Kerkelijke steun bij armoede: „Sommigen al vijftien jaar op de vlucht voor schuldeisers”
Maaltijden, taallessen en administratieve ondersteuning. In de Haagse wijken Bouwlust en Vrederust, waar armoede veel voorkomt, bieden onder meer kerken en christelijke organisaties bewoners op uiteenlopende manieren een steuntje in de rug.
In de hal van de Haagse flat Sterrenhoek hangt maandagmiddag de geur van harirasoep. Wie de ruimte binnenloopt, krijgt het gerecht van Marokkaanse oorsprong meteen aangeboden door een vriendelijke gastvrouw. In het pand vonden diverse organisaties onderdak, waaronder een buurtkamer en Stichting Leven in Zuidwest.
Martin Schep is een van de twee betaalde krachten –samen één fte– van laatstgenoemde organisatie, die met vijftig vrijwilligers werkt. Hij geeft een groep deelnemers aan een interkerkelijke armoedeconferentie een indruk van de wijken Bouwlust en Vrederust, en de activiteiten die hier plaatshebben voor kwetsbare bewoners.
Leven in Zuidwest ontstond tien jaar geleden als missionair-diaconaal initiatief van de vrijgemaakte gereformeerde, Nederlands gereformeerde en christelijke gereformeerde kerken in Den Haag. Schep: „Een van de kerken ging dicht. De kerkenraden hadden de visie dat er ergens anders in de stad een deur open moest gaan.”
Bewoners zijn wekelijks welkom bij Leven in Zuidwest tijdens onder meer een inloopochtend en bij een maaltijd, terwijl er ook een kinderclub wordt gehouden. Eens per maand is er op zondag een samenkomst en „met zo’n twintig bezoekers uit de wijk vieren we de christelijke feesten”. Een jaar geleden ontstond er naast de missionair-diaconale tak een specifiek maatschappelijk poot van Leven in Zuidwest, vertelt Schep.
Buurt-en-kerkhuis
De wandeling is begonnen bij het buurt-en-kerkhuis Shalom, in dezelfde wijk. Het is een van de locaties van Stek (Stichting voor stad en kerk). In de bijbehorende Shalomkerk, waar een protestantse gemeente samenkomt, is maandagochtend het driejaarlijkse armoedeonderzoek van een groot aantal kerken en diaconale organisaties gepresenteerd. Het geeft een beeld van hun inzet op het terrein van armoede.
Die inzet is groot. Zo berekenden de onderzoekers dat betaalde en onbetaalde krachten in 2021 landelijk gezien naar schatting ruim 2,3 miljoen uren hebben besteed aan het ondersteunen van mensen in armoede. Daarnaast werd ruim 40 miljoen euro uitgegeven aan bestrijding van armoede. Steeds meer zijn kerken present in wijken en buurten, onder meer met pioniersplekken.
Het rapport werd aangeboden aan minister Carola Schouten (Armoedebeleid). Vanuit de kerken reageerden onder anderen bisschop dr. Gerard de Korte en dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). „De kwaliteit van een samenleving is af te meten aan de compassie en inzet voor mensen in armoede, voor mensen in de knel”, zei dr. Reuver, die erop wees dat gerechtigheid en barmhartigheid „niet zonder elkaar kunnen”.
De inzet van vrijwilligers in Shalom vormt, samen met andere initiatieven in de wijk, een levende illustratie bij het meer dan honderd pagina’s tellende rapport. Fuusje de Graaf (71), een van de deelnemers aan de buurtwandeling, is sinds een halfjaar vrijwilliger in het buurt-en-kerkhuis. Ze geeft Nederlandse les aan vrouwen uit landen zoals Syrië, Egypte en Sierra Leone. Sommigen volgden in hun eigen land een hogere opleiding die ze „vanwege oorlog of huwelijk” niet hebben afgemaakt.
De Graaf, die in het verleden onder meer in Arabische landen en in Bangladesh heeft gewerkt, geniet van het vrijwilligerswerk. „Iedereen zit in z’n eigen bubbel, maar ik kom ook graag in andere bubbels. Ik ben nieuwsgierig.”
Complexe situaties
De Haagse wijken Bouwlust en Vrederust ontstonden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. De achterliggende decennia veranderde het karakter van dit deel van de hofstad. Het telt zo’n 30.000 bewoners die voor een groot deel in portiekflats wonen. Op diverse plaatsen wordt gebouwd. Schep wijst naar een voormalig parkeerterrein waar woningen verrijzen. Elders worden rijtjeshuizen gesloopt om plaats te maken voor hoogbouw.
In de twee wijken streken mensen uit alle werelddelen neer: 55 procent is niet-westers allochtoon, 10 procent westers allochtoon en 35 procent autochtoon. Cijfers wijzen uit dat in sommige straten 80 procent van de huishoudens een betalingsachterstand heeft.
Schep komt dagelijks mensen met schulden tegen. Hij werkt niet alleen 20 uur voor Leven in Zuidwest, maar is ook voor 20 uur coördinator van SchuldHulpMaatje in de wijk. Een team van acht vrijwilligers helpt momenteel 45 wijkbewoners op het gebied van schulden. „We komen veel complexe situaties tegen. Er zijn veel mensen die het moeilijk hebben.”
Schep kijkt niet alleen naar hun problemen, maar doet ook een beroep op hun mogelijkheden. „Sommigen schenken bij Leven in Zuidwest koffie of koken er eten. Wij mogen iets voor hen betekenen, zij mogen iets voor ons betekenen.”
Spelletjesweek
Wie weinig geld heeft, kan bij de stichting kleding kopen, voor 50 cent of een euro per stuk. „We houden niet van zomaar iets uitdelen. Als mensen met financiële problemen bij ons komen, vragen we ons af: hoe zijn die ontstaan en hoe kunnen we hen verder helpen? We komen mensen tegen die al vijftien jaar op de vlucht zijn voor schuldeisers die naar hen op zoek zijn. Vaak vinden we samen dan de oplossing.”
Schep ontmoet mensen uit veel culturen. „Sommigen zijn sterk gericht op het ondersteunen van familie in hun thuisland, terwijl ze zelf soms bijna geen eten hebben. Dat vind ik leerzaam.”
Midden in de wijk bevindt zicht een groot grasveld. „Hier houden we elk jaar in de zomervakantie een spelletjesweek voor de kinderen, met een springkussen en zo”, zegt Schep. Geregeld is hij ook te vinden in wijkgebouw Bouwlust, aan de rand van de grasstrook, waarin het maatschappelijk werk –„Daar werk ik veel mee samen”– en een bibliotheek te vinden zijn.
Op de route liggen diverse kerken, evenals een Turkse moskee. „Toen de wijk werd opgebouwd, was er echt nog ruimte voor de kerken”, zegt dr. De Reuver, voormalig predikant van de protestantse gemeente in de nabijgelegen wijk Moerwijk, tijdens de wandeling. „De overheid zei: Bij elke nieuwe wijk hoort een kerk.”
Diverse kerkgebouwen kregen in de loop der jaren een andere functie. Wandelend door de wijk wijst Schep op de voormalige rooms-katholieke kerk, waarin nu een gezondheidscentrum is gevestigd. Even later houdt hij halt tegenover de Exoduskerk, waar voorheen oorspronkelijk een hervormde gemeente samenkwam, die later onderdeel werd van de PKN. Tegenwoordig is deze kerk in handen van een Congolese gemeente. Dr. De Reuver vertelt dat die het gebouw dankzij een speciale regeling in eigendom kon krijgen. „Het is mooi dat het daardoor de functie van kerk kon behouden. Ook enkele andere gemeenten maken er gebruik van.”
Dr. De Reuver vindt het mooi om te zien hoe diverse kerkelijke initiatieven in de wijk gestalte kregen. „Je kunt als geloofsgemeenschap niet meer alleen zeggen: „Hier houden we op zondag kerk, kom maar naar ons toe.” We moeten zelf naar de buurt toe gaan, onder de mensen komen. Het is mooi om te zien dat kerken dat hier ook doen.”