Investeer in jongeren die wél in de kerk komen
Jongvolwassenen keren de kerk de rug toe. Dat is de pijnlijke boodschap van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) afgelopen week (RD 22-12). Ook kerkelijk betrokken jongeren kunnen innerlijk al afgehaakt zijn. Laat ze daarom merken dat ze in de gemeente gezien worden.
Zo rond hun 18e levensjaar nemen jongeren belangrijke beslissingen. Ze kiezen een studie, vinden een partner én beslissen wat ze met hun geloof willen doen. En aan dat geloof geven ze vaak de brui. Van de 15-18 jarige Nederlanders is 41 procent religieus betrokken, bij de 18-25 jarigen is dat ineens nog maar 28 procent.
Onder 15-18 jarigen blijft kerkbezoek redelijk stabiel over de afgelopen 10 jaar. De religieuze betrokkenheid van deze groep ging van 36 naar 41 procent. Deze stijging was vooral te zien onder islamitische jongeren, maar ook in protestantse kring. Het is echter te vroeg om te spreken van een trendbreuk; de ontwikkeling over meerdere jaren blijft dalend.
Afhakers
Juist tussen de 18 en 25 jaar haken jongeren af. In de CBS-studie is dat zichtbaar in de (niet-wekelijkse) kerkgang, die bij 18-25 jarigen duidelijk afneemt. Deze leeftijd is beslissend, zo weten we ook uit andere onderzoeken.
Een ander opvallend feit is dat mensen met een HBO- of WO-bachelor vaker afhaken. Dit is ook merkbaar onder christelijke studenten. Zij ervaren een kloof tussen de orthodoxe geloofsbeleving vanuit huis en in de kerk, en het heersende wereldbeeld op de hogeschool of universiteit.
Dit onderzoek bevestigt dat jongeren steeds vaker afhaken op de institutionele kant van het geloof. De kerk, verenigingen en samenkomsten zeggen hen steeds minder. De uitstroom is in de recente cijfers ook vooral zichtbaar onder jongeren die al een minder frequente kerkgang hadden. Anderzijds geldt dat jongeren die besluiten te blijven, intensiever betrokken zijn op kerk en geloof dan voorheen.
Sluitstuk
Kerkverlating is het sluitstuk van een proces dat al veel eerder begint. Het proces van afhaken is dan al maanden, zo niet jaren aan de gang. In die tijd bezoeken jongeren nog wel de samenkomsten, wellicht zelfs de verenigingen, maar gaat het sluimerende proces van innerlijke secularisatie door.
Kerken moeten zich dus niet blindstaren op de pijnlijke cijfers over kerkverlating. Deze cijfers zijn slechts symptomen van een proces dat zich onder de waterspiegel afspeelt. Belangrijk is om grip te krijgen op wat er bij jongeren gebeurt in de periode voordat ze afhaken. Op twee punten valt er voor veel kerken nog winst te behalen.
Om te beginnen is de kerk als warme gemeenschap een factor van betekenis in de religieuze betrokkenheid van jongeren. Juist jongeren zoeken identificatiefiguren aan wie ze zich op kunnen trekken en die hun vragen serieus nemen. Er zijn genoeg jongeren die door een periode van diepe geloofstwijfel heen toch naar de kerk blijven gaan, al is het maar voor de gemeenschap. Achteraf blijkt dan dat de relatie met gemeenteleden hen, menselijkerwijs gesproken, heeft vastgehouden.
Daarnaast heeft een sterke betrokkenheid van het ouderlijk gezin op geloof en kerk, statistisch gezien, een sterke voorspellende waarde op de religieuze betrokkenheid van jongeren. Als ouders of opvoeders hun geloofsovertuiging niet zo serieus nemen, doen jongeren dat nog minder. En andersom: als jongeren kunnen zien hoe hun ouders wandelen met de Heere God, kan dat in jongeren een vuur ontsteken.
Appje
Jongerenwerk draait op krachtige persoonlijke relaties. Vanuit die relatie kun je het hart van jongeren bereiken. Ieder gemeentelid kan daarin zijn of haar verantwoordelijkheid nemen. Stuur eens een appje als een jongere een belangrijk tentamen moet maken. Stuur een kaartje als een jongere een tijdje niet in de kerk is geweest. En informeer gerust bij jongeren waar ze behoefte aan hebben.
Sterke relaties met jongeren kunnen ook bevorderd worden door een mentoraatprogramma, waarbij gemeenteleden worden gekoppeld aan jongeren. Vanuit het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) of het Hervormd Jeugdwerk (HJW) krijgen gemeenten ondersteuning bij dit soort programma’s.
De geloofsopvoeding kan bijvoorbeeld een impuls krijgen door de Lijdenstijdpakketten die Evangeliestek en de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten beschikbaar stellen. De Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie faciliteert het vormen van opvoedkringen in de gemeente. Deze initiatieven verdienen het om als kerkelijke gemeente bij aan te haken.
In diverse kerkverbanden is er toenemende aandacht voor studentenpastoraat. Jongeren raken in deze fase gemakkelijk uit beeld. Zo krijgen kerken via het platform Goed in Vorm toerusting en materiaal aangereikt hoe ze op deze groep betrokken kunnen blijven. Binnen de Gereformeerde Gemeenten probeert de Werkgroep voor Studenten actief in contact te blijven met studerende jongeren door middel van conferenties en kringen. Laten ambtsdragers deze faciliteiten benutten om hun jongeren te begeleiden.
Kerken moeten vooral zorgvuldig nagaan wat een jongere merkt van het feit dat hij of zij lid is van een kerk. Tijdens de kerstdagen is de betrokkenheid op kinderen en jongeren vanouds groot. Laten kerken de uitdaging aangaan om de trend van de kerstdagen in heel 2023 voort te zetten.
De auteur is socioloog en jeugdwerkadviseur bij het Interkerkelijk Kenniscentrum.