Wat andere kerken volgens dr. Marten Visser kunnen leren van de Gereformeerde Gemeenten
In de ogen van velen kunnen de Gereformeerde Gemeenten (GG) níéts goeds doen, merkte PKN-predikant ds. Marten Visser, missionair directeur van GlobalRize Nederland, in een recente twitterdiscussie. „Best vreemd, eigenlijk.”
Hoe kwam u ertoe op 31 december te twitteren dat grote kerken bij bosjes leden verliezen, terwijl de GG getalsmatig stabiel blijven; een tweet die uitmondde in uw vraag: wat gaat er daar goed wat bij ons fout gaat?
Ds. Visser, die zelf opgroeide in een Gereformeerde Bondsgezin: „Het grote verschil tussen wat er –op dit punt– gebeurt bij de grote kerken enerzijds en bij de GG anderzijds intrigeert mij. Al jaren trouwens. Ook dit jaar verloor de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) 60.000 leden. Het aantal kerkgangers in de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) is inmiddels gedaald tot onder de 100.000. De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) krimpen met 1,5 procent. De GG daarentegen blijven getalsmatig stabiel. Voor het eerst in de geschiedenis vormen de GG, na de PKN, in omvang het tweede protestantse kerkgenootschap in Nederland. Dat moet elke kerkelijk betrokkene toch aan het denken zetten?
Daar komt nog bij dat mensen die weggaan uit de GG, zelden onkerkelijk worden, maar zich slechts bij een andere kerk aansluiten. Ook dat is een opmerkelijk verschil met vertrekkers uit de PKN of uit de RKK.”
Uw tweet maakte op Twitter nogal wat los. Verbaasden u de gemiddeld genomen nogal zure reacties?
„Wel een beetje, ja. Het is immers duidelijk dat ik met deze tweet geen complete recensie heb geschreven over de GG. Ook ik heb heus wel mijn aanmerkingen op dit kerkverband. Zo geloof ik niet dat de Heere God bedoeld heeft dat wij zó veel moeite hebben met de toeëigening van het heil.
Zulke dingen nemen echter niet weg dat ik het verbazingwekkend vind dat de teneur van veel reacties op mijn tweet was dat we van de GG niets, maar dan ook helemaal niets kunnen leren.
Zo las ik bijvoorbeeld dat het logisch is dat de GG stabiel blijven, omdat de gezinnen er nog zo groot zijn. En dat mensen bij die kerk blijven omdat ze nu eenmaal door een prediking van hel en verdoemenis bang gemaakt worden. Bij zulke reacties denk ik: vanwaar zoveel schamperheid en afweer?”
Goede vraag. Waar zou die afweerhouding vandaan komen?
„Als een bepaalde groep degelijker of ‘zwaarder’ is dan een andere, zit daar natuurlijk altijd impliciet iets veroordelends in. De ‘lichtere’ groep wordt niet geaccepteerd in haar geloofsbeleving. Dan is het omgekeerd ook moeilijk iets goeds bij de ander te zien. Dat is heel menselijk.”
Een twitteraar vroeg aan u wát andere kerken dan eigenlijk van de GG kunnen leren…
„Wat mij betreft drie dingen. Ten eerste het besef van de ernst van het leven. In de GG gáát het ergens om. Hel en hemel zijn een realiteit die tot in de botten gevoeld wordt. Bekering is daar noodzaak, maar geen vanzelfsprekendheid. In de tweede plaats: de GG bieden een beschermde omgeving, waarin gezinnen nog enigszins afgeschermd worden van verkeerde invloeden vanuit de buitenwereld. Ten derde worden er in die kerk geen vraagtekens gezet bij het gezag van Gods Woord.”
In een opiniestuk in het Nederlands Dagblad woensdag noemde u het voor andere kerken leerzaam eens in de spiegel van de GG te kijken. Tegelijk noemde u dit, ook voor uzelf, een ongemakkelijke exercitie. Hoezo dit laatste?
„Nu ja, ik ben zendeling, hè? Ik ben haast mijn hele leven bezig geweest te proberen onbereikten te bereiken. Als ik dan in het jaarboek van de GG lees dat er op de circa 107.000 leden in het achterliggende jaar slechts vier buitenkerkelijken naar de GG zijn overgekomen, word ik daar niet blij van. Toch zeg ik tegen critici: dát mag geen reden zijn je schouders op te halen over het vermogen van de GG om hun leden bij de kerk te betrekken. Doe dat nu niet. Hier kunnen andere kerken namelijk wel degelijk iets van leren.”