ING moet een echtpaar dat slachtoffer werd van ‘spoofing’ toch vergoeden omdat de gedupeerde klanten „niet grof nalatig” zijn geweest. Dat heeft de geschillencommissie van financieel klachteninstituut Kifid bepaald. Spoofing is een vorm van criminaliteit waarbij criminelen een andere identiteit aannemen met als doel het slachtoffer over te halen geld over te maken, of toegang tot een rekening te krijgen.
De schade betreft bijna 5500 euro en de bank wilde de klanten niet compenseren omdat ze erg nalatig zouden zijn geweest. Ze werden in de zomer van 2021 gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van een andere bank. Tijdens het gesprek beweerde hij ook dat hij namens ING kon optreden, maar het was eigenlijk een fraudeur.
Het echtpaar liet zich uiteindelijk overhalen om een programma op hun computer te installeren waardoor de beller kon meekijken op hun scherm. Later gaven de man en vrouw ook nog hun bankpas en pincode af aan iemand die zich voordeed als koerier van DHL. De fraudeurs plunderden vervolgens hun rekening. Het echtpaar klopte daarna bij ING aan voor een vergoeding, iets wat de bank weigerde.
De geschillencommissie oordeelt anders en wijst erop dat het echtpaar wel nalatig is geweest, maar niet grof nalatig. Dat verschil is belangrijk, want in het eerste geval moet de bank wel met geld over de brug komen. Wat meespeelt is dat het echtpaar de bankpas wel had doorgeknipt om deze onbruikbaar te maken voordat deze werd afgegeven aan de koerier, maar dat is waarschijnlijk op een onjuiste wijze gebeurd.
In de uitspraak wordt er ook op gewezen dat ING geen instructie op zijn website had staan hoe je de pas precies moet doorknippen. Inmiddels is de informatie op de site aangepast, aldus Kifid. Voortaan waarschuwt de bank zijn klanten expliciet voor fraude met een onjuist doorgeknipte bankpas.