Kerk & religiegodsdienstvrijheid
Bescherming godsdienstvrijheid in VS niet langer vanzelfsprekend

Lang bestond er geen twijfel over: godsdienstvrijheid in Amerika is het beschermen waard. Maar die vanzelfsprekendheid staat onder druk. Progressieven zien haar vooral als een struikelblok voor lhbti- en abortusrechten.

16 February 2023 21:33Gewijzigd op 20 February 2023 15:18
beeld RD
beeld RD

Godsdienstvrijheid is een van Amerika’s meest gekoesterde idealen. Dat heeft alles te maken met de komst van Europeanen die het continent ontvluchtten omdat ze daar hun geloof niet in alle vrijheid konden belijden. Nadien is dit recht verankerd in het eerste amendement van de grondwet, en uitgegroeid tot een fundamenteel principe.

Dat bleek in de jaren negentig opnieuw toen het hooggerechtshof het recht van Amerikanen om hun religie vrij uit te oefenen juist beperkte. In reactie daarop nam het Amerikaanse Congres in 1993 met overweldigende meerderheid de Religious Freedom Restoration Act (RFRA) aan. Deze wet maakte nog meer werk van de bescherming van religieuze praktijken. De lat voor ingrijpen door de overheid kwam hoog te liggen.

Maar nu, drie decennia later, is dit ideaal binnenslands lang niet meer onomstreden. „Godsdienstvrijheid is duidelijk een twistpunt in de Verenigde Staten”, zegt David Hollenbach. Hij is onderzoeker bij het Berkley Center for Religion, Peace and World Affairs aan de Georgetown University in Washington DC. „Daar liggen fundamenteel verschillende morele opvattingen aan ten grondslag, die hoofdzakelijk gaan over de seksuele moraal, het homohuwelijk en abortus”, legt hij uit in zijn kantoor in de Amerikaanse hoofdstad.

Zo dringen progressieve Amerikanen –in de politiek vertegenwoordigd door de Democraten– aan op vrije toegang tot abortus en meer bescherming voor de lhbti’ers. Conservatieve christenen –veelal Republikeinen– daarentegen verzetten zich hiertegen met het argument dat praktijken zoals huwelijken van hetzelfde geslacht indruisen tegen de Bijbel. Zij willen niet gedwongen kunnen worden iets toe te staan of uit te voeren wat tegen hun geweten ingaat.

In hun verzet tegen de nieuwe liberale moraal doen religieuze groepen, en dan met name evangelicals en rooms-katholieken, een beroep op vrijheid van religie. „Dit leidt ertoe dat liberalen godsdienstvrijheid beschouwen als een blokkade voor morele vooruitgang”, zegt Hollenbach. Progressieven zien in de geboden vrijheid een bron van discriminatie en onverdraagzaamheid. Daarmee zwelt de roep aan om dit grondrecht te beperken.

Ontoelaatbaar

Onder conservatieve Amerikanen groeit daardoor het gevoel dat er geen ruimte meer is voor hun visie. Rechtszaken dragen daaraan bij. Onlangs werd bakker Jack Phillips uit Denver veroordeeld omdat hij weigerde een taart te bakken voor de viering van een gendertransitie. Ook leeft de vrees dat religieuze instellingen beleid moeten uitvoeren dat tegen hun principes ingaat. Zo zouden rooms-katholieke ziekenhuizen gedwongen kunnen worden om bijvoorbeeld sterilisaties of abortussen aan te bieden.

19061682.JPG
Samuel Goldman. beeld Loeb Institute for Religious Freedom

Volgens Thomas Farr, tot januari voorzitter van het Religious Freedom Institute in Washington DC, worden conservatieve opvattingen in toenemende mate als ontoelaatbaar beschouwd. „Zij die vasthouden aan traditionele overtuigingen over het menselijk leven en de aard daarvan –van abortus tot het huwelijk en het onderscheid tussen de geslachten– worden als gevaarlijk voor de democratie beschouwd”, schreef hij vorig jaar in een opiniestuk in The Washington Post.

De strijd over de reikwijdte van godsdienstvrijheid wordt zichtbaar in de Equality Act. Deze voorgestelde wet, een van de prioriteiten van de regering-Biden, moet lhbti’ers meer bescherming bieden. De Equality Act verbiedt vrijwel alle discriminatie op basis van seksuele geaardheid of genderidentiteit. „Religie is geen excuus voor discriminatie in de publieke sfeer, zoals we al lang hebben erkend als het gaat om ras, huidskleur, geslacht en nationale afkomst,” verwoordde Democraat Jerrold Nadler de zienswijze van voorstanders, „en ze mag geen excuus zijn als het gaat om seksuele geaardheid of genderidentiteit.”

Volgens critici breidt de Equality Act andere burgerrechten uit, ten koste van godsdienstvrijheid. Door middel van een speciale bepaling wordt de RFRA-wet, die religieuze groepen moet beschermen, buitenspel gezet. Uitzonderingen op de discriminatiewet op grond van religie zijn dan uitdrukkelijk verboden.

„Er is duidelijk sprake van een conflict tussen godsdienstvrijheid en meer uitgebreide opvattingen van niet alleen burgerrechten, maar ook het recht op non-discriminatie”, analyseert Samuel Goldman. Hij geeft leiding aan het Loeb Institute for Religious Freedom, verbonden aan de George Washington University in de Amerikaanse hoofdstad. „De vraag is: wat moet voorrang krijgen? Het principe dat niemand iemand anders kan weigeren voor een belangrijke openbare dienst of baan, of religieuze gronden?”

Aan de discussie ligt ook een verschil in visie op godsdienstvrijheid ten grondslag, legt Goldman uit in zijn kantoor, gelegen op een paar honderd meter van het Witte Huis. „Als je mensen vraagt naar godsdienstvrijheid, hangt hun antwoord af van de voorbeelden die je geeft. Als die gaan over bijvoorbeeld moslims of hindoes, dan zijn progressieven en liberalen geneigd godsdienstvrijheid te steunen. Geef je ze christelijke voorbeelden, dan zijn ze niet zo enthousiast.”

Maar deze denkwijze geldt net zo goed voor conservatieven, zegt Goldman. „Leg je hun christelijke voorbeelden voor, dan zijn ze positief gestemd. Gaat het om andere religieuze stromingen, vooral met betrekking tot moslims, dan leven er bezwaren. Dit laat zien dat de waarde die mensen hechten aan godsdienstvrijheid afhangt van wie ze denken dat er baat bij heeft.”

Het probleem is volgens Goldman dan ook dat groepen vrijheid van godsdienst slechts claimen voor hun eigen doeleinden. Zo hebben Republikeinen rooms-katholieke nonnen gesteund die niet wilden meewerken aan abortus. Of kleine ondernemers die geen producten willen leveren voor wat zij beschouwen als het eren van het homohuwelijk. „Democraten hebben religieuze vrijheid in die zin niet gesteund. Aan de andere kant zijn Republikeinen en conservatieven niet altijd meewerkend geweest als het ging om de bouw van moskeeën. Die kon juist weer op de steun van de Democraten rekenen.”

Tirannieke groep

Ook de beeldvorming draagt bij aan verharding van het debat, aldus Goldman. „Ik denk dat de belangrijkste verandering is dat christenen –en dan vooral conservatieve christenen– zichzelf zijn gaan beschouwen als een minderheid die bescherming nodig heeft. Een bekende christelijke conservatieve groep van de jaren tachtig heette de ”Morele Meerderheid”, wat aangeeft wie ze dachten dat ze waren. Tegenwoordig zullen conservatieve christenen daar niet zo veel vertrouwen meer in hebben.”

Maar ook bij progressieven speelt beeldvorming een belangrijke rol. Goldman: „Zij geloven nog steeds dat er een grote en potentieel tirannieke groep conservatieve christenen op de loer ligt die wacht om de macht over te nemen en alle anderen te onderdrukken.”

Deze sterke verdeeldheid duidt Goldman als een „ontzettend slechte ontwikkeling”. Samen met zijn collega’s van het Loeb Institute probeert de wetenschapper door middel van educatieve programma’s het debat te depolariseren. „We doen wat we kunnen om te laten zien dat godsdienstvrijheid een grondrecht is. Religieuze vrijheid is niet alleen voor conservatieve christenen, en ook niet alleen voor niet-christelijke minderheden. Ze is voor iedereen, en ze kan en moet deel uitmaken van een succesvolle pluralistische samenleving.”

Robuust

19061681.JPG
David Hollenbach. beeld Georgetown University

Waar gaat deze strijd over godsdienstvrijheid en burgerrechten op uitlopen? Onderzoeker Hollenbach is bezorgd. „Het gevaar bestaat dat het verzet van conservatieve christenen tegen liberale waarden kan leiden tot een denkbeeld in de samenleving dat religie geen publieke rol mag spelen. Met het gevolg dat er beperkingen worden opgelegd aan de positie van de kerk en de rol van religie in de samenleving.”

Dat idee staat Hollenbach tegen. „Ik geloof dat de kerk een positieve invloed kan hebben. Er zijn onderwerpen waarover de kerken zich juist heel goed uitspreken in publieke discussies, bijvoorbeeld als het gaat om vluchtelingen.”

De rooms-katholieke Hollenbach –in zijn kantoor prijkt een crucifix aan de wand– zegt zelf het niet met alle standpunten van de conservatieve Amerikaanse bisschoppen eens te zijn. „Maar ik verdedig de vrijheid om ook die inzichten te kunnen hebben.”

Goldman ziet een inperking van het recht op godsdienstvrijheid nog niet op korte termijn plaatsvinden. „Tot nu toe hebben voorstanders hiervan in ieder geval niet de gerechtelijke of wetgevende steun om dat standpunt door te drukken.” Daarnaast is de wetgeving die vrijheid van godsdienst waarborgt vrij robuust, zegt hij. „Nog geen enkele staat heeft de bestaande wet op de godsdienstvrijheid ongedaan gemaakt, en de federale regering al helemaal niet. Dat zou kunnen gebeuren, maar het zou mij behoorlijk verrassen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer