Maar misschien doet u uw Bijbel af en toe uit gewoonte open om een paar verzen te lezen, u luistert in de kerk naar het Woord, maar verder leeft u eigenlijk voor alles van deze aarde. Dan hebt u wel het Woord, maar kent u niet de zaligmakende kracht van dat Woord in uw hart en leven. Zal het bezit van het Woord dan eeuwig tegen u getuigen? Of mag het door genade anders zijn? Hebt u een honger naar het Woord, naar de prediking ervan? Bent u een bedelaar aan Gods genadetroon om een woord van de Heere te mogen horen? Hebt u er net als Lydia uit Filippi al acht op leren geven? Dat is nodig. In de eerste plaats voor uw ziel, maar ook bij alle vragen van dit tijdelijke leven. Petrus wijst erop. Het is van levensbelang.

Dat Woord is zeer vast. Waarom? Omdat het Góds Woord is (vers 21). Alles van mensen is wankel. Maar dat geldt niet van de Bijbel. God is een Waarmaker van Zijn Woord. Petrus schrijft de woorden van de tekst mede in verband met allerlei dwalingen. Er werden allerlei vraagtekens gezet bij het gezag van het Woord. Ook in onze tijd neemt het gezag van Gods Woord af en worden er zo veel vraagtekens gezet bij (het lezen van) het Woord. Er klinken zo veel stemmen die verleiden, die proberen af te trekken van het Woord, te verleiden tot een leven tegen Gods Woord. Wij zijn van onszelf zo dwaas dat we eerder luisteren naar anderen dan naar de Heere. In het paradijs hebben wij geluisterd naar de duivel in plaats van naar God. Door de zonde geven wij geen acht op het Woord. Wat een wonder dat de Heere toch Zijn Woord nog laat horen.

U krijgt een goede raad: lees, onderzoek het Woord en luister naar (de prediking van) het Woord. Nee, we kunnen niets verdienen en zelf bewerken, maar door het Woord werkt de Heere in zondaarsharten. Zou u dan niet biddend dit middel moeten gebruiken? Smeek om het werk van Gods Geest in uw hart. Vraag of Hij uw hart wil openen, net als bij Lydia, zodat u echt acht gaat geven op het Woord. Dan krijgt u de Heere en Zijn Woord van harte lief en gaat u vragen naar Zijn wil. Het licht van het Woord gaat schijnen in uw duistere hart. U gaat zien Wie God is, voor Wie u niet kunt bestaan. U gaat ook zien wie u zelf bent in al uw zonde en schuld. Dat wordt tot groot verdriet. Het wordt uw grote levensvraag hoe u met God verzoend kunt worden. Zo maakt de Heilige Geest plaats voor het vleesgeworden Woord, de Heere Jezus Christus. Wat een wonder als het Licht mag opgaan in uw hart. En bij alle dingen van het leven gaat u dan de dichter nazingen: Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. Hebt u zo al acht leren geven op het Woord?

„En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt.” - 2 Petrus 1:19a