Op tal van fronten staan Republikeinen en Democraten in de VS lijnrecht tegenover elkaar. Toch weten ze elkaar te vinden op een wel heel specifiek thema: wereldwijde godsdienstvrijheid.
Zelfs over de lunch zouden we het waarschijnlijk nog niet eens worden, grapte de Democraat Jim McGovern tegen zijn politieke tegenspeler, de Republikein Michael McCaul. Toch toonden beide vooraanstaande politici van het Huis van Afgevaardigden zich op de laatste dag van januari in Washington D.C. eensgezind op een jaarlijkse internationale conferentie over godsdienstvrijheid, de IRF Summit.
De grap van McGovern is er echter een met een serieuze ondertoon. Op tal van fronten staan de Republikeinen en de Democraten lijnrecht tegenover elkaar. Uit een analyse van onderzoeksbureau Pew Research Center van vorig jaar blijkt dat beide partijen ideologisch verder uiteenlopen dan ooit in de afgelopen vijftig jaar.
Des te opvallender is het dat rondom internationale godsdienstvrijheid beide partijen elkaar nog steeds weten te vinden. Tijdens de IRF Summit waren –naast tal van religieuze leiders, maatschappelijke organisaties en activisten– ook diverse politici van beide partijen aanwezig om te bespreken hoe wereldwijde geloofsvervolging kan worden tegengegaan.
Opmerkelijk
Dat McGovern en McCaul hierin overeenstemming vinden, is opmerkelijk te noemen. „Het zijn vreemde bedgenoten”, erkent Daniel Nadel met een glimlach in zijn kantoor op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij bekleedt de op een na hoogste functie binnen het Bureau voor Internationale Godsdienstvrijheid. „Ze hebben echt heel verschillende opvattingen over de Amerikaanse politiek en individuele rechten. Maar ze zijn beiden gedreven door dezelfde motivatie.”
Waarom kunnen beide partijen elkaar rond dit thema wel vinden? „Als het gaat om discriminatie en vervolging spreken wij Amerikanen met één mond”, zegt Nadel. „In deze kwestie proberen we ons verre te houden van binnenlandse polariserende debatten. We richten ons echt op slachtoffers en mogelijkheden om de zeer moeilijke situaties die we zien aan te pakken. Dat doen we met volledige steun van rechts en links in ons politieke bestel.”
„Tragisch genoeg wordt godsdienstvrijheid voor velen over de hele wereld steeds meer aangevallen”, zei McCaul tijdens de openingsbijeenkomst van de IRF-top. McGovern uitte zich in soortgelijke bewoordingen. De Democraat noemde verschillende geloofsgroepen die vervolgd worden, zoals Oeigoeren in China en Koptische christenen in Egypte. „De lijst is veel te lang.”
Taartenbakker
Het is de ernst van vervolging in het buitenland die beide partijen op dit punt bij elkaar brengt, zegt Knox Thames. Hij zet zich al twee decennia in voor religieuze minderheden en het bestrijden van vervolging. De Amerikaan diende onder de presidenten George W. Bush, Barack Obama en Donald Trump, onder meer als speciaal adviseur voor religieuze minderheden. Nu is hij als expert verbonden aan een denktank.
Thames erkent dat binnenslands wel sterke verdeeldheid heerst over godsdienstvrijheid. In de VS kunnen de gemoederen bijvoorbeeld flink verhit raken over de vraag of een christelijke taartenbakker mag weigeren gebak te maken om een geslachtstransitie te vieren. „Ik zeg niet dat zoiets onbelangrijk is, maar in het licht van de wereldwijde problemen is dat maar beperkt. Er is hier geen sprake van vervolging. Als het gaat over Pakistan, China of Myanmar, dan hebben we het over genocide, moord en marteling. Dat verenigt.”
Toejuichen
De inzet voor internationale godsdienstvrijheid heeft al enkele decennia breed draagvlak in de Amerikaanse politiek. Toen het Congres in 1998 de wet goedkeurde die het buitenlandse beleid ten aanzien van dit onderwerp voor een groot deel vormgeeft –de International Religious Freedom Act (IRFA)– kreeg deze overweldigende steun: in de Senaat was de stemverhouding 98-0 en in het Huis 375-41.
De partij-overstijgende steun bleek eind januari opnieuw. Toen diende de Republikeinse afgevaardigde Chris Smith een resolutie in om Nigeria toe te voegen aan de jaarlijkse zwarte lijst van het ministerie van Buitenlandse Zaken van landen die de vrijheid van godsdienst ernstig schenden of die inbreuken daarop toelaten. Dat is een stevige stap in het Amerikaanse beleid. Democraat Henry Cuellar was mede- indiener van het voorstel.
De resolutie stelt het aanhoudende geweld tegen christenen in het Afrikaanse land aan de kaak. „Vorig jaar alleen al werden 5014 christenen in Nigeria gedood”, zo luidt de tekst. Daarmee is het land verantwoordelijk voor bijna 90 procent van de christelijke slachtoffers wereldwijd en 90 procent van de ontvoeringen, aldus de indieners, die zich baseren op informatie van Open Doors.
Druk
Het is zulke partij-overstijgende samenwerking die Thames toejuicht. Hij roept in herinnering hoe Nancy Pelosi in 2021 –op dat moment als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden de op twee na machtigste persoon in de Amerikaanse politiek– samen met Republikeinen geloofsvervolging besprak op een conferentie. „Het was enorm bemoedigend om mensen van verschillende kampen samen te zien komen.”
Wel vond de ontmoeting plaats vlak voor de afzettingsprocedure van Trump. Sindsdien is er in politiek Amerika veel gebeurd. Ook de samenwerking rondom godsdienstvrijheid staat daardoor onder druk.
„We moeten onze inzet gescheiden zien te houden van de binnenlandse polarisatie”, waarschuwt Thames. Maar met de presidentsverkiezingen van 2024 in het vooruitzicht houdt hij zijn hart vast. „Ik vrees dat het debat zich verder zal verharden.”
Terwijl de inzet voor godsdienstvrijheid eigenlijk onpartijdig zou moeten zijn, vindt de expert. „Het is een van onze gedeelde waarden. Godsdienstvrijheid heeft in onze historie een grote plaats. Veel van de eerste kolonisten uit Europa waren op de vlucht voor vervolging en kwamen hierheen om in vrijheid te kunnen geloven.”
Als het thema toch meer en meer gepolitiseerd raakt, dan betekent dat het einde van effectieve Amerikaanse inspanningen voor godsdienstvrijheid, vreest Thames. „Het onderwerp zal als een voetbal heen en weer worden geschopt. De echte slachtoffers van de polarisatie hier zijn dan de vervolgde mensen in het buitenland.”