Nabestaanden onder nieuwe wet vaker akkoord met orgaandonatie
Nabestaanden geven vaker toestemming voor orgaandonatie onder de nieuwe donorwet. Dat blijkt uit cijfers over de uitkomst van gesprekken tussen arts en naaste.
In de afgelopen twee jaar was de familie in ongeveer 60 procent van de gevallen akkoord met donatie. In 2018 en 2019 lag dat percentage rond de 45 procent, zo blijkt uit een analyse van Trouw van cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS).
De nieuwe donorwet ging zo’n twee jaar geleden in. Bij iedere volwassene die niet zelf een keuze maakt en doorgeeft, staat nu in het register dat die ”geen bezwaar” heeft tegen orgaandonatie. Dat geldt momenteel voor bijna een kwart van de 18-plussers. Als dat in het register staat, gaan artsen in gesprek met nabestaanden.
Te moeilijk
„Vroeger stond bijna 60 procent niet in het donorregister”, zegt Farid Abdo, intensivist bij het Radboudumc in Nijmegen, tegen Trouw. „In al die gevallen moest je het gesprek zo voeren: „Uw dierbare staat niet geregistreerd, maar kán organen doneren. U moet de keuze maken.”” Volgens Abdo is dat voor veel familieleden een te moeilijke vraag op dat moment. „De helft weet niet wat hun dierbare wil.”
Bij de familie van overledenen uit de ”geen bezwaar”-groep voert Abdo dat gesprek nu anders. Hij zegt: „Er staat een toestemming in het donorregister, in de vorm van een ”geen bezwaar”. Hebben jullie het daar ooit over gehad?”
Dat verschil in aanpak sorteert effect. Ruim vier op de tien keer laten naasten de donatie van een overledene met een ”geen bezwaar”-registratie doorgaan. Als in het oude systeem een overledene niet in het donorregister stond, gaven naasten in drie op de tien gevallen toestemming.