Opinie
Christenen zijn zoutend present maar bijten niet

Volgelingen van Christus zijn vurig en zachtmoedig tegelijk. Ze geven publiek uiting aan hun opvattingen, maar polariseren niet. Dit kunnen ze echter alleen als biddende bedelaars.

Drs. Jan Kloosterman MBA
18 February 2023 16:52Gewijzigd op 27 February 2023 14:56
„Christenen worden zalig genoemd omdat ze vredestichters zijn en de vrede voor de stad zoeken.” beeld iStock
„Christenen worden zalig genoemd omdat ze vredestichters zijn en de vrede voor de stad zoeken.” beeld iStock

Vlaggen die op de kop hangen, zijn nog overal te zien. Body shaming (iemands lichaam publiekelijk bekritiseren) op sociale media komt dagelijks voor. Vatbaarheid voor complottheorieën kun je op veel plaatsen tegenkomen. De vrijheid om je mening te laten zien en horen, is een groot goed. Een belangrijke vraag daarbij is wel hoe een christen dat doet binnen en buiten de eigen kring. Hoe kun je vandaag op een Bijbelse manier present zijn? Met de opdracht om een vredestichter te zijn.

Veranderingen blijven elkaar snel opvolgen. Ook vanuit onze overheid. Of het nu gaat om plannen in het stikstofdossier, medisch-ethische ontwikkelingen of de emancipatieagenda, de regering komt ons in verschillende opzichten ‘tegen’, en wij de regering. Hoe reageren we als christenen, juist als dingen tegen onze overtuiging ingaan? Een actuele vraag, die ons allereerst voor de spiegel zet.

Zelfverloochening

In onze tijd staan veel denken en handelen steeds verder af van wat de Bijbel aan goede leefregels geeft. Daarom moeten christenen zich beter laten kennen door mensen om hen heen, zodat duidelijk is wat ons drijft en waar we voor staan. Dat is een manier om de Bijbelse wijsheid dichter bij anderen te brengen. Juist als het er op inhoud nog meer om gaat spannen, moeten de Bijbelse grenzen door christelijke presentie voor iedereen klip-en-klaar worden. Aanwezig zijn als christen vraagt steeds opnieuw om doordenking, moed en voor alles om genade. De genade om geen smakeloos zout te zijn en het licht dat ons gegeven is niet te verbergen of te voorzien van veel menselijke walm. Daarbij dienen we de Jood een Jood en de Griek een Griek te zijn. Zonder Gods hulp en zegen gaat dit niet. Daarom is Zijn werk in en om ons noodzakelijk. Zonder geloof in en verbondenheid aan de Levensvorst komen we slechts met onze menselijke presentie. Daar is de wereld al vol van.

Men ‘leest’ christenen vooral in hun doen en laten. Stel dat veel christenen tijdens de Mars voor het Leven met harde teksten terug zouden scanderen naar een groep demonstranten. Zou dat geen afbreuk doen aan de boodschap? Wat zou er uitgaan van deze mars als er in stilte spandoeken met schokkende afbeeldingen en agressieve teksten meegedragen zouden worden? Gedrag dat aanstootgevend is en onnodig de lachlust of terechte boosheid opwekt, moet worden vermeden. Het goede doen als je getergd wordt, vraagt om zelfverloochening.

Hoge roeping

In de vroegchristelijke brief van Mathetes aan Diognetus staat over christenen: „Zij bewonen landen en steden als hun vaderland, maar als bijwoners. Bij alles tonen zij zich als burgers betrokken en zij verdragen alles als vreemdelingen. Ieder vreemd land is een vaderland voor hen en ieder vaderland een vreemd land.” In lijn hiermee zou over de presentie van christenen het volgende te zeggen moeten zijn:

Christenen zijn aanwezig en laten zich kennen, maar strijden niet voor hun eigen gelijk. Ze zijn vurig en zachtmoedig tegelijk.

Volgelingen van Christus geven publiek uiting aan hun opvattingen, maar polariseren niet. Ze werken zoutend, maar zijn niet bijtend.

Christenen werken in structuren met macht en zeggenschap, maar bouwen er niet op. Ze maken gebruik van politiek, bestuur en medezeggenschap, maar verwachten het er niet van.

Christus’ volgelingen drukken Zijn voetstappen en kennen daardoor wat vast, waar en zeker is. Ze weten beter, maar zijn niet beter. Het zijn armen van geest met een nederig hart.

Christenen zien om naar de ander. Ze zijn betrokken op deze wereld, maar niet van deze wereld. Ze wassen de voeten, niet de oren. Jezus’ volgelingen gebruiken de rechtspraak, maar leven als schuldenaren van genade. In gehoorzaamheid aan Hem zijn ze zelfs zalig als ze vervolgd worden.

Christenen denken vaak tegengesteld en stroomopwaarts, maar rebelleren niet. Ontwrichting van gezagsstructuren verwerpen ze, omdat ze vredestichters zijn. Volgelingen van Jezus zijn continu op doorreis en verwachten een ander koninkrijk. Hun land is de stad waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.

Toekomst

Wie onderschrijft dit ideaalbeeld niet? Christenen zijn echter van dezelfde lap gescheurd als niet-christenen. Hoe zullen we een goed beeld van de Meester vertonen? De roeping om zout en licht te zijn, geldt onverkort. Een discipel van Christus blijft een biddende bedelaar. „O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.”

Present zijn als volgeling van Christus kan alleen door genade. Daarbij gaat het om liefde, volharding en respect voor de medemens, ook als die jou belastert. Dat kan omdat een ware christen de Heere zonder vrees dient. Hij richt zijn voet op het pad des vredes, waar Zacharias al van zong. Christenen worden zalig genoemd omdat ze vredestichters zijn en de vrede voor de stad zoeken. Dat begint in de gemeente en tussen de kerken. Een verdeeld huis komt aan vredestichting niet of onvoldoende toe. Vredestichters moeten het hebben van de Vredevorst Zelf. Onder leiding van Gods Geest is christelijke presentie een heldere bazuinklank die voorafgaat aan Zijn komst!

De auteur is bestuurder van Driestar educatief. Dit artikel is een uitwerking van zijn afscheidstoespraak als bestuurder van de RMU.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer