Economiecolumn Gerhard Hormann
Sparen heeft altijd zin, ook in tijden van enorm hoge inflatie

Vanwege de aanhoudend hoge inflatie krijg je regelmatig te horen dat sparen geen zin heeft. Datzelfde spaargeld is over twaalf maanden immers weer veel minder waard geworden.

Geld uitgeven of sparen? beeld ANP, Lex van Lieshout
Geld uitgeven of sparen? beeld ANP, Lex van Lieshout

Wie zich al langere tijd bezighoudt met financiële zaken, krijgt vanzelf oog voor bepaalde patronen. Zo lijken er altijd wel redenen te bedenken waarom sparen in een specifiek geval geen zin heeft. Is het niet vanwege de hoge vermogensrendementsheffing, dan wel vanwege de lage spaarrente. Nu is daar de huidige inflatie bijgekomen, want niemand opent een spaarrekening in tijden van geldontwaarding.

Het interessante is dat in elk van die argumenten een kern van waarheid schuilt. Wie een ton op de bank heeft staan, kan zich al nauwelijks meer voorstellen dat een dergelijk bedrag nog niet zo heel lang geleden 2500 euro aan spaarrente opleverde of zelfs het dubbele. Inmiddels is dat rendement verschrompeld, zodat er jaarlijks onderaan de streep soms minder overblijft dan het oorspronkelijke bedrag na afrekening met de fiscus.

Zo ontstaat vanzelf het beeld dat sparen geen zin heeft en lees je soms zelfs dat je van sparen uiteindelijk armer zou worden. Wanneer dat gedachtegoed gemeengoed wordt, kunnen burgers op een bepaald moment besluiten dat het niet nodig is, of zelfs onverstandig, om een buffer aan te leggen. Tegelijk leent deze laatste dag van het jaar zich er bij uitstek voor om het tegendeel aan te tonen.

Nog los van het feit dat je wat mij betreft ook beleggen of aflossen kunt lezen wanneer ik spreek over sparen, geef ik bij lezingen altijd een concreet voorbeeld dat ik op 1 januari laat beginnen. Wie vanaf die datum maandelijks 500 euro opzij weet te zetten, heeft aan het einde van het jaar 6000 euro op de spaarrekening staan. Tot nu toe heeft niemand mij kunnen uitleggen op welke manier je dan precies armer bent geworden, zeker niet in vergelijking met een denkbeeldige buurman die helemaal niets heeft gespaard.

Voor sparen zijn, behalve spaarzaamheid, diverse factoren van onmisbaar belang. Naast voldoende inkomen, gaat het om financieel inzicht en overzicht. Veel mensen weten niet eens wat het netto inkomen precies is of op welke dag het salaris wordt gestort, laat staan waar het geld allemaal aan opgaat.

Daar komen dan nog eigenschappen bij als discipline en motivatie, want sparen is iets wat je langere tijd moet zien vol te houden. Voor wie die motivatie mist, is elk logisch klinkend tegenargument weer een welkom excuus.

Nu klopt het dat tegen de snel stijgende huizenprijzen jarenlang niet op viel te sparen. Zelfs wie 1000 euro per maand opzij wist te zetten, liep achter de feiten aan en zag een eigen woning steeds verder buiten bereik raken. Inmiddels is de huizenmarkt echter afgekoeld en het sentiment gedraaid.

Voor komend jaar voorziet DNB een daling van de woningprijs van 3,1 procent, in 2024 gevolgd door nog eens 3,3 procent. In totaal zou een gemiddelde woning over 24 maanden dus bijna 6,5 procent goedkoper moeten zijn. Je kunt ook zeggen dat sparen voor een koophuis ineens interessant is geworden, want over twee jaar is het spaargeld van de woningzoeker zomaar 6,5 procent méér waard.

De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. 
Reageren? hormann@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer