Honderden studenten die dagen én nachten achter elkaar door samen bidden, de Bijbel lezen en zingen. Sommigen van hen zijn tot tranen toe bewogen over hun zonden. In de kapel van de Asbury University in de Amerikaanse stad Wilmore (Kentucky) „gebeuren wonderen” zegt universiteitsdirecteur Kevin Brown. Waarnemers vragen zich af: Is dit een opwekking of een explosie van emotie?
Sinds vorige week woensdag is het op elk uur van de dag druk in het Hughes Auditorium van de universiteit. Geen van de 1500 plaatsen is onbezet en zelfs ’s nachts moeten bezoekers vaak genoegen nemen met een staplaats.
Asbury University, een opleiding die staat in de methodistische traditie, heeft strikte regels voor het bijwonen van gebedssamenkomsten. Elke week zijn er drie. Studenten en staf zijn verplicht die bij te wonen.
Gewoonlijk duren de bijeenkomsten een uur. Maar dat verliep anders bij het gebedsuur van vorige week woensdag. Na de slotzang van het gospelkoor bleef een groep studenten achter om samen te bidden. Dat trok de aandacht. Sindsdien is de kapel continu bezet. Studenten en docenten hebben zich blijvend verenigd in gebed. „We zijn hier al meer dan honderd uur in Hughes Auditorium – biddend, huilend, aanbiddend”, schreef Alexandra Presta, redacteur van de studentenkrant The Asbury Collegian. En er gebeuren volgens haar wonderen. „Mensen genezen op het gebed van hun kwalen.”
De permanente gebedssamenkomst trok al spoedig de aandacht van mensen buiten de universiteit. Via sociale media werden filmpjes van de gebedssamenkomst verspreid. Studenten van andere universiteiten kwamen een kijkje nemen én bleven. Zelfs tijdens de in de VS immens populaire Super Bowl, de Amerikaanse voetbalfinale die afgelopen zondag werd gespeeld, was er geen dip in het aantal bezoekers.
Inmiddels komen studenten ook op andere universiteiten samen om te bidden, in de Bijbel te lezen en te zingen. Het eerst gebeurde dat op het Asbury Theological Seminary, waarvan het terrein zich precies tegenover de Asbury University bevindt. Sinds maandag zijn ook studenten en medewerkers van Cedarville University in Cedarville (Ohio) samen in hun universiteitskapel. De rector van deze universiteit, Thomas White, spreekt van „een speciale uitstorting van de Geest en van een bijzondere aanwezigheid van God”.
Eerste Grote Opwekking
Opwekkingen zijn een vast element in de kerkgeschiedenis van de VS. Een behoorlijk deel begon op een universiteit. Dat gold bijvoorbeeld voor de Eerste Grote Opwekking in 1740 en de Tweede Grote opwekking in 1800. Ook op Asbury University zijn eerder revivals geweest, in 1970 en in 2006.
De vraag of er nu sprake is van een echte opwekking of niet, houdt theologen in de VS bezig. Thomas White van Cedarville University doet daar geen uitspraak over. Hij zegt dat latere historici hier maar over moeten oordelen.
Pete Greig, grondlegger van de organisatie 24/7 Prayer bezocht begin deze week de samenkomst en preekte daar. Op Twitter schrijft hij: „Ik ben verheugd om de geloofwaardige verhalen te horen van een nieuw, krachtig werk van de Geest dat daar de afgelopen zes dagen plaatshad en zich nu begint te verspreiden naar andere universiteiten.”
Hoewel hij zegt begrip te hebben voor allerlei vragen, wil hij hier veel liever goedgelovig dan cynisch zijn. „We hebben dit nodig. Wat er in Asbury gebeurt, is niet alles, maar het is wel iets. En op dit moment hebben we iets nodig om het systeem te shockeren, zodat deze generatie zelf de levensveranderende kracht van God kan ervaren.” Met waardering constateert hij ook dat er in Asbury geen sprake is van allerlei showelementen. „Dit is geen hype. Dit gaat over Jezus.”
Michael McKenzie, universitair hoofddocent religie en filosofie aan het Keuka College in de staat New York, zegt: „Men lijkt op zoek te zijn naar een manier om op een diepgaande ervaringsgerichte manier terug te keren naar Jezus.” Hij geeft aan „voorlopig” positief te willen oordelen.
Denny Burk, docent Bijbelwetenschappen aan het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville (Kentucky), zegt als calvinist „van nature” kritisch te zijn over gebeurtenissen zoals die in Asbury. Maar hij „hoopt en bidt” dat ze iets goed voortbrengen. „Maar dat zal pas op termijn duidelijk worden.” Hij verwijst naar een uitspraak van zijn collega Tim Beougher: „Hoe weet je of het echt een werk van God is? Het is niet hoe hoog je springt, het is hoe recht je loopt als je weer op de grond terug bent gekomen.”
Jonathan Edwards
Diezelfde vraag vindt Thomas Kidd bepalend. De Amerikaanse historicus, verbonden aan Baylor University in Waco (Texas) en aan het Midwestern Baptist Theological Seminary in Kansas City (Missouri), heeft veel studie gemaakt van het leven en werk van de grote opwekkingsprediker Jonathan Edwards. In een telefoongesprek zegt hij: „Ik wil niet bij voorbaat negatief zijn. Maar ik ben niet zo onder de indruk van het langdurig bidden of Bijbellezen zoals dat nu in Asbury gebeurt. Het gaat om de vruchten. Daaruit zal blijken of dit een werk is van Gods Geest.”
Volgens hem is dat ook de blijvende les van Edwards. „Toen in 1740 onder invloed van George Whitefield een opwekking plaatshad aan het Yale College was Edwards aanvankelijk onder de indruk. Maar een jaar later voelde hij zich toch gedrongen om een boek te schrijven over de kenmerken van het werk van Gods Geest: ”The Distinguishing Marks of a Work of the Spirit of God”. Hierin probeerde Edwards de Bijbelse kenmerken van een ware opwekking te onderscheiden. Hij wilde zich niet richten op de aanvankelijke opwinding, maar op de vruchten. Als tekenen van een echte door de Geest gewerkte opwekking noemde hij: gericht zijn op Gods eer, strijden tegen de werken van satan, diepe achting voor de Bijbel en een innige liefde tot God en de naaste. De toekomst zal moeten leren wat daarvan in Asbury gevonden wordt.”