, weegt na zelfdoding van een naaste extra zwaar. Deze rouw is zo zwart.”
Visser, die onder meer docent en directeur was in het speciaal onderwijs, zet het onderwerp suïcide eind 2021 op de kaart in het contactblad van ”Een Handreiking”. Hij schrijft erover na het lezen van berichten over de groei van het aantal suïcidepogingen in Nederland.Diverse lezers laten weten blij te zijn met de aandacht voor het gevoelige onderwerp. Het bestuur besluit daarom een besloten avond in Amersfoort te organiseren voor lotgenoten. Ds. D.E. van de Kieft, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Urk, houdt een inleiding. Hij verloor een zoon door suïcide. Ook een tweede, soortgelijke avond in Gouda zit snel vol. Het bestuur van ”Een Handreiking” denkt inmiddels na over een derde bijeenkomst in het zuidwesten van het land.
Na de lotgenotenavonden krijgt Visser van ambtsdragers uit verschillende kerkverbanden de vraag of ”Een Handreiking” ook zo’n avond voor hen kan organiseren. Ze willen handvatten voor pastoraat na suïcide. Deze avond vindt volgende week donderdag plaats.
Hoeveel ambtsdragers in reformatorische kring krijgen in het pastoraat te maken met suïcide?
„Cijfers zijn niet bekend, maar ik denk dat het er heel veel zijn. In Nederland maken jaarlijks zo’n 1850 mensen een einde aan hun leven, maar een veelvoud van dit aantal komt ook in aanraking met suïcide. Ik vergelijk het vaak met een steen die je in de vijver gooit en die kringen in het water veroorzaakt: om iemand die zichzelf van het leven berooft staat directe familie, de kleinste kring. Maar er zijn ook wijdere kringen. Denk aan verdere familie, vrienden en collega’s. Suïcide raakt ook deze mensen, die meer op afstand staan. Ook zij willen zo’n gebeurtenis mogelijk bespreken in het pastoraat.
Verder moeten we de naar schatting 40.000 jaarlijkse mislukte pogingen niet over het hoofd zien. Ook hier zit veel leed achter.”
Waarom is zelfdoding een lastig thema voor ambtsdragers?
„Rond suïcide heerst een sterk taboe. Het onderwerp is zo teer omdat de daad van zelfmoord gezien wordt als een zonde tegen het zesde gebod, gij zult niet doodslaan. Daarachter ligt de ingrijpende discussie over de eeuwige staat van de mens. Alle eeuwen door zijn er mensen, onder wie oudvaders, geweest die zeggen: Wie het ook is, en wat zich ook eventueel in het leven openbaarde, je bent verloren als je deze daad begaat. Aan de andere kant zijn er ook theologen die benadrukken dat willens en wetens iemand doden niet hetzelfde is als jezelf uit psychische nood van het leven beroven. Dat maakt pastoraat na suïcide erg gecompliceerd voor ambtsdragers. Zij krijgen ook nog eens te maken met alle verschillende emoties die bij gezinsleden spelen en het schuldgevoel dat ze kunnen ervaren.”
Wat zijn de valkuilen in het pastoraat?
„In de avonden voor lotgenoten kwamen allerlei pijnlijke ervaringen ter sprake. Veel mensen noemden het te weinig luisteren door ambtsdragers en het veel te gemakkelijk uit de mouw schudden van algemene, maar ongepaste, Bijbelse waarheden. Met de opmerking „je moet niet vragen waarom, maar waartoe” kan een nabestaande helemaal niets. Daarnaast vragen ambtsdragers soms naar details waar ze helemaal geen recht op hebben, zoals: wat is er precies gebeurd en hoe werd iemand precies gevonden? Blijf weg van nieuwsgierigheid naar details.
Een ambtsdrager kan de pijn verzwaren, bijvoorbeeld door, pats, te zeggen: je geliefde is in de hel. Dan mag een nabestaande ook assertief zijn richting de kerkenraad en zeggen: die ambtsdrager heeft me zoveel pijn gedaan, ik wil niet dat hij nog een keer komt.”
Hoe moet het wel?
„Ik denk dat de Heere van ieder christen, maar zeker ook van ambtsdragers, vraagt om naast een nabestaande te gaan zitten die zo gewond is. Na een zelfdoding moet er soms, bijvoorbeeld wanneer iemand voor de trein is gesprongen, een uiteengerukt lichaam worden geïdentificeerd. Dat is voor familie zwaarder dan we ons kunnen voorstellen. In zo’n gezin komt een ambtsdrager op bezoek. Dan past bescheidenheid.
Een ambtsdrager moet begrijpen dat de een misschien totaal dichtgeslagen is en de ander zich woedend en in de steek gelaten voelt. De een wil huilen, de ander schreeuwen. Die emoties kunnen allemaal in dat ene pastorale gesprek leven. Luister naar alle emoties zonder ze vreemd te vinden. Geef iedereen de ruimte om zijn verhaal te doen. Idealiter ook in gesprekken met gezinsleden afzonderlijk.
Wees heel helder als iemand worstelt met de eeuwige staat van degene die zichzelf om het leven bracht. Wij hebben niet te oordelen. God is Rechter Die het beslist. Je mag nooit zeggen dat zo iemand verloren is gegaan.
Een vrouw vertelde me eens hoe blij ze was geweest met het bezoek van de dominee na de zelfdoding van een geliefde. Die predikant had naast haar gezeten, geluisterd, even een bemoedigende hand op haar hand gelegd, uit de Bijbel gelezen en gebeden. Hij was empathisch aanwezig, juist dat deed haar goed.”
Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met 113 Zelfmoordpreventie via 113 of 0800-0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl.