Minister Schouten vraagt hulp kerken bij signaleren armoede
Kerken kunnen de overheid helpen bij het signaleren van armoede, onder meer bij groepen die het moeilijk vinden om hulp te vragen. Minister Carola Schouten (Armoedebeleid) nodigt de kerken daartoe uit. Tegelijk wil ze graag hun „ambassadeur” zijn en laten zien dat de rol van kerken in de samenleving „ongelooflijk groot” is.
De rol van de kerk bij de aanpak van armoedevraagstukken is „onmiskenbaar groot”, zei de minister maandag in Den Haag bij de presentatie van een interkerkelijk armoedeonderzoek. Ze noemde armoede een thema „waar niemand meer bij weg kan kijken”.
De bewindsvrouw van de ChristenUnie zei dat ze uit een traditie komt waarin Psalm 72 geregeld werd aangehaald, die onder meer spreekt over recht doen aan arme mensen. „Allereerst zal hier de overheid haar taak moeten oppakken.”
Schouten erkende dat de overheid daarbij „steken laat vallen”. Ze sprak over mensen die „geen goede ervaringen” met de overheid hebben. Het gaat soms om mensen die „met twaalf, dertien regelingen te maken hebben en echt niet meer weten aan welke voorwaarden ze moeten voldoen” of die „helaas te maken hebben gehad met een overheid die hardvochtig is geweest”.
Op die momenten is er, aldus de minister, „behoefte aan plekken van geborgenheid, plekken waar barmhartigheid en vertrouwen heerst”. Ze zei „zeer dankbaar” te zijn dat kerken die plekken kunnen bieden, waarbij het gaat om „veel meer” dan materiële en financiële hulp. Ze noemde daarbij „geestelijke steun, perspectief, een arm om je schouder en iemand die met je oploopt, ook in alle vragen die het leven soms met zich meebrengt”.
Meer waardering
Minister Schouten vroeg de kerken niet alleen te kijken naar onder meer daklozen en vluchtelingen, maar ook naar „steeds meer groepen” die in de problemen komen en het moeilijk vinden om hulp te vragen. Ze zei dat ze hen zelf moeilijk kan bereiken. „U kijkt die mensen misschien wel elke week in de ogen.”
De bewindsvrouw zal een regulier overleg in het leven roepen waarbij kerken, moskeeën en andere levensbeschouwelijke instellingen signalen die ze krijgen aan haar kunnen doorgeven. „Leg het op tafel en dan gaan we met elkaar bedenken welke stappen we kunnen zetten.”
De minister onderstreepte dat de rol van de kerken in de samenleving „ongelooflijk groot” is en wees daarbij onder meer op de inzet van vrijwilligers. Ze zei dat dit te weinig bekend is. „Ik wil graag uw ambassadeur zijn. Ik wil graag laten zien wat voor werk er allemaal door kerken, maar ook door moskeeën en andere religieuze organisaties wordt gedaan in onze samenleving, om te laten zien dat zij nog relevant zijn.” Schouten gaf aan dat er zonder hun inzet „een heel groot gat zou vallen in onze samenleving, en dat we daar meer waardering en respect voor moeten hebben.”
Eigen rol
Een van de aanbevelingen in het onderzoek is dat kerken meer van zich moeten laten horen in het publieke debat over armoede. „Dat juich ik heel erg toe”, zei de minister na de overhandiging van het rapport desgevraagd. „Ik vind dat we als overheid veel meer het gesprek moeten aangaan met de kerken. We hebben elkaar echt nodig in hoe we mensen willen bereiken en het goede voor hen willen zoeken. De kerken kunnen op plekken komen waar de overheid nooit kan komen.” Ze noemde het daarbij van belang dat mensen daadwerkelijk gezien worden. „God zegt: Elk mens is van waarde. Dat kun je echt laten zien in de kerk en het werk wat daar gebeurt.”
Zou de overheid iets kunnen doen om de diaconale taak van de kerk verder te versterken? Schouten: „Ik weet niet of diaconieën dat moeten willen. Want op het moment dat de overheid zich gaat bemoeien met diaconieën krijgen ze ook te maken met allerlei regels van de overheid. Ik denk dat het juist goed is dat ieder z’n eigen rol heeft en dat diaconieën in vrijheid hun eigen keuzes en afwegingen kunnen maken.”