Turkije en Syrië zijn getroffen door de „zwaarste aardbeving sinds 1939". Het dodental is inmiddels opgelopen tot meer dan 11.000. Veel mensen liggen nog onder het puin. Volg het nieuws in dit liveblog.
Advertentie
Zwolle voegt zich bij de actie van meerdere gemeenten om geld te doneren aan Giro555 voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. De gemeente laat weten dat 132.500 euro wordt overgemaakt. „Hiermee steunt het gemeentebestuur de hulp van de samenwerkende hulporganisaties.”
Ook Kampen geeft woensdagavond aan 1 euro per inwoner te doneren aan Giro555. Het gaat om een totaalbedrag van 55.000 euro. „De beelden die we dagelijks voorbij zien komen, laten niemand onberoerd. En ook in de gemeente Kampen wonen de nodige familieleden en bekenden van getroffenen in Turkije en Syrië”, zegt burgemeester Sander de Rouwe.
Meer gemeenten hebben aangegeven een bedrag over te maken dat ongeveer gelijk staat aan het aantal inwoners. Het gaat onder andere om Amsterdam, Rotterdam, Deventer, Terneuzen, Zeist, Almelo, Maassluis en Schiedam.
Twee Nederlandse mannen zijn in Turkije door de aardbevingen om het leven gekomen, heeft een familielid woensdag bevestigd. Het gaat om Yilmaz Köse en zijn vader Hamis Köse. De NOS meldt dat de 87-jarige Hamis en de 53-jarige Yilmaz uit Zutphen komen. Hun lichamen zijn dinsdag onder het puin van een appartementencomplex in Antakya in het zuiden van Turkije gevonden, zegt Esraa, de dochter van Yilmaz Köse.
Zij heeft haar vader voor het laatst zondagavond gesproken toen ze op het vliegveld van Düsseldorf in Duitsland was. De familie zou de verloving van Esraa’s zusje in Turkije gaan vieren. Daarna heeft ze niks meer van hem vernomen. Esraa zou voor de viering ook die kan opgaan maar haar vlucht werd in Istanboel geannuleerd door het slechte weer waardoor ze niet in Antakya was op het moment van de aardbevingen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan de dood van de twee mannen nog niet bevestigen. Een zegsman geeft wel aan dat ze op de lijst staan van vermiste Nederlanders. Het ministerie meldde eerder dat er zeven Nederlanders worden vermist in Turkije.
In Turkije is een 75-jarige vrouw 60 uur na de verwoestende aardbeving van maandag uit het puin bevrijd. Na zes uur graaf- en reddingswerk kon de vrouw uit een ingestort huis in de zwaar getroffen provincie Hatay worden gehaald, meldt de onlinekrant Gazete Duvar. De zoektocht naar haar man, die aan de ziekte van Alzheimer leed, werd gestaakt door een gebrek aan technische middelen.
In Turkije zijn meer dan 9000 mensen om het leven gekomen. Uit buurland Syrie zijn 2662 doden gemeld. In beide landen raakten meer dan 56.000 mensen gewond. Het reddingswerk is een race tegen de klok: de kritieke overlevingsgrens voor begraven mensen is meestal 72 uur, maar met temperaturen rond het vriespunt kan dat korter zijn.
internationale donorconferentie volgende maand in Brussel moet geld bijeenbrengen voor de slachtoffers van de catastrofale aardbevingen begin deze week in het Turks-Syrische grensgebied. Deelname staat open voor EU-lidstaten, buurlanden, VN-leden, internationale financiële instellingen en andere relevante belanghebbenden.
De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, en de premier van Zweden, Ulf Kristersson, kondigden het plan aan, afgestemd met de Turkse autoriteiten. De donorconferentie coördineert het aanbod van de internationale gemeenschap voor noodhulp en herstel van de getroffen gebieden.
In heel Nederland hangen Turkse en Nederlandse vlaggen halfstok vanwege de zware aardbeving daar. Net over de grens in Syrië zijn ook veel doden gevallen, maar daarvoor hangen vrijwel nergens Syrische vlaggen halfstok. Op verzoek van de vluchtelingen uit dat land, laten gemeenten weten.
Onder meer in Helmond hangt wel de Turkse, maar niet de Syrische vlag. „De Syrische gemeenschap heeft aangegeven dat die vlag voor hen te veel verbonden is met het wrede regime van Bashar al- Assad”, legt de Brabantse gemeente op Twitter uit. De gemeente Zandvoort meldt op haar site: „Op verzoek van de Syrische gemeenschap in de regio is de keuze gemaakt om niet de Syrische vlag te voeren.”
Tilburg heeft woensdag wel de regeringsvlag van Syrië gehesen op het stadhuis, naast die van Turkije. „We willen uiting geven aan ons medeleven met alle getroffenen. We richten ons op iedereen daar en hier die met onzekerheid en leed wordt geconfronteerd en voor ons heeft dat geen politieke lading”, aldus de woordvoerster van burgemeester Theo Weterings. Volgens de gemeente zijn er vooralsnog geen klachten gekomen vanuit de Syrische gemeenschap in de stad.
De gemeenten Haarlem en Gilze en Rijen laten weten dat ze voor de vlag van Turkije hebben gekozen omdat daar het epicentrum lag. Bij het gemeentehuis van Alphen aan den Rijn hangt de Nederlandse vlag halfstok. De zendmast in de plaats is verlicht in de kleuren van de Turkse en Syrische vlaggen: rood, wit, groen en zwart. Bijkomend voordeel: de vlaggen van de regering en de oppositie in Syrië hebben dezelfde kleuren, in een andere samenstelling.
De Islamitische Stichting Nederland (ISN) heeft inmiddels 2,3 miljoen euro opgehaald voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije, laat ISN woensdag weten. De koepelorganisatie die 148 moskeeën vertegenwoordigt, is maandag begonnen met de inzameling.
Naast geld zamelt ISN ook goederen in voor de slachtoffers. Doel is om de goederen binnen een week naar het getroffen gebied te kunnen sturen.
Op vrijdag zal er in alle moskeeën aandacht worden besteed aan de slachtoffers. Ook wordt er na het middaggebed geld ingezameld.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stuurt medici en hulpmiddelen naar de rampgebieden die getroffen zijn door de aardbevingen van maandag. Nu de schade aan een cruciale weg vanuit Turkije is hersteld, is het voor de hulpverleners ook eindelijk mogelijk om door te reizen naar Syrië, waar de internationale hulp maar moeizaam op gang komt.
De WHO stuurt drie vluchten met medische hulpmiddelen naar Turkije en een hoge delegatie om de hulpacties te coördineren. Voor de eerste noodhulp is 3 miljoen dollar (2,8 miljoen euro) vrijgemaakt. Alleen in Turkije zijn al meer dan 50.000 gewonden en daarnaast zijn er veel mensen die in hun basisbehoeften moeten worden voorzien, zoals onderdak en schoon drinkwater.
Door de versplinterde politieke situatie in Syrië is het leveren van noodhulp daar ingewikkeld. De afgelopen negen jaar hebben de Verenigde Naties slechts één grensovergang tussen Turkije en Syrië goedgekeurd voor internationale hulp. Die weg, bij Bab al-Hawa, was de afgelopen dagen gesloten door aardbevingsschade. Omdat de rest van de noodhulp in Syrië binnenkomt via Damascus, wat in regeringsgebied ligt, zijn vooral de gebieden die onder controle staan van de rebellen afhankelijk van de grensovergang bij Bab al-Hawa.
Volgens de WHO zijn de problemen daar nu verholpen en kan de noodhulp echt op gang komen. Ook stuurt de Wereldgezondheidsorganisatie twee vrachtvliegtuigen naar Damascus, waarvan de eerste waarschijnlijk donderdag landt.
De familie van drie Nederlanders die in de Turkse plaats Antakya verbleven laat aan de NOS weten dat twee van hen niet meer in leven zijn. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan de dood van de Nederlanders nog niet bevestigen, maar zegt wel dat zij tot de zeven vermiste landgenoten behoren.
Het gaat om de 87-jarige Hamis Köse en zijn 53-jarige zoon Yilmaz Köse. Een andere zoon, de 49-jarige Sal Köse, ligt waarschijnlijk nog levend onder het puin van een appartementencomplex. Het drietal was in Turkije op zakenreis en familiebezoek, schrijft De Gelderlander.
De familie uit Zutphen roept op sociale media het Nederlandse USAR-reddingsteam en andere hulpverleners op om Sal zo snel mogelijk te redden. Zijn Nederlandse vrouw en twee kinderen zijn onderweg naar Turkije.
Een Nederlandse man uit Deventer is in Turkije door de aardbevingen om het leven gekomen. Dat heeft de Deventer Centrum Moskee woensdag bevestigd na berichtgeving van RTV Oost. Het is niet bekend hoe en wanneer de 26-jarige Furkan Kazci in Turkije om het leven is gekomen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan het bericht nog niet bevestigen. Eerder meldde het ministerie dat na de aardbevingen zeven Nederlanders worden vermist in Turkije.
Advertentie
Ook woensdag vinden er in de grensregio van Turkije en Syrië naschokken plaats. Het Amerikaans seismologisch instituut USGS noteerde er sinds middernacht Turkse tijd acht met een kracht van 4.5 of zwaarder.
De zwaarste naschok die woensdag werd gemeten bereikte een kracht van 5.4. Naschokken van dit kaliber zijn ten opzichte van de verwoestende aardbevingen die maandag plaatsvonden licht, maar kunnen verdere schade aanrichten.
Maandag vroeg werd de regio opgeschrikt door een aardbeving met een kracht van 7.8, die maandagmiddag rond 13.30 uur lokale tijd werd gevolgd door een zeer krachtige naschok van 7.5.
Het USGS registreerde sinds de eerste aardbeving al bijna honderd naschokken met een kracht van 4.5 of zwaarder. Naast de wat zwaardere naschokken vinden er ook talloze lichtere naschokken plaats. De Turkse rampendienst AFAD spreekt in zijn laatste update van bijna 650 naschokken.
In de massale internationale hulpverlening die op gang is gekomen na de aardbeving in Turkije en Syrië, wordt het Syrische Idlib snel over het hoofd gezien. Slachtoffers zijn aangewezen op lokale hulp.
Hulpverleners van het Rode Kruis hebben in Syrië moeite om hulpmiddelen op de juiste plek te krijgen vanwege brandstoftekort. Volgens de organisatie duurt het lang om goederen te vervoeren, terwijl er geen tijd te verliezen is.
„We zijn al twee dagen verder, het wordt steeds moeilijker om mensen levend onder het puin vandaan te halen”, zegt een woordvoerder van het Nederlandse Rode Kruis. In de regio in het noorden van het land, die maandag getroffen is door twee zware aardbevingen, is het momenteel ook erg koud. Een aantal wegen is door de aardbevingen onbegaanbaar geworden. „Groot materieel vervoeren is daardoor lastig, maar het is wel hard nodig voor de reddingsacties daar. Die komen nu zeer moeizaam op gang.”
De Syrische Rode Halve Maan, onderdeel van het internationale Rode Kruis, beschikt in de getroffen gebieden over onder meer voedsel en dekens, maar groot materieel zoals graafmachines, is schaars. „Nu wordt er veelal gewerkt met blote handen.”
Het hoofd van de Syrische Rode Halve Maan vroeg dinsdag de Europese Unie om de strafmaatregelen tegen het Syrische regime op te heffen, omdat die de hulp aan Syrië bemoeilijken. Het noorden van Syrië is nog altijd oorlogsgebied. Sinds de Syrische president al-Assad in 2011 burgerprotesten hardhandig heeft neergeslagen, gelden er verregaande westerse sancties tegen zijn regime.
Volgens de Nederlandse tak is er „met regelmaat” contact tussen het internationale Rode Kruis en de autoriteiten over de effecten van specifieke sancties op de hulpverlening. „Ons belang hierbij is dat humanitaire hulp doorgang kan vinden”, aldus de woordvoerder.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft op bezoek in de zwaar getroffen stad Kahramanmaras een toespraak gehouden en gezegd dat alle verwoeste woningen in een jaar worden vervangen. Hij zei dat inmiddels is vastgesteld dat minstens 6444 panden zijn ingestort in de tien provincies die zijn getroffen, berichtte persbureau Anadolu. Volgens de Turkse autoriteiten hebben de aardbevingen een gebied van 1000 vierkante kilometer zeer zwaar getroffen. Er wonen in het gebied 13,5 miljoen mensen. Er wordt met satellietbeelden geprobeerd een beeld van de toestand in het aardbevingsgebied te krijgen.
De eerste beelden van Kahramanmaras, ook wel Maras genoemd, tonen vanuit de lucht grote schade vooral in het centrum. Leden van de gemeenteraad hebben volgens Turkse media gezegd dat 95 procent van de gebouwen is beschadigd of verwoest. Erdogan beloofde daklozen onder te brengen in hotels in onder meer de badplaatsen Antalya, Alanya en Mersin. Hij beloofde ook maandelijkse financiële steun aan de slachtoffers.
Door de schade aan de infrastructuur zoals wegen en tunnels zijn de stad en de streek moeilijk te bereiken voor hulpverleners. Bij het ruimen van het puin vrezen velen ook dat overlevenden onder het puin snel door de kou kunnen bezwijken. Er zouden al bijna 50.000 gewonden zijn geteld. De gezondheidsminister zei dat in de getroffen provincies 77 veldhospitalen zijn opgezet.
Nederland moet „per direct steun hervatten” aan de Witte Helmen, een hulporganisatie actief in Noord-Syrië. Daartoe roept vredesorganisatie PAX op, die „onmiddellijke en onvoorwaardelijke toegang voor hulp” aan de regio wil. Volgens de organisatie telt ieder uur na de bevingen in Turkije en Syrië en kunnen er nu nog mensen levend onder het puin vandaan worden gehaald. Ook wil PAX een luchtbrug om goederen en mensen te sturen die kunnen helpen.
Tot op heden werd hulp gecoördineerd vanuit de door de bevingen zwaar getroffen Turkse steden Gaziantep en Antakya, die vlak bij het epicentrum liggen, schrijft PAX. „Die communicatielijnen, infrastructuur en organisaties functioneren niet meer. Daarom is directe hulp aan en samenwerking met lokale organisaties als de Witte Helmen noodzakelijk.”
Volgens PAX zette Nederland eerder de financiële hulp aan de Witte Helmen stop. „Nu blijkt des te meer dat deze organisatie westerse steun hard nodig heeft, omdat zij toegang heeft tot de getroffen gebieden, zij het met zeer beperkte middelen en mankracht.”
PAX, naar eigen zeggen de grootste vredesorganisatie van Nederland, werkt al jaren samen met andere lokale hulporganisaties in Syrië. De organisatie noemt de aardbeving „een ramp” voor Syriërs. „Al 12 jaar leven zij onder erbarmelijke omstandigheden in een land dat geteisterd is door een gruwelijke oorlog. Alleen al in de provincie Idlib in het noordwesten van Syrië leven 4 miljoen mensen, waarvan meer dan de helft ontheemd is, verdreven uit regime-gebieden. Zij leven in tenten en slechte behuizing, hebben nauwelijks toegang tot voedsel, water en hygiëne.”
Het kabinet draagt 10 miljoen euro bij aan noodhulp voor aardbevingsslachtoffers in Syrië. Dat heeft minister Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) bekendgemaakt. De hulpverlening in Syrië is volgens haar ingewikkeld doordat hulpverleners zelf ook getroffen zijn en er geen diplomatieke banden met het land meer zijn. Het land heeft wel om hulp gevraagd.
„We zien allemaal de indringende beelden op televisie en ook het dodental dat met het uur oploopt”, zegt minister Schreinemacher. „Turkije krijgt van alle kanten hulp, maar we mogen Syrië echt niet vergeten.” Ze zegt aan te sluiten bij de verzoeken zoals die van hulporganisaties komen, en ook open te staan om de steun later nog uit te breiden. Inmiddels staat het dodental in totaal op 11.000, waarvan 2530 meldingen in Syrië. Naar verwachting loopt het dodental nog verder op.
Het geld gaat goeddeels naar fondsen van de Verenigde Naties waarmee tenten, dekens, voedsel en water verstrekt worden, meldt het ministerie. De overige 3 miljoen euro gaat naar Nederlandse hulporganisaties, verenigd in de Dutch Relief Alliance. Het geld komt bovenop het geld dat is uitgegeven aan het Nederlandse zoek- en reddingsteam Urban Search and Rescue (USAR). Dat team is in Turkije aan het werk, grotendeels ook op kosten van BHOS.
Een Nederlander die eerder bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als vermist was opgegeven in Turkije heeft het contact met familie weten te herstellen. Daardoor is aantal opgegeven vermiste Nederlanders na de aardbevingen nu zeven.
Het ministerie laat weten nog niet veel informatie te hebben over de Nederlander die contact met zijn familie heeft gehad. Maar het ministerie staat paraat om consulaire bijstand te verlenen als dat nodig is.
Dinsdag meldde het ministerie van Buitenlandse Zaken nog dat er acht vermisten zijn in het aardbevingsgebied in Turkije. Er is nog geen bevestiging van de Turkse autoriteiten van Nederlandse doden of gewonden. Door het natuurgeweld zijn in Turkije en Syrië duizenden mensen om het leven gekomen. De vrees bestaat dat nog veel mensen onder het puin liggen.
Syrië heeft de Europese Unie gevraagd om hulp na de verwoestende aardbeving. De Europese Commissie vraagt de EU-landen dat verzoek in te willigen en onder meer Nederland staat daarvoor open.
Syrië vroeg woensdagochtend om de hulp van de Europese rampenbestrijding, het zogeheten rescEU. Het noorden van het land is net als het zuidoosten van Turkije zwaar getroffen door de aardbeving van afgelopen weekend. Er is vooral hulp nodig bij het redden en bergen van mensen onder het puin en medische en voedselhulp, zegt verantwoordelijk Eurocommissaris Janez Lenarcic.
Elk land ter wereld kan de hulp van rescEU inschakelen en Turkije deed dat ook vrijwel onmiddellijk. Maar het regime in Damascus, waarmee de EU een uiterst gespannen verstandhouding heeft, deed dat woensdag pas.
Nederland wil volgens defensieminister Kajsa Ollongren ook Syrië graag helpen, maar ze wees woensdagochtend wel op grote obstakels. Het noorden van Syrië is nog altijd oorlogsgebied en er gelden internationale sancties tegen het land.
Die strafmaatregelen zijn echter niet tegen burgers gericht, onderstreept Lenarcic.
In Turkije en Syrië zijn zeker 11.000 mensen omgekomen door de zware aardbevingen van maandag. Volgens de jongste cijfers zijn in Turkije minstens 8574 doden gevallen en in Syrië 2530. Het aantal slachtoffers loopt naar verwachting nog op.
In Turkije zijn volgens de officiële cijfers meer dan 49.000 mensen gewond geraakt, zo heeft president Recep Tayyip Erdogan bekendgemaakt. Ook maakte hij melding van bijna 6500 kapotte gebouwen. De president riep daarnaast op tot eenheid in het land.
Volgens Erdogan hoeven burgers zich geen zorgen te maken, omdat de regering het niet zal toestaan dat zij geen dak boven hun hoofd hebben. Er worden volgens hem hotels geregeld in de badplaatsen Antalya, Alanya en Mersin. In het land klinkt echter kritiek op het regeringsbeleid, omdat mensen al twee dagen de nacht buiten hebben doorgebracht en niet overal hulp zou zijn gearriveerd.
In zowel Turkije als Syrië wordt nog gezocht naar slachtoffers van de bevingen. Het reddingswerk wordt bemoeilijkt door het winterse weer. Landen sturen hulp naar vooral Turkije. De situatie in Syrië, waar bijna 5000 gewonden zijn geteld, wordt bemoeilijkt door de burgeroorlog die er al twaalf jaar woedt en door westerse sancties tegen dat land.
Het gaat goed met het pasgeboren Syrische meisje dat maandag werd gevonden onder het puin van een ingestort gebouw. Haar arts vertelt dat de baby herstellende is. „Ze is stabiel maar heeft een aantal gebroken ribben en dit zal met de tijd genezen.”
Het meisje, dat in het ziekenhuis de naam Aya heeft gekregen, is van haar gezin de enige die de aardbevingen heeft overleefd. Het huis van de familie in de door rebellen gecontroleerde plaats Jindires, gelegen in de provincie Aleppo, stortte door een van de bevingen in. Haar ouders waren eerder gevlucht uit het oosten van Syrië.
Toen de baby door andere familieleden werd gevonden, zat ze nog met de navelstreng vast aan haar moeder. Het onderkoelde kindje werd door een van haar buren in „zeer slechte conditie” naar het ziekenhuis gebracht. „Als ze niet op tijd was gevonden, was ze binnen een uur overleden”, aldus de arts.
Reddingswerkers zoeken in Syrië nog altijd naar slachtoffers van de aardbevingen. Syrië heeft net als Turkije hulp vanuit het buitenland ontvangen, maar wel in beperkte mate. De hulpverlening verloopt er moeizamer door de sancties tegen het Syrische regime, de overheid die bepaalt wat naar het door rebellen bezette noorden gaat, een gebrek aan infrastructuur en de winterse weersomstandigheden.
Het Israëlische leger nog eens 230 hulpverleners naar het rampgebied in Zuid-Oost-Turkije. Er wordt een compleet veldhospitaal opgezet. Dat meldt The Times of Israel.
Burgemeester, raadsleden, leden van de Ichtuskerk, de politie: allemaal komen ze dinsdag naar de Centrum Moskee in Deventer om hun steun te betuigen aan de Turkse gemeenschap. „We zijn verdrietig met jullie.”
De Turkse aandelenbeurs in Istanbul heeft woensdag de handel opgeschort na de aanhoudende koersval die volgde op de verwoestende en dodelijke aardbevingen in het land. Het is voor het eerst in 24 jaar dat de Turkse aandelenhandel werd stilgelegd.
„We hebben besloten om de handel in aandelen, futures en optiemarkten stop te zetten”, zei Borsa Istanbul in een verklaring. Er werd niet gezegd wanneer de handel zou worden hervat. De handelsonderbreking volgde op een koersdaling van de BIST 100-index, de hoofdgraadmeter van Istanbul, van dik 7 procent. Dinsdag zakte de index al 8,6 procent en maandag sloot de beurs 1,4 procent lager. De Turkse beurs koerst daarmee af op het grootste weekverlies sinds de financiële crisis van 2008.
De handelsonderbreking roept herinneringen op aan 1999, toen het land ook werd getroffen door een krachtige aardbeving. Het epicentrum van die aardbeving lag tussen de steden Izmit en Bursa, ongeveer honderd kilometer ten oosten van Istanbul. De handel in Turkse aandelen werd toen een week stilgelegd.
Het besluit om de beurs niet meteen te sluiten na de zware aardbeving in de nacht van zondag op maandag, zorgde ook voor veel kritiek. Volgens de Turkse econoom Cem Seymen hadden de beurzen meteen hun deuren moeten sluiten.
Een cartoon van het Franse satirische blad Charlie Hebdo heeft tot veel woede geleid in Turkije. Op de tekening is de ravage van de zware aardbevingen afgebeeld met daarbij de tekst: „Het is niet eens nodig tanks te sturen!”
Charlie Hebdo deelde de cartoon dinsdag op sociale media als tekening van de dag en kreeg daarna vele negatieve reacties. Critici zeggen dat dit niets met humor of vrijheid van meningsuiting te maken heeft en alleen de spot drijft met de duizenden slachtoffers van de ramp. Ook buiten Turkije reageren mensen woedend op de tekening. Nederlanders op sociale media noemen de cartoon onder meer „walgelijk” en „smakeloos”.
De populairste reactie onder het bericht verwijst naar de aanslag op het kantoor van Charlie Hebdo in 2015: „Zelfs de Turken waren toen ‘Charlie Hebdo’ om de pijn te delen en vandaag durf je de spot te drijven met het lijden van een heel volk. Je moet echt lef hebben om dat te doen terwijl er nog baby’s onder het puin op hulp wachten.”
Door de aardbevingen zijn in Turkije en Syrië zeker 9600 doden gevallen. Er zijn tienduizenden gewonden en de verwachting is dat het dodental nog verder op zal lopen.
Het is een goede zaak dat kerken en christelijke organisaties meteen na de verwoestende aardbeving in actie kwamen, aldus de RD-commentator. Een voordeel is dat een aantal christelijke organisaties, verenigd in het Christelijk Noodhulpcluster, al in de getroffen gebieden werkt. Zo helpen ze in Syrië, met behulp van lokale kerken en partners, mensen in nood met medicijnen, dekens en andere levensbehoeften.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan bezoekt woensdag de zwaar door de aardbevingen getroffen provincies in het zuidoosten van het land. Hij gaat eerst naar het centrum van de voor het grootste deel verwoeste stad Kahramanmaras, die ook Maras wordt genoemd. De stad ligt op circa 500 meter hoogte, vlak bij het epicentrum van de grootste aardbeving van maandag. Dan gaat de president naar de 30 kilometer oostelijker gelegen plaats Pazarcik waar het epicentrum was. Later op de dag gaat hij naar de 170 kilometer zuidelijker gelegen stad en provincie Hatay waar ook veel schade en slachtoffers zijn door de aardbevingen.
Volgens Turkse media hebben gemeenteraadsleden van Maras gezegd dat 95 procent van de panden in de stad is verwoest of beschadigd. Door de schade aan de infrastructuur zoals wegen en tunnels zijn de stad en de streek moeilijk te bereiken voor hulpverleners. Bij het ruimen van het puin vrezen velen ook dat overlevenden onder het puin snel door de kou kunnen bezwijken. Het is op het middaguur slechts 3 graden.
Mensen die in het getroffen gebied in Turkije en Syrië dakloos zijn geworden door de aardbeving zijn overgeleverd aan de aanhoudende kou. Hoewel het droger wordt in de regio hebben de slachtoffers gedurende de rest van de week te maken met nachtvorst.
Over het zuiden van Turkije en het noorden van Syrië trok maandag een storm die zorgde voor aanhoudende regen. Daardoor worden de reddings- en herstelwerkzaamheden bemoeilijkt. In hoger gelegen gebieden, zoals in de bergen ten noorden van Gaziantep en Diyarbakir, sneeuwt het. Volgens Weeronline kan daar tot woensdagmiddag regionaal tot wel een meter sneeuw vallen. Ook in Gaziantep kan het (nat) sneeuwen.
Vanaf donderdag wordt in de getroffen regio droger weer voorspeld, waarbij de zon zich elke dag wel laat zien. Wel blijft het koud, vooral ’s nachts. Zo is er in Diyarbakır dagelijks sprake van enkele graden nachtvorst, tot - 5 graden. Overdag wordt het maximaal 6 graden. Ook in Gaziantep blijft het ’s nachts vriezen, daar loopt de temperatuur overdag geleidelijk wel op. Woensdag is het er nog 4 graden, maar zondag overdag kan het zo’n 8 graden worden.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meldde op Twitter dat de recente hevige sneeuwval en regenval de situatie nog erger maakt voor mensen die buiten op hulp wachten. Het weer hindert ook de vrachtwagens die voorraden aanvoeren.
Inwoners van het aardbevingsgebied in Turkije klagen dat hulp te lang op zich laat wachten. Op sommige plekken is twee dagen na de aardbevingen nog geen reddingsteam gezien, melden getuigen.
Onder andere uit de zwaar getroffen steden Gaziantep, Kahramanmaras, Antakya en Adiyaman komen geluiden over gebrekkige hulpverlening. Mensen wier woning nog overeind staat durven die niet meer in omdat instortingsgevaar dreigt, maar het ontbreekt aan opvang vanuit de overheid. In Antakya zeggen sommige mensen dat ze voor de tweede nacht op rij op straat of in hun auto hebben moeten slapen.
Familieleden en andere vrijwilligers willen graag zelf op zoek naar overlevenden, maar naar verluidt weigeren de Turkse autoriteiten op sommige plekken vrijwilligers de toegang tot het rampgebied.
Leider Kemal Kilicdaroglu van oppositiepartij CHP zegt op Twitter dat Turkije slecht was voorbereid op de ramp, en geeft president Recep Tayyip Erdogan persoonlijk de schuld. Hij beschuldigt de regering van corruptie en het verkwanselen van belastinggeld dat bedoeld zou zijn voor de voorbereiding op onder andere aardbevingen.
Volgens de Turkse rampendienst AFAD zijn meer dan 79.000 hulpverleners actief in de getroffen provincies. De baas van het Turkse Rode Kruis, Kerem Kinik, heeft in een televisie-interview gezegd dat er „geen plek is waar onze reddingswerkers niet bij kunnen”.
De barre weersomstandigheden in het getroffen gebied, met temperaturen onder het vriespunt en sneeuw, maken de zoektocht naar overlevenden moeizamer. Er worden echter nog altijd mensen levend onder het puin vandaan gehaald, onder wie kinderen.
Defensieminister Kajsa Ollongren „zou het toejuichen” als ook noodhulp kan worden gestuurd naar Syrië, dat net als Turkije zwaar is getroffen door een zware aardbeving eerder deze week. De bewindsvrouw hoopt dat daar in VN-verband afspraken over kunnen worden gemaakt, zegt zij in Goedemorgen Nederland.
Nederlandse militairen helpen in met het zoeken naar overlevenden. Maar in Syrië is dat „heel lastig, vanwege de veiligheidssituatie en de niet bestaande contacten met het regime”, aldus Ollongren. Daarnaast gelden internationale sancties tegen Syrië. Maar: „humanitaire hulp gaat boven alles”, vindt de minister.
Ook de gemeente Zeist doneert een ‘steunbedrag’ van 1 euro per inwoner voor de hulpverlening in Turkije en Syrië, meldt de gemeente woensdag. Op dinsdag meldden Amsterdam, Rotterdam en de gemeenten Almelo (Overijssel) en Maassluis (Zuid-Holland) al dit te doen. In de nacht van zondag op maandag werden Turkije en Syrië getroffen door zware aardbevingen.
Het geld wordt namens de 66.563 inwoners van de gemeente Zeist overgemaakt op Giro555 van Stichting Samenwerkende Hulporganisaties. Woensdag hangt de vlag op het gemeentehuis halfstok en dat blijft zo tijdens de zeven dagen van nationale rouw die Turkije heeft afgekondigd. De gemeente betuigt „steun aan alle families, vrienden en betrokkenen van de slachtoffers.”
„Het is een onvoorstelbare ramp die zich in Turkije en Syrië voltrekt”, aldus burgemeester Koos Janssen. „Ons medeleven gaat uit naar de bevolking daar en naar onze inwoners van Turkse en Syrische afkomst. In ons contact met hen ervaren we dat mensen nog in onzekerheid zijn over hun dierbaren of verdrietig nieuws hebben ontvangen. Zij zijn in onze gedachten.”
De donatie van Amsterdam en Rotterdam komt in totaal neer op een bedrag van ruim 1,5 miljoen euro. Die van Almelo en Maassluis respectievelijk 73.000 euro en ruim 35.000 euro.
Het dodental in het door aardbevingen getroffen Turkije en Syrië is opgelopen tot boven de 8400. Van de meldingen komen er 6234 uit Turkije en 2530 uit Syrië. Door de bevingen van maandag zijn ook tienduizenden gewonden gevallen.
Het aantal gewonden in Turkije ligt op meer dan 37.000, aldus de Turkse rampendienst. In Syrië zijn 1250 mensen om het leven gekomen in gebieden die onder controle van de regering staan. Ook zijn daar meer dan 2000 gewonden geregistreerd.
De hulporganisatie Witte Helmen is actief in de door rebellen bezette gebieden in het noordwesten van Syrië en maakt melding van 1280 doden en meer dan 2600 gewonden. Volgens de organisatie zitten twee dagen na de eerste beving nog honderden families onder het puin van ingestorte gebouwen en zal het aantal slachtoffers nog „aanzienlijk stijgen”.
Als een mokerslag komt het nieuws van de aardbevingen in Zuid-Turkije en Syrië aan in de Turkse gemeenschap in Deventer. Vanuit de stad komt al snel hulp op gang. „We gaan door zolang het nodig is.”
Na de verwoestende aardbeving in het zuidoosten van Turkije zijn volgens de Turkse minister van Buitenlandse Zaken inmiddels reddingswerkers uit 36 landen aan het werk.
Voor dakloze gedupeerden zijn 50.000 bedden geregeld. Daarnaast heeft het ministerie van Defensie alle militaire bases in het getroffen gebied geopend om slachtoffers te herbergen.
Inmiddels zijn zes mensen in het rampgebied in Turkije levend onder het puin vandaan gehaald door het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR, meldt het reddingsteam woensdagochtend. Elke van de vier reddingsgroepen van USAR (Alpha, Bravo, Charlie en Delta) heeft minstens één persoon gered, aldus een woordvoerder van het team, dat het basiskamp heeft opgezet vlakbij de stad Hatay.
„In de loop van de nacht hebben de reddingsploegen elkaar afgelost. Er is de hele nacht doorgezocht en ook nu zijn we in het gebied aan het werk”, aldus de zegsman, die zegt dat zijn team op straat veel waardering krijgt van de lokale bevolking. Volgens hem ervaren ze „veel steun en troost”. Op social media en op de eigen website heeft USAR beelden getoond van reddingsacties, waarop onder meer te zien is dat een vrouw ondersteund door twee reddingswerkers uit een ingestort pand wordt gehaald.
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar het Turkse Adana en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden. De vier reddingsgroepen werken 24 uur per dag, zeven dagen in de week in wisselende diensten. Als twee reddingsgroepen erop uit zijn, kunnen de andere twee rusten en eten, legt de woordvoerder uit. De honden zijn getraind om signalen op te pikken van levende mensen. In de regio Hatay zitten meerdere reddingsteams uit verschillende landen.
Het aantal doden in Turkije en Syrië door de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot 8164. In Turkije zijn dinsdag 5894 doden geteld, melden de autoriteiten. In buurland Syrië zijn volgens het ministerie van Gezondheid en hulpverleners zeker 2270 mensen omgekomen, van wie ruim 1220 in de door rebellen gecontroleerde gebieden aan de grens met Turkije.
In Turkije raakten meer dan 34.810 mensen gewond, in Syrië minstens 3700.
Naar verwachting neemt het aantal slachtoffers in de komende uren verder toe. De reddingswerkzaamheden gaan de hele nacht door. Mede door het winterweer met temperaturen onder het vriespunt en sneeuw is het redden van overlevenden een race tegen de klok. Er worden echter nog altijd mensen levend onder het puin vandaan gehaald, onder wie kinderen.
Christelijke organisaties, verenigd in het Christelijk Noodhulpcluster, zijn een gezamenlijke noodhulpactie gestart voor de slachtoffers van de aardbevingen in het grensgebied van Syrië en Turkije. Het gaat om Dorcas, EO Metterdaad, Tearfund, Red een Kind, Woord en Daad en ZOA. Ze werken al jaren in Syrië en zeggen direct met verlening van noodhulp te zijn begonnen.
Door de aardbevingen van maandag zijn duizenden mensen gedood en velen gewond geraakt. Heel veel woningen zijn beschadigd en volgens de christelijke clubs is er behalve aan opvang dringend behoefte aan alle soorten noodhulp: voedsel, medicatie, schoon drinkwater, dekens en beschutting tegen het winterse weer.
Vooral in Syrië, een land dat al jarenlang in crisis verkeert, is de impact van de aardbevingen groot. Door deze ramp is de situatie van miljoenen ontheemde mensen nog nijpender geworden, zegt ZOA-landendirecteur Marjanne van Vliet in Syrië: „De mensen hier hadden al heel hard hulp nodig. De huidige aardbevingen geven een extra, dramatische dimensie aan de situatie. En het is ook nog eens bitterkoud.”
„Het is veel erger dan we eerst dachten”, aldus Najla Chahda, Dorcas-landendirecteur in Syrië. „Mensen blijven buiten op de straat, in de kou. Ze zijn bang voor nieuwe aardbevingen, durven niet bij opvanglocaties naar binnen te gaan. In Aleppo wonen ook veel ouderen, die niet zelf weg kunnen komen uit hun huizen. Hulp is zeer dringend nodig.”
Meer informatie over de actie is te vinden op christelijknoodhulpcluster.nl.
De redactie begint een nieuw liveblog. Bekijk hier het vorige.
Advertentie