Hans Hirzel van de ”Weisse Rose” overleefde, tot ontsteltenis van zijn verrader
Grote bekendheid kreeg de Duitse verzetsgroep de Weisse Rose. Op 22 februari 1943, deze woensdag tachtig jaar geleden, maakten de nazi’s een einde aan de levens van drie van haar leden: Hans en Sophie Scholl en Christoph Probst. Minder bekend is dat een andere bij de groep betrokken student, Hans Hirzel, het Hitlerregime wel overleefde. Tot schrik van zijn verrader, zo bleek na de oorlog. „Je bent nog in leven!”
De Weisse Rose (Witte Roos) riep, vanaf juni 1942, op tot geweldloos verzet tegen het naziregime. De groep bestond uit vijf studenten –naast broer en zus Hans en Sophie Scholl en Christoph Probst: Willi Graf en Alexander Schmorell– en enkele hoogleraren, onder wie Kurt Huber en Carl Muth van de universiteit van München. Tussen juni 1942 en februari 1943 drukten en verspreidden zij zes antioorlogspamfletten in grote Duitse en Oostenrijkse steden. De groep werd geïnspireerd door het christelijk geloof alsook door idealen van vrijheid en pacifisme.
Ook Hans Hirzel uit Ulm wist zich tot de Weisse Rose aangetrokken. In een archiefstuk van de Gestapo lezen we: „Op 29 januari 1943 verschijnen bij de Gestapo-Stuttgart twee leden van de HJ (Hitlerjugend, ABG). De ene heet Wolf Tröster, ongehuwd en van beroep koopman. De andere is Gerhard Munz. Hij is vrijgezel en student. Beide personen melden de naam van een landverrader: Hans Hirzel. Hij is student en woont bij zijn ouders. Zijn vader is stadspredikant in Ulm (Donau).
De aanklacht die tegen Hirzel wordt ingebracht, luidt: „Hij heeft hen op 10 januari 1943 bij een ontmoeting in Stuttgart een met de hand geschreven brief laten zien. In die brief wordt Hirzel opgedragen om een verjaardagscadeau op te halen. Bovendien heeft hij de opdracht om op 30 januari pamfletten te verspreiden die een staatsgevaarlijke inhoud hebben. Het verjaardagscadeau uit München is een stencilmachine die de pamfletten afdrukt. Die pamfletten moeten in Ulm en later op andere plaatsen (Berlijn, Hamburg, Keulen…) worden verspreid. Hierna zegt Tröster letterlijk: „Morgen is het 30 januari en naar mijn vaste overtuiging zal Hirzel zijn plan uitvoeren. Om die reden meld ik wat ik weet.””
Met deze kennis maakt de Gestapo-afdeling Stuttgart haast, want nog diezelfde dag zoekt ze telefonisch contact met collega’s in Ulm. Die moeten Hans Hirzel arresteren en verhoren. Een Ulmer rechercheur doet zijn plicht, maar laat het opgevraagde verslag van het verhoor twee weken liggen.
Pamflet
De handgeschreven brief waarover het in het document gaat, is van de hand van Sophie Scholl en het pamflet met „een staatsgevaarlijke inhoud” het vijfde van verzetsgroep de Weisse Rose. In dit pamflet lezen we: „De oorlog gaat naar een beslissend eindpunt… Wilt u uw kinderen hetzelfde lot laten beleven als de Joden? Zullen wij eeuwig het door de gehele wereld gehate en verstoten volk zijn?.. De fundamenten van het nieuwe Duitsland behoren te zijn: vrijheid van meningsuiting en bescherming van de individuele burger tegen de willekeur van misdadige dictaturen. Hitler kan de oorlog niet winnen, hoogstens verlengen. De rechtvaardige straf komt dichterbij. De mens is zonder de ware God weerloos tegenover het kwaad…”
Hans Hirzel kent Sophie Scholl al enkele jaren. Zij brengt hem ook in contact met haar broer Hans. Sophie en Hans Hirzel voeren lange gesprekken over het verzet in oorlogstijd. In de zomer van 1942 krijgt hij het eerste pamflet in handen. Ook wordt hij uitgenodigd om deel te nemen aan de vriendenkring in München. En Hans antwoordt positief op de vraag mee te doen.
Zijn motivatie om met de verzetsgroep samen te werken, ontstaat als hij een grote, gele poster op een reclamezuil ziet. De tekst op deze poster is ronduit antisemitisch. In het midden is een davidsster getekend, met daarbij de woorden ”Wie dit teken draagt, is een vijand van ons volk”. Tegen zijn vrienden vertelt Hans Hirzel: „Toen ik bij deze zuil stond, kwam er een man aan die de davidsster droeg. Het was een bejaarde man, die vanwege dit kenteken op zijn jas direct aan de schandpaal werd genageld.”
De ontmoeting brengt Hans op een idee. Hij maakt een stencil en vervangt daarop de davidsster door een hakenkruis. Daarbij schrijft hij: „Wie dit teken draagt, is een vijand van ons volk.” Een meesterzet van antinazipropaganda! De moedige ontwerper is nog maar 18 jaar en doet binnenkort eindexamen gymnasium.
Afspraak
Bij zijn leeftijdsgenoten probeert Hans medestrijders te vinden om samen de pamfletten te verspreiden. Aan de hand van de statistieken over legersterkte in zijn atlas probeert hij hen te overtuigen. Bij zijn zoektocht komt hij in contact met twee leden van de Hitlerjugend (HJ), de nationaalsocialistische jeugdbeweging: Wolf Tröster en Gerhard Munz.
In januari 1943 moet Hans pianospelen in Stuttgart. Aan beide vrienden vraagt hij of ze hem eind januari willen helpen bij het verspreiden van pamfletten. Daarna spreken ze af om volledige geheimhouding te bewaren over hun samenzwering.
Twee weken later geeft Sophie Scholl in de pastorie in Ulm 2000 pamfletten aan Hans Hirzel. Op de galerij van de Martin-Luther-Kirche, waarvan Hans’ vader predikant is, worden de pamfletten in enveloppen gedaan, geadresseerd en gefrankeerd. Schoolvriend Franz Müller helpt daarbij.
Om de indruk te wekken dat er overal in het land verzetsgroepen zijn, reist Hirzel op 22 januari naar Stuttgart. Hij overtuigt zijn zus Suzanne (vriendin van Sophie Scholl) ervan dat zij hem moet helpen de enveloppen ongezien in brievenbussen te doen. En hoewel de Gestapo speciale teams inzet om stations en de universiteit van München in de gaten te houden, komt niemand achter hun activiteiten.
Maar wat doen de twee Stuttgarter HJ’ers? Ze hebben besloten om met de verspreiding van de pamfletten te stoppen, al dreigt er voor hen geen enkel gevaar. Waarom gaan ze toch naar de Gestapo? Is het angst, of eerzucht? Wolf Tröster zou tegen Gerhard Munz hebben gezegd: „Hans Hirzel vertelt een fantasieverhaal. Ik zie nu duidelijk dat het mijn heilige heldenplicht is, al is het dan ook tegen een vriend, om deze dolkstoot in de rug van onze soldaten te verhinderen…! We gaan naar de Gestapo.”
Persoonsbewijs
Op dinsdag 16 februari 1943 krijgt Hans Hirzel een oproep van de Gestapo in Ulm. De volgende dag moet hij ’s middags naar het bureau komen. Direct vermoedt hij dat de beide HJ’ers –Tröster en Munz– daar de hand in hebben gehad. Welk verhaal zal hij vertellen om uit deze precaire situatie te komen?
Hirzel moet een dag later ook zijn eindexamen wiskunde maken. Om die reden kan hij niet in Stuttgart zijn om erachter te komen wie zijn verrader is. Hans informeert zijn broer Peter en deze reist midden in de nacht naar Stuttgart. Peter neemt een levensgevaarlijk risico, want hij is soldaat en heeft frontverlof. Daarom mag hij niet zonder officiële toestemming zijn woonplaats verlaten. Wie dat toch doet, pleegt vaandelvlucht (desertie). Als je dan wordt aangehouden, krijg je de doodstraf!
Om zijn broer te helpen, trekt Peter burgerkleren aan. Met het persoonsbewijs van broer Hans op zak waagt hij de risicovolle reis naar Stuttgart. Al direct bij aankomst op het station stuit hij op een controlepost. Men vraagt hem om zijn persoonsbewijs. Als bijzonder kenmerk staat daarop dat de drager ervan een litteken heeft aan zijn linkerduim. Maar gelukkig hebben de militairen daar geen erg in.
Als Peter bij zijn zus komt, geeft hij de opdracht om gevaarlijke brieven te verbranden en verboden boeken te verwijderen. Dat gebeurt.
Hierna begeeft hij zich naar Tröster, maar die is niet thuis. Vervolgens zoekt hij Munz op. Hij smeekt hem om als hij of Wolf zijn broer Hans heeft verraden, dit eerlijk te zeggen.
Munz ontkent de verdachtmaking. Hij beroept zich op zijn ouders, die een evangelische boekwinkel hebben. Hij beweert dat hij zoiets gemeens nooit zal doen.
Intussen heeft Hans Hirzel in recordtijd zijn wiskunde-examen gemaakt om op tijd zijn broer bij station Ulm te ontmoeten. Opgelucht gaat Hans hierna naar de Gestapo. Na het verhoor laat men hem gaan.
Scholl
Direct na dit verhoor gaat Hans naar de ouders van Sophie Scholl. Hij vraagt of zus Inge Scholl naar München kan reizen om haar zus en broer te waarschuwen.
Inge reist niet naar München, maar geeft de waarschuwing telefonisch door aan haar vriend Oti Acher in München. Die maakt voor de volgende dag, 18 februari 1943, een afspraak met Hans en Sophie Scholl.
Het einde is bekend. In het gebouw van de universiteit van München laat Sophie Scholl pamfletten van de balustrade van de tweede verdieping naar beneden vallen op de binnenplaats. De nationaalsocialistische conciërge ziet het en zij en haar broer Hans worden door de Gestapo gearresteerd. Vier dagen later, op 22 februari 1943, worden zij en medelid Christoph Probst door de valbijl (guillotine) gedood.
De Gestapo arresteert meer dan tachtig vrienden en familieleden van de Weisse Rose. Processen volgen en er vallen veel slachtoffers door uitgevoerde doodvonnissen in gevangenissen en concentratiekampen.
Geen berouw
Of het verspreiden van de pamfletten van Hans en Sophie Scholl in direct verband staat met het verhoor van Hans Hirzel door de Gestapo is onzeker. Wel staat vast dat dit verhoor voor de arrestaties van de Scholls in München geen betekenis heeft gehad.
De arrestatie van Hans Hirzel, zijn zus Suzanne en Franz Müller zijn het gevolg van het verraad door zijn ‘vrienden’ Wolf Tröster en Gerhard Munz. Alle drie worden zij bij de Gestapo gebracht, verhoord door het onrechtvaardige Volksgerichtshof en tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Hans, Suzanne en Franz ontsnappen ternauwernood aan de doodstraf.
Na de oorlog zoekt Hans Hirzel de beide verraders op. Dat hij is blijven leven, verstoort hun gewetensrust, zo blijkt als hij Gerhard Munz onverwachts ontmoet bij de universiteit van Tübingen. Munz verbaast zich en ontzet roept hij uit: „Je bent nog in leven!” Had hij erop vertrouwd dat Hans door de rechtbank ter dood zou zijn veroordeeld?
Hans Hirzel concludeert: „Geen van mijn vroegere kameraden heeft berouw over wat ze mij hebben aangedaan.” Hij belooft echter beiden niet bij de politie aan te geven noch hun namen bekend te maken.
Hans Hirzel is ziek en lijdt jarenlang aan de gevolgen van de wrede Gestapoverhoren en de gevangenisstraf. Zijn verraders lukt het om in het openbaar een schijnbaar eerbaar leven te leiden. Wolf Tröster wordt vertegenwoordiger van bier en Gerhard Munz docent geschiedenis.
Tröster herinnert zich naar eigen zeggen niet dat hij naar de Gestapo is gegaan. Hij heeft spijt, niet omdat hij een mens in levensgevaar heeft gebracht, maar omdat zijn vrouw van hem wil scheiden. Zij ontdekt de donkere bladzij uit zijn leven.
In 2006 sterft Hans Hirzel.