Er heerst een jubelstemming in Italië na de arrestatie, maandagochtend in Palermo, van Matteo Messina Denaro, de meest gezochte gangster van het land.
Premier GiorgiaMeloni wil 16 januari, de dag waarop er een eind kwam aan de criminele loopbaan van de man die gold als leider van de Siciliaanse maffia, uitroepen tot nationale feestdag. Volgens hoofdofficier van justitie Francesco Lo Voi, die jarenlang het parket van Palermo heeft geleid, heeft de maffia „enorme klap gekregen”. Minister van Justitie Carlo Nordio sprak van „het einde van een tijdperk”. Maar andere maffiabestrijders wijzen erop dat de maffia nog lang niet is uitgeschakeld.
De vangst van Messina Denaro is het resultaat van jaren van geduldig onderzoek, verklaarde generaal Pasquale Angelosanto, hoofd van de opsporingsbrigade van de carabinieri, maandagmiddag. Door telefoontaps kreeg het onderzoeksteam enig zicht op het netwerk van lieden die de voortvluchtige beschermden, dat daardoor niet alleen kleiner werd maar ook armer: in de afgelopen jaren is beslag gelegd op 150 miljoen euro aan bezittingen van stromannen van de maffioso.
Toen bekend werd dat de voortvluchtige aan een tumor was geopereerd en regelmatig onderzoek nodig had, ploegden technici zich door de digitale administratie heen van particuliere klinieken waar hij zich zou kunnen laten behandelen. Rond Kerst werd daarbij een persoon ontdekt die voor maandagochtend een afspraak had in een luxe kliniek in Palermo en zeer waarschijnlijk Messina Denaro was. Zekerheid kregen de carabinieri echter pas, toen zij de wachtkamer van de kliniek binnenvielen waar de maffioso, uiteraard met een valse naam en documenten, keurig in de rij stond en na een korte vluchtpoging toegaf dat hij de man was naar wie ze op zoek waren.
Stilletjes
De vraag blijft hoe een topmaffioso als Messina Denaro –bijgenaamd ”de laatste Peetvader”–dertig jaar lang voortvluchtig kon blijven. Het parket heeft daarom ook al huiszoekingen laten verrichten bij mogelijke medeplichtigen. Dat de Italiaanse justitie een monsterachtig grote vis in haar net heeft gevangen, staat niettemin buiten kijf.
Messina Denaro, in 1962 geboren als zoon van de toenmalige maffialeider van de stad Trapani op West-Sicilië, is bij verstek veroordeeld als dader en opdrachtgever van tientallen moorden. Ook maakte hij deel uit van de zogeheten koepel, het centraal overlegorgaan van Cosa Nostra, dat in 1992-93 verantwoordelijk was voor een lange reeks van bomaanslagen op rechters en monumenten.
In 1993, drie dagen nadat een aanhoudingsbevel tegen hem was uitgevaardigd, dook Messina Denaro onder. Tot maandag. Op de vraag naar zijn opvolger werd maandag geen antwoord gegeven.
De voormalige antimaffia-procureur Federico Cafiero De Raho erkent dat met de arrestatie van Messina Denaro er een einde is gekomen aan een tijdperk, dat van de primitieve boeven die met aanslagen en grof geweld hun wil oplegden. Die hele generatie maffiosi is nu dood of zit gevangen.
Maar Cosa Nostra is daarmee nog altijd een gevaar, zowel voor Italië als voor de rest van Europa, betoogt hij: „De huidige maffia is niet zwakker, maar juist sterker, doordat zij stilletjes het economisch leven is binnengedrongen. De maffiose organisaties beschikken over een jaarlijkse opbrengst van circa dertig miljard euro uit drugshandel die zij herinvesteren in de economisch meest ontwikkelde landen, in sectoren waarin zij vrij kunnen opereren.”