Na weken van lekken, boosheid en onvrede en gesprekken in het Catshuis heeft premier Rutte tijdens een toespraak in het Nationaal Archief in Den Haag namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Volg het nieuws en de reacties in dit liveblog.
Advertentie
Premier Rutte heeft excuses aangeboden voor het slavernijverleden van Nederland. Over of dat een verstandige zet was, zijn de meningen verdeeld. „Ik heb er gisteren op de Dam nog tegen gedemonstreerd”, klinkt het in de Bijlmermeer.
De excuses voor het slavernijverleden van de Nederlandse regering maandagmiddag voelen „dubbel”, omdat er ook om een heleboel zaken gevraagd is waaraan uiteindelijk geen gehoor is gegeven. Dat zegt Kjelld Kroon van jongerenorganisatie BIT-Lab op Bonaire na de bijeenkomst waarop premier Mark Rutte de excuses had aangeboden bij het Nationaal Archief in Den Haag.
„Aan de ene kant is het fijn om erkenning te hebben en is er met de excuses een startpunt, er wordt nu aandacht aan besteed. Aan de andere kant zijn de excuses niet fijn, omdat er vanuit de gesprekken die we bij het Catshuis gevoerd hebben duidelijk een ander signaal is gegeven”, zegt Kroon. „Er is heel veel gevraagd maar daar is niet naar geluisterd, zoals bepaalde bewindslieden niet naar een bepaalde plek sturen, of het aanpassen van de datum.”
Zo stapten zes Surinaamse organisaties eerder naar de rechter om de excuses te laten uitstellen tot 1 juli 2023. Dan is het 160 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft en 150 jaar geleden dat de laatste tot slaaf gemaakten echt vrij werden. Een rechter wees dat verzoek af. „Daar is aan voorbijgegaan”, aldus Kroon.
Ook vindt Kroon dat het „doorwerken van het koloniale verleden op de eilanden” meer aandacht moet krijgen. „De BES-eilanden vallen nog steeds onder een koloniale verhouding met Nederland.” BES staat voor Bonaire, St. Eustatius en Saba. Zo hebben de eilanden niet dezelfde rechten als gemeenten in Nederland, stelt hij. Ook is er meer armoede en minder sociaal welzijn en zijn de infrastructuur en het onderwijs niet op het niveau van Nederland, zegt hij. „Maar we zijn wel Nederland”, aldus Kroon.
„In mijn eigen land ben ik een minderheid, dat is moeilijk om mee om te gaan. Er wordt ook niks gedaan om de cultuur van de eilanden te beschermen. Dan voelen excuses heel erg als een beginpunt”, besluit Kroon.
Liever had historicus Gert Oostindie gezien dat Nederland pas op 1 juli volgend jaar excuses had aangeboden voor het slavernijverleden. Dat is ook wat hij het kabinet had aangeraden. „Maar goed, het is dan toch maandag gebeurd. Dat de excuses zijn uitgesproken is belangrijker dan de dag. Voor het proces hoop ik wel dat het kabinet erin slaagt om een aantal groepen die, om zeer begrijpelijke redenen, ongelukkig waren met de datum toch mee aan tafel te krijgen”, stelt Oostindie, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
Oostindie woonde de toespraak van premier Rutte bij, en hij is positief over de boodschap. „Hij sprak daar namens de Staat en combineerde dat goed met het persoonlijke verhaal dat hij dingen vroeger niet begreep en nu wel. Onder de nazaten om me heen merkte ik dat het echt overkwam en binnenkwam. Bij hen overheerste tevredenheid dat de excuses zijn aangeboden en hoe.”
Rutte vertelde onder meer wat de tot slaaf gemaakten vroeger is aangedaan. Ze werden gemarteld, verminkt, gebrandmerkt en vermoord. Oostindie: „Het is goed om te benoemen wat er is gebeurd. Als we het hebben over de Holocaust noemen we ook de concentratiekampen en de gaskamers. Het maakt de geschiedenis tastbaarder, zeker omdat deze mensen onder het gezag van de Nederlandse staat gemarteld en vermoord zijn. Dat is het eerherstel waar groepen heel terecht om hebben gevraagd.”
De premier benadrukte dat de excuses een komma zijn en geen punt. Oostindie heeft er vertrouwen in dat het niet bij woorden blijft. „Je moet nu concrete plannen maken en die vastleggen: we gaan hierin investeren, dat doen we op die en die manier, en dan nemen we het in de begroting op. Dan moet je ook onder ogen zien dat het onmogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Het kabinet spreekt ook met geen woord over een individuele schadevergoeding voor alle nazaten. Er worden geen loze beloften gedaan.”
Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) spreekt dinsdag in Paramaribo met de Surinaamse president Chan Santokhi, waarbij het onder meer zal gaan over de excuses die de Nederlandse regering maandag heeft gemaakt voor het slavernijverleden.
Het overleg was al gepland in het kader van het werkbezoek dat Weerwind deze week aan het land brengt, meldt zijn woordvoerder. Na afloop zal Weerwind meer zeggen over wat er is besproken.
Eerder ontstond er met name in de Surinaamse gemeenschap onrust over het feit dat Weerwind naar het land zou komen om mogelijk excuses aan te bieden namens het kabinet. Belangenclubs meenden dat een witte persoon deze excuses zou moeten maken en niet Weerwind, omdat hij zelf nazaat is van een tot slaaf gemaakte.
Weerwind vond die kritiek pijnlijk en meent dat hij juist als vertegenwoordiger van het huidige bestuur optreedt.
Nederlanders weten veel te weinig van het Caribisch deel van het koninkrijk. Dat heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) gezegd bij de bijeenkomst over de excuses van het slavernijverleden op Saba. Hij zei daar namens het kabinet te hopen „dat we kunnen werken aan een toekomst die zich laat kenmerken door erkenning en begrip voor elkaars achtergronden”.
„In Europees Nederland besteden scholen te weinig aandacht aan de eilanden. Bij aardrijkskunde en maatschappijleer, bijvoorbeeld. Laat staan in de geschiedenislessen. En toch beïnvloedt onze gedeelde geschiedenis nog altijd hoe we vandaag met elkaar omgaan”, aldus Van Ooijen. Hij erkende dat hij zelf ook „lange tijd (…) veel te weinig wist over de Caribische eilanden die bij Nederland horen”.
De gebrekkige kennis komt volgens Van Ooijen doordat we „als er iets naars gebeurt met ons of onze familie er liever niet te lang mee rondlopen”. „‘Het gaat nu beter’, zeggen we dan. Of: ‘Laten we naar de toekomst kijken’. Maar wat we niet inzien is dat we de pijn van het verleden niet alleen met ons meedragen. Het beïnvloedt hoe we de wereld zien.” Deze trauma’s leven volgens hem „generatie na generatie” voort.
De staatssecretaris zei dat „iedere Nederlander” meer zou moeten weten van het slavernijverleden. Die kennis moet opgedaan worden op school, bij herdenkingscentra, tentoonstellingen „en niet in de laatste plaats onderzoek in alle mogelijke vormen”.
De Belgische politiek heeft geen akkoord bereikt over excuses aan de Afrikaanse landen Congo, Burundi en Rwanda voor het Belgische koloniale verleden daar. Sommige partijen en het koninklijk paleis vinden verontschuldigingen door het parlement voor de wandaden van het koloniale regime een stap te ver.
Daarmee is het werk van ruim twee jaar van een speciale commissie van het parlement over het koloniale verleden op een mislukking uitgedraaid, constateren Vlaamse media. „Het doel was klaarheid te scheppen, lessen te trekken voor de toekomst en aanbevelingen te formuleren voor verzoening en herstel”, aldus de teleurgestelde commissievoorzitter Wouter De Vriendt.
Volgens VRT Nieuws zou hij via partijvoorzitters signalen hebben ontvangen dat met excuses een rode lijn zou worden overschreden. „Ik heb vernomen dat er vanuit het koninklijk paleis een grote gevoeligheid werd gesignaleerd omtrent de excuses”, aldus De Vriendt. Het paleis heeft nog niet gereageerd op de beweringen.
Verder leeft bij de liberale regeringspartijen Open VLD en MR de angst dat verontschuldigingen de deur naar herstelbetalingen wijd openzetten. De liberalen zouden liever een spijtbetuiging van de koning zien, zoals koning Filip in juni deed tijdens zijn bezoek aan Congo.
Heel Nederland heeft een brede opdracht om te kijken en te ervaren wat slavernij heeft betekend voor mensen, vindt directeur van het Zeeuws Archief, Hannie Kool-Blokland. Ze was maandag een van de aanwezigen in het Nationaal Archief toen premier Rutte excuses aanbod voor het slavernijverleden. „Dit is de start en van hieruit moeten we verder gaan werken. Dat was echt een heel belangrijk punt.”
Kool-Blokland hoopt dat er nu meer aandacht komt voor het slavernijverleden. „Voor ons is het heel erg belangrijk dat er veel onderzoek gedaan wordt wat het betekende, de slavernij en de slavenhandel.” In het Zeeuws Archief huist onder meer de administratie van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die zich tussen 1720 en 1889 bezighield met internationale slavenhandel. De administratie werd in 2011 opgenomen op de werelderfgoedlijst ‘Memory of the World’ van Unesco.
Ook onderwijs speelt belangrijke rol, benadrukte Kool-Blokland. „Alle jonge mensen moeten op school horen wat er gebeurd is. Een heel aantal jaren geleden werd er nog nauwelijks aandacht besteed. Dat is nu ook echt al aan het veranderen. Het moet zo zijn dat iedereen dat standaard in het onderwijspakket meekrijgt.”
Hannie Kool-Blokland is een van de leden van de Dialooggroep Slavernijverleden, opsteller van het advies ‘Ketenen van het Verleden’.
Premier Mark Rutte vindt het belangrijk dat het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden „niet langs etnische lijnen gaat lopen, want dan wordt het ingewikkeld”. „Het zijn excuses van het bestuur nu voor het bestuur toen.” Dat is volgens hem ook de reden dat minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) nu namens het kabinet in Suriname aanwezig kan zijn.
„Franc (Weerwind, red.) voelde heel diep dat hij er niet heen ging als achterkleinkind van een tot slaaf gemaakte. Hij ging naar Suriname als bestuurder nu”, zegt Rutte. De premier doet dat zelf ook vanuit zijn rol in het Nederlandse kabinet. „Ik heb voor zover ik weet in mijn familie geen slaveneigenaren zitten en ook geen tot slaaf gemaakten. Dan had ik die excuses niet kunnen maken.”
Er ontstond met name in de Surinaamse gemeenschap veel onrust over het feit dat minister Weerwind naar het land zou komen voor de excuses. Zo zei Johan Roozer, voorzitter van het Nationaal Comité Herdenking Slavernij, dat de excuses ook aan de minister zelf gericht waren, aangezien die een van de nazaten is. Hij vond daarom dat een „wit persoon” ze moet aanbieden. „Ik respecteer die uitspraak maar ik ben het er niet mee eens. Heel erg niet mee eens”, zei Rutte.
Advertentie
Voorzitter Armand Zunder van de Nationale Reparatie Commissie Suriname blijft ook na de slavernijtoespraak van premier Mark Rutte uitermate kritisch over de excuses die zijn aangeboden. Hij wil dat er ook over herstelbetalingen wordt gesproken.
Verder stelt Zunder dat de koning in juli naar Suriname zou moeten afreizen om ook excuses te maken. „Ik wil hem wel in overweging geven dat gebaar te maken.”
Zunder vindt dat in het debat over het slavernijverleden onvoldoende wordt gesproken over de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid die daarmee gepaard gaat.
Dagmar Oudshoorn, voorzitter van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, sprak van een dubbel gevoel na de excuses die door premier Rutte namens de regering zijn aangeboden voor het slavernijverleden. „Dit is een heel groot historisch moment, maar door het pad dat afgelopen tijd gelopen is, is de glans van het moment wel verdwenen.”
Oudshoorn doelt onder meer op de discussie die ontstond over de datum voor het excuus. Velen hadden liever gezien dat dit op Keti Koti (1 juli) was gebeurd, de dag waarop de afschaffing van de slavernij jaarlijks wordt gevierd. „Ik denk dat er nog heel veel gedaan moet worden om te zorgen dat we naar een gezamenlijk herstel kunnen.” Rutte kondigde aan dat de koning op 1 juli bij Keti Koti zal zijn. Oudshoorn wilde hierbij niet spreken van een eer. „Wat hierbij heel erg belangrijk is, is dat de symbolische waarde van de koning heel belangrijk is voor veel nazaten. Daar zou het om moeten gaan.”
Volgens Oudshoorn zijn nu de vervolgstappen belangrijk. „Het is een leerproces. Dat is ook beschreven door de premier. Bij het geven van excuses en geven van erkenning is ook het accepteren van die excuses belangrijk. Van daaruit zouden stappen gezet moeten worden zodat er gezamenlijk gekeken kan worden wat we verder gaan we doen. De premier zei; het is een komma, geen punt. Van daaruit moeten we samenwerken aan onze gezamenlijke toekomst.”
Premier Mark Rutte heeft in zijn toespraak waarin hij excuus aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden „een heleboel woorden genoemd waarvan je hoopt dat ze erin staan of gezegd worden. Hij heeft zijn woorden heel zorgvuldig gekozen, ik ben prettiger verrast dan ik verwacht had. Zijn tekstschrijver was heel goed.” Dat zegt Alex van Stipriaan Luïscius, emeritus hoogleraar Caribische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Van Stipriaan Luïscius vindt het onder meer goed dat Rutte zei dat het verleden doorwerkt in het heden. „Het gaat niet alleen over het verleden, maar ook over wat dat in het hier en nu betekent. Als dat met zoveel woorden wordt erkend, is dat een waardevolle stap.”
Rutte zei ook dat hij tijdens een recent bezoek aan Suriname heeft geleerd dat het slavernijverleden „ook spiritueel” ingrijpt in het dagelijks leven van mensen nu. Van Stipriaan Luïscius: „Dat is positief, het betekent dat hij heeft geluisterd. Het zal Nederlanders niet veel zeggen, maar op de eilanden en in Suriname is die term heel belangrijk. Het is een erkenning van de pijn die mensen toen is aangedaan. Het gaat over respect voor voorouders, degenen die in slavernij hebben geleefd. Je voorouders leven met jou. Spirituele pijn wordt overgedragen, die eindigde niet toen de mensen stierven.”
Van Stipriaan Luïscius is wel wat terughoudend. „Het is heel goed dat Rutte een aantal keren heeft benadrukt dat de excuses een komma zijn en geen punt, dat het een proces is dat doorgaat. Dat koppelde hij aan een proces van heling, maar daarin gaat hij te snel.” De hoogleraar mist namelijk wat Nederland concreet wil doen, bijvoorbeeld tot 1 juli, de dag waarop het 150 jaar geleden is dat de laatste tot slaaf gemaakten vrij werden gelaten. „Dat geeft een beetje het gevoel dat we moeten oppassen dat het bij woorden blijft. Je moet er ook consequenties aan verbinden, pas dan begint het proces van heling.”
De organisaties die een kort geding hadden aangespannen om de datum van de excuses voor het slavernijverleden te verplaatsen, noemen het pijnlijk dat deze maandag alsnog zijn uitgesproken. „Ik vind het vervelend om te zeggen, maar ik heb het gevoel dat deze excuses er doorheen zijn gedrukt”, laat de vertegenwoordiger van de organisaties Hannah Belliot weten „Je ervaart in psychische zin dat Mark Rutte de baas is en wil zijn. Hij bepaalt voor de nazaten van het slavernijverleden wanneer de excuses zullen zijn. Dat is pijnlijk, koloniaal en achterhaald.”
Zes Surinaamse organisaties stapten vorige week naar de rechter om de nationale excuses uit te stellen naar 1 juli 2023, bij de herdenking en viering van het einde van 150 jaar slavernij. De rechter wees dat verzoek af. „Het zou zo mooi zijn geweest als op die datum in samenspraak en met de koning de excuses waren uitgesproken”, aldus advocaat van de organisaties Joancy Breeveld. „Het kon op een andere manier, maar er is niet geluisterd naar degenen waar het om gaat. Dit is niet hoe het had moeten gaan.”
Van tevoren bleef het onduidelijk of Rutte daadwerkelijk excuses zou aanbieden maandagmiddag tijdens een toelichting op het rapport over het ‘Ketenen van het verleden’. „De premier heeft gezegd dat erkenning van belang is. Dat tot op het laatste moment niet duidelijk was of er excuses werden aangeboden is geen teken van erkenning. Het bracht zoveel spanning met zich mee in plaats van aandacht voor de inhoud”, aldus Breeveld.
Belliot onderschrijft dat „het niet over de inhoud van het rapport is gegaan. Er was vooral de focus of Rutte excuses zou aanbieden of niet.” De organisaties lieten eerder al weten eventuele excuses niet te aanvaarden. „Zelf noemt Rutte de excuses een komma, wat mij betreft zijn het stippeltjes. Alleen hij weet wat er gaat komen”, aldus Belliot.
De organisaties die de rechtszaak aanspanden zijn onder meer de stichtingen Wi Kon Na Wan, Mart Radio, Eer en Herstel en Afro-Caribische levensbeschouwing en spiritualiteit en stichting Keti Koti.
Een deel van de 200 miljoen euro die het kabinet uittrekt om het slavernijverleden te verwerken, gaat naar de bouw van een moment op Sint Eustatius. Dat heeft staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) gezegd in zijn toespraak op het Caribische eiland, vlak na de excuses die premier Mark Rutte maakte voor de rol van de Staat bij de slavernij.
Het geld betekent „dat we de wens willen vervullen om een gedenkplaats op te richten voor de voorouders die zijn opgegraven - op een respectvolle en voor de nabestaanden passende manier”, aldus de bewindsman. Van Rij was niet zonder reden op het eiland: tussen 2020 en 2021 was hij regeringscommissaris in Sint Eustatius. Bij de totstandkoming van de gedenkplaats „staat voorop dat u - de Statiaanse gemeenschap - bepaalt hoe en waar dit monument vorm krijgt”.
Van Rij zei zich „vereerd” te voelen het eerste gesprek met Statianen te voeren na de excuses. Velen van hen zijn zelf nazaat van tot slaaf gemaakten. „Het verleden is niet weg uit uw verhalen en uit uw persoonlijke geschiedenis - voor degenen die er over kunnen en willen praten”, aldus de staatssecretaris. Hij benadrukt dat de excuses slechts een beginpunt zijn. „Een proces van heling en verzoening kost immers tijd”, aldus Van Rij.
Premier Silveria Jacobs van Sint Maarten vindt dat er pas sprake kan zijn van excuses met inhoud als goed onderzocht is hoe kolonialisme kon gebeuren, wie daar allemaal door zijn getroffen en wie daarvoor verantwoordelijk is. Zo’n onderzoek moet geleid worden door bewoners van gebieden die vroeger tot de Nederlandse koloniën behoorden, zoals Sint Maarten. „Wij moeten een leidende rol hebben in de discussie en dan kan pas bepaald worden welke actie vanuit de Nederlandse regering nodig is”, aldus Jacobs in een reactie op de toespraak van minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Jacobs had vorige week laten weten dat ze excuses niet zou accepteren. Maandag wees ze excuses op termijn niet af, maar verbond daar wel de nodige voorwaarden aan. Zo vindt ze dat de Nederlandse verontschuldigingen zich veel verder moeten uitstrekken dan alleen tot de voormalige koloniën. Onder meer het Afrikaanse continent verdient excuses van Nederland, want daar is onnoemelijk veel leed aangericht door Nederlandse slavenhandelaren, zei zij.
Kuipers herhaalde een deel van de toespraak van premier Rutte en voegde daar in zijn eigen woorden nadrukkelijk aan toe hoezeer Nederland zich schaamt voor het koloniale verleden. Hij benadrukte dat Nederland en Sint Maarten samen de geschiedenis van het koloniale verleden moeten gaan schrijven. „Nederland heeft de plicht om die geschiedenis levend te houden, want het behoort tot ons culturele erfgoed”, aldus de bewindsman. „We moeten die pijnlijke en beschamende verhalen delen, zodat de impact van wat er is gebeurd altijd duidelijk blijft. Alleen dan kunnen we elkaar begrijpen. We delen niet alleen vandaag, maar ook ons verleden en de toekomst.”
Jacobs verwees in haar reactie nog naar de rellen bij de sinterklaasintocht in Staphorst, waar demonstranten tegen Zwarte Piet werden belaagd. „In Nederland bestaat eeuwen na de afschaffing van de slavernij nog steeds discriminatie en racisme. Daar zijn excuses vandaag niet voldoende voor. Daarom heb ik daar gemengde gevoelens over, al zie ik wel echte betrokkenheid.” Jacobs pleitte ervoor dat de koning tijdens een bezoek aan Sint Maarten zelf zijn spijt komt betuigen.
Nederland draagt bij aan een monument op Aruba voor Virginia Dementricia, een vrouw die in slavernij werd geboren en halverwege de 19e eeuw in opstand kwam tegen haar Nederlandse slavenhouder. Dat heeft staatssecretaris Eric van der Burg aangekondigd tijdens een bezoek aan het land. Hij was daar in het kader van de excuses die premier Mark Rutte maandag maakte voor het Nederlandse slavernijverleden.
Volgens Van der Burg „buigt Nederland het hoofd in schaamte en steken we de hand uit naar degenen die tot op de dag van vandaag de gevolgen voelen. Dat doen we met dank aan de uitspraken van mensen en groeperingen die jarenlang voor erkenning hebben geijverd. Zonder hen was het kabinet niet tot het inzicht gekomen dat dit juist en nodig is.”
In zijn excuustoespraak noemde premier Rutte de namen van andere opstandelingen in de voormalige koloniën, zoals Tula, Jolicoeur, Boni, Baron en One-Tété-Lohkay, en van de Surinaamse schrijver Anton de Kom. Van der Burg: „Ik ben opgegroeid in de Bijlmer en heb daar veertig jaar gewoond. Dan zitten die namen in je systeem. Maar het zijn allemaal mannen. Daarom noem ik Virginia. Ze was haar tijd ver vooruit.” Dementricia trok als slavin meerdere keren de kleren van haar meesteres aan, wat streng verboden was. Ze kreeg daarvoor dwangarbeid. Ook probeerde ze weg te lopen. In Rotterdam is een straat naar haar vernoemd en ook in Amsterdam komt een straat met haar naam.
Van der Burg kondigde ook aan dat Nederland bijdraagt aan de herdruk van een boek van Luc Alofs over de geschiedenis van de slavernij op Aruba. Dat kan dan op scholen worden gebruikt als lesmethode. Verder helpt Nederland bij de digitalisering van de archieven op Aruba. „Mensen op Aruba moeten makkelijker en beter inzicht kunnen krijgen in hun eigen verleden, hun eigen familiegeschiedenis.”
Een van de sprekers vroeg Nederland om ook aan Afrika excuses aan te bieden, omdat de tot slaaf gemaakten daar werden weggehaald. Van der Burg deed geen toezeggingen, maar zei dat hij de boodschap zou overbrengen aan het kabinet.
De voorzitter van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme, Joyce Sylvester, hoopt dat de excuses voor het slavernijverleden mensen nader tot elkaar brengen. „Ik hoop dat dit voor alle mensen in Nederland een uitnodiging is om met elkaar in gesprek te raken. Want als je een deel naar je toetrekt, maar een ander deel haakt af omdat ze het allemaal niks vinden, dan is er een polarisatie. Dan komen we nog niet verder samen met elkaar. Mijn wens is dat we samen verder komen en ik hoop dat dit een eerste stap is om elkaar een hand te geven en naar elkaar te luisteren.”
Sylvester hoopt dat mensen zich meer in elkaar verdiepen. „Het begint met luisteren. Ik denk dat als ik de toespraak van Rutte goed heb beluisterd dat er voor het eerst sinds eeuwen tussen Nederland en het Caraïbisch gebied naar elkaar is geluisterd. Dat maakt het voor mij een historisch moment.”
Ze noemt het erg belangrijk dat er is gesproken over discriminatie en racisme. „We willen dit natuurlijk niet, maar de onthullingen die bijna dagelijks worden gedaan liegen er niet om. Ik denk dat dit een stukje erkenning en hoop brengt. Dat mensen denken: ik vecht niet meer tegen de bierkaai. Er is erkenning dat discriminatie bestaat.”
Rabin Baldewsingh, Nationaal Coördinator tegen Racisme en Discriminatie (NCRD), is geëmotioneerd over de toespraak van premier Mark Rutte over het slavernijverleden. Baldewsingh is enorm blij met de excuses die Rutte heeft gemaakt voor de rol van de Staat hierin. Dat gebaar helpt in de strijd tegen racisme, verwacht hij. De antiracismecoördinator zou het wel „erg wenselijk vinden dat de excuses in de wet verankerd worden”.
Het vastleggen van de excuses in de wet is volgens Baldewsingh van groot belang, „zodat niemand het in zijn hoofd haalt om het ooit terug te draaien”. Een geroerde Baldewsingh zegt dat Rutte hem „diep in het hart” heeft geraakt, en leiderschap heeft getoond. „Het verhaal staat en is zichtbaar gemaakt. Maak het af”, zegt hij. Dat kan het kabinet doen door excuses in de wet te zetten. Vooralsnog staat dat niet in de kabinetsplannen, maar de NCRD is ervan overtuigd dat Rutte hiervoor zal zorgen. „Hij gaat het doen, daar geloof ik heilig in.”
Baldewsingh sprak van een „historisch kippenvelmoment”. Hij is blij dat het kabinet erkent „dat we veel te lang weg hebben gekeken.” Wel zal hij de uitwerking van de plannen kritisch volgen. De excuses zijn niet zomaar een gebaar, maar zullen zijn werk als Nationaal Coördinator, „waar ik de afgelopen periode heel veel voor heb moeten duwen en trekken”, veel makkelijker maken. „Dit helpt verdikkeme enorm”, zegt hij. Het draagt vooral bij aan de realisatie dat er nog veel moet gebeuren.
Belangrijk is volgens Baldewsingh de strijd tegen sociale ongelijkheid en „alledaags racisme” in het bijzonder. Dat werd onder meer zichtbaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Onderzoekers concludeerden recent dat racisme op dat departement een breed verschijnsel is.
De antiracismecoördinator herhaalde ook dat hij wil dat 1 juli, waarop de afschaffing van de slavernij wordt gevierd, een nationale feestdag wordt. Hij hoopt op een vrije dag „waarbij we de geschiedenis kunnen beleven en kunnen doorgeven. Van elkaar kunnen leren”. Hij wil ook dat de koning hierbij elk jaar betrokken is.
De excuses van premier Mark Rutte betekenen dat er een nieuwe fase in de relatie tussen Nederland en Curaçao aanbreekt. Dat zei de Curaçaose minister-president Gilmar ‘Pik’ Pisas na afloop van de toespraak van Rutte over het slavernijverleden.
Pisas wilde nog geen inhoudelijke reactie geven op het aanbieden van excuses door Rutte. Hij wil dat het parlement eerst reageert, voordat de regering een standpunt inneemt.
Pisas benadrukt het belang van het zelfbeschikkingsrecht van Curaçao en bedankte Tula, de leider van een slavenopstand in 1795, voor zijn strijd.
Activist Jeffrey Afriyie (Nederland Wordt Beter) spreekt van een historische dag na de excuses die premier Mark Rutte namens de regering had aangeboden voor het Nederlandse slavernijverleden. „Er zijn mooie en de juiste woorden gesproken, zeker als we kijken naar de aanloop waarin we zagen dat mensen niet begrepen werden.”
Hoewel hij de excuses als mooie stap ziet, verwacht hij niet dat mensen nu over het verleden heen kunnen stappen. „Je kunt pas ergens overheen stappen als je verbetering ziet. Maar het is belangrijk dat we nu met een andere houding met elkaar omgaan en dat we samen bij elkaar komen en naar de toekomst kijken.”
Afriyie heeft vertrouwen in de toekomst, maar hij stelt dat de overheid nog wel werk te doen heeft. „De overheid heeft met betrekking tot het slavernijverleden een to-do-list. Ze hebben het makkelijkste op zich genomen, maar nu moeten ze ook verder gaan. Het is belangrijk om met de nazaten te gaan praten en met hen in overleg te gaan, zodat de kinderen van de nazaten niet meer met 2-0 achterstaan als ze in Nederland geboren worden.”
Nederland heeft „veel te lang” geen oog gehad voor het „onbeschrijflijke leed dat slavernij en slavenhandel veroorzaakt hebben”, zegt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) tijdens een toespraak op Bonaire. Zij is daar om namens de regering excuses aan te bieden voor de rol van de Nederlandse staat in de slavenhandel. Premier Mark Rutte deed dat kort voor haar in een toespraak in het Nationaal Archief in Den Haag.
Van Gennip spreekt over „schaamtevolle bladzijden in onze vaderlandse geschiedenis” waarin mensen zijn gebruikt als handelswaar. „De consequenties daarvan werken tot de dag van vandaag door.”
De minister bood de excuses aan vanuit een oud pakhuis van de koning in Rincón. Daar kregen de tot slaaf gemaakten hun rantsoenen voor de rest van de week, waarna zij moesten werken in de zoutpannen van het eiland.
Van Gennip uitte dankbaarheid aan Bonairianen die Nederland hebben vergeven voor het slavernijverleden. „De Nederlandse regering heeft hier diep respect voor.” De minister hoopte verder dat haar komst naar het eiland en de speech van Rutte goed zou doen aan hen voor wie excuses wel belangrijk zijn.
Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema noemt de excuses van premier Mark Rutte over het slavernijverleden een „mooi moment”. De burgemeester noemt de excuses verder „indrukwekkend” en „oprecht”. „Ik vond dat hij terecht de tijd nam om heel veel uitleg te geven over hoe misdadig het systeem is geweest”, aldus Halsema, die als burgemeester aanwezig was bij de speech namens de vier grootste steden.
„Hij heeft heel goed aangevoeld dat dit het begin is van nieuwe verhoudingen. Dat het een komma is en niet een punt die wordt gezet. Ik hoop dat we volgend jaar op 1 juli een prachtige herdenking zullen hebben, ook in aanwezigheid van de koning”, aldus Halsema. Het slavernijverleden wordt op 1 juli herdacht bij het nationale slavernijmonument in de hoofdstad. Na de herdenking vindt altijd het festival Keti Koti plaats, om de afschaffing van de slavernij te vieren.
Halsema bood vorig jaar al excuses aan voor de rol die Amsterdam heeft gespeeld in het slavernijverleden. Ook komt er een nationaal slavernijmuseum in de hoofdstad.
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) heeft maandag op Curaçao een formeel eerherstel voor Tula aangekondigd. De leider van een slavenopstand in 1795 werd in datzelfde jaar geëxecuteerd door Nederland. Aanwezigen bij haar toespraak applaudisseerden daarop lang en uitgebreid. De invulling van het eerherstel zal in overleg met Curaçao worden vormgegeven, aldus de staatssecretaris.
Van Huffelen is op Curaçao en sprak nadat eerder op de dag premier Mark Rutte excuses had aangeboden voor het slavernijverleden, namens de regering. De excuses zijn „voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden”, aldus de premier. „Postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden. Aan hun dochters en zonen en al hun nazaten tot in het hier en nu.”
Op Curaçao zijn onder meer parlementariërs, ministers en oud-ministers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties aanwezig. Er zijn ook schoolkinderen en veel pers.
Excuses zijn een belangrijke eerste stap op weg naar herstel, aldus Van Huffelen. „Excuses gaan hand in hand met erkenning en maatschappelijk herstel”, zo zei ze. „De excuses zijn een onmisbare stap.” In het Papiaments stelde ze dat slavernij een misdaad is tegen de menselijkheid. „Eeuwenlang werden mensen mishandeld in naam van Nederland. Slaven werden ook op Curaçao verhandeld en te werk gesteld, van waardigheid, vrijheid en autonomie beroofd.” Ze memoreerde de vrijheidsstrijd van Tula in 1795. Ze noemde Tula en zijn medestrijders „helden, die gruwelijk werden geëxecuteerd”.
Tula is op Curaçao in 2010 officieel benoemd tot nationale held. Hij is het symbool van de opstand tegen de slavernij. In 2013 verscheen een film over zijn leven met onder anderen de Amerikaanse acteur Danny Glover en Jeroen Krabbé.
Aruba aanvaardt de excuses die premier Mark Rutte maandag heeft uitgesproken voor het Nederlandse slavernijverleden. „Elk welgemeend excuus is altijd welkom”, zei premier Evelyn Wever-Croes. Ze zei dat ze Nederland „erkentelijk is voor de eerste stap”, maar herhaalde wat Rutte ook zei: „vandaag mag geen punt zijn, maar een komma.”
Wever-Croes noemde de excuses „een keerpunt in de geschiedenis binnen het koninkrijk. We hebben nu de kans om op collectieve wijze en als gelijkwaardige landen aan een betere toekomst te werken.”
Volgens de premier betekenen de excuses dat „tot slaaf gemaakte Arubanen met terugwerkende kracht worden erkend als mensen die het recht hadden vrij te zijn. Ze hadden het recht op vrijheid en zelfbeschikking en dat werd hun ontnomen. Ze worden erkend als slachtoffers van misdaad tegen de mensheid.” Wever-Croes vindt dat „slavernij geen bron van schaamte mag zijn, maar een bron van trots en kracht. Onze voorouders verdienen het om erkend te worden”.
Wever-Croes had ook kritiek op de aanloop naar de excuses. „Dit gedeelde verleden zorgt tot op de dag van vandaag voor wrijving binnen het koninkrijk. Nu hadden we onenigheid over de datum van 19 december. We werden hiermee overvallen toen we nog geen twee maanden geleden van het voornemen op de hoogte werden gesteld, zonder overleg met de betrokkenen en zonder dat we er zelf klaar voor waren.”
De premier voegde eraan toe: „Het had ook onze voorkeur de excuses op te schuiven naar 1 juli volgend jaar, en dat we nauwer betrokken zouden zijn geweest bij het proces.” Ze wil dat Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Suriname betrokken worden bij de verdere uitwerking van de plannen.
Namens de Nederlandse regering was staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid) naar Aruba gegaan.
De buitenlandse pers heeft met aandacht geluisterd naar de toespraak van premier Mark Rutte waarin hij excuses aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden. Het Britse persbureau Reuters, het Franse AFP en het Belgische Belga stuurden een alarmering naar hun lezers.
Naast de excuses leggen media de nadruk op Ruttes aanduiding van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid. De Amerikaanse persbureaus Bloomberg en AP hebben in hun artikelen ook veel aandacht voor het historische debat dat aan de excuses voorafging in Nederland, Suriname en het Caribische deel van het koninkrijk, over de datum van de excuses en de verdere consequenties die zouden moeten volgen.
Ook in Duitsland leeft het onderwerp. Duitse media als ZDF en Tagesschau plaatsten een voorbeschouwing over de toespraak van Rutte. Deutsche Welle beschrijft de excuses als een „draai” voor de Nederlandse premier, die eerder geen excuses wilde maken.
Op Twitter berichten veel buitenlandse media over de Nederlandse excuses. Een verslaggever van de BBC deelde de toespraak met haar volgers, maar ook media in India en Turkije spreken van „breaking news”.
Verscheidene partijen uit de Tweede Kamer noemen de excuses van premier Mark Rutte namens de regering terecht. „Een historisch moment”, zegt D66-fractievoorzitter Jan Paternotte. „En tegelijk is dit pas het begin.” VVD’er Pim van Strien spreekt van „een respectvol betoog van de minister-president over de pijn die destijds tot slaaf gemaakten is aangedaan door de toenmalige machthebbers”.
Vanuit het Nationaal Archief in Den Haag bood Rutte excuses aan voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. Volgens Van Strien is dat „een startpunt”. Zijn partij wil „deze woorden nader wegen” en debatteren over de plannen en de uitwerking van het herdenkingsjaar. De grootste partij verzette zich al eerder tegen herstelbetalingen.
Niet iedereen is positief over het gebaar van de regering. „Ik bied mijn excuses aan voor de excuses van premier Rutte”, zegt PVV-leider Geert Wilders op Twitter. De SP noemt de excuses wel terecht. „De SP hoopt dat het herdenkingsjaar een startpunt is voor het samen kennen en herdenken van deze gruwelijke geschiedenis.”
Fractievoorzitter Pieter Heerma van coalitiepartij CDA zegt dat „een jaarlijkse herdenking” bewustzijn over de zwarte bladzijden in het verleden levend kan houden. „Met de excuses van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden begint een nieuw hoofdstuk in de dialoog met de nazaten die deze last van het verleden zo lang alleen hebben moeten dragen”, reageert hij.
Op de bijeenkomst in hotel Torarica in Paramaribo, waar minister Franc Weerwind met een aantal Surinaamse genodigden bijeen was, was geen applaus of een ander teken van instemming te horen toen premier Mark Rutte excuses maakte voor de slavernij.
Tijdens de speech, die de genodigden in Torarica online volgden, was het het grootste deel van de tijd doodstil.
Premier Mark Rutte heeft op maandag 19 december excuses aangeboden voor het slavernijverleden in het Nationaal Archief in Den Haag. Hieronder volgt de volledige tekst.
Er komt een fonds voor maatschappelijke initiatieven om het slavernijverleden te verwerken en te herdenken, zei premier Mark Rutte tijdens een rede in Den Haag waarin hij excuses aanbood voor de Nederlandse rol in de slavernij.
Er zal 200 miljoen euro in worden gestort. Het fonds wordt in een wet vastgelegd, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer. „De inzet is een laagdrempelig en breed toegankelijk fonds.” Ook wordt geprobeerd Suriname bij dit initiatief te betrekken.
Koning Willem-Alexander zal op 1 juli aanwezig zijn bij de herdenking en viering van het einde van 150 jaar slavernij in Amsterdam. De koning „voelt zich zeer betrokken bij dit onderwerp”, zei premier Mark-Rutte tijdens een rede in het Nationaal Archief.
Wat de koning die dag gaat doen ligt nog niet vast, aldus de premier. „Hij is erbij, hoe het verder gaat, gaan we nog bespreken.”
Het slavernijverleden wordt op 1 juli herdacht bij het nationale slavernijmonument in de hoofdstad. Na de herdenking vindt altijd het festival Keti Koti plaats, om de afschaffing van de slavernij te vieren.
In vier talen heeft premier Mark Rutte excuses aangeboden voor het slavernijverleden, namens de regering. Dat deed hij tijdens een belangrijke toespraak vanuit het Nationaal Archief in Den Haag. De excuses zijn „voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden”, aldus de premier. „Postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden. Aan hun dochters en zonen en al hun nazaten tot in het hier en nu.”
De regering biedt niet excuses aan „om schoon schip te maken”, of om het verleden af te sluiten. „We doen dit en we doen dit nu om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar samen de weg vooruit te vinden”, aldus de premier. De excuses zijn een „komma, geen punt”, benadrukt hij.
De Nederlandse geschiedenis kent „veel pagina’s” die ons tegenwoordig met „verbijstering, afschuw en diepe schaamte” vervullen, erkent Rutte. Excuses maken niet dat die pagina’s worden gewist, „en dat is ook niet de bedoeling”. Excuses moeten „koninkrijksbreed” zorgen voor dialoog en heling.
Een belangrijk punt uit de speech is ook het eerherstel aan alle mensen die zich tegen de slavernij hebben verzet. Rutte noemde Tula, de voorman van de slavenopstand op Curaçao, bij naam. De premier besteedde ook aandacht aan „alle naamloos gebleven mannen en vrouwen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manieren voor werden gestraft”.
Premier Mark Rutte erkent dat „de aanloop naar deze dag beter had gekund”, zei hij in het Nationaal Archief in Den Haag waar hij maandag excuses voor het Nederlandse slavernijverleden aanbood. De afgelopen maanden verliep met veel „ruis”, zei het kabinet eerder.
Naast een maatschappelijke bewustwording en „verandering in het denken”, heeft premier Mark Rutte zelf ook een omslag doorgemaakt in zijn denken over de rol van de slavernij in het heden. „Daar wil ik open over zijn”, zei de premier in zijn toespraak. „Het lag achter ons dacht ik, maar ik had het mis. Het werkt door in het hier en nu.” Hij noemde daarbij racistische stereotypen en sociale ongelijkheid als voorbeeld.
De premier dacht „lange tijd” dat het nemen van verantwoordelijkheid „voor iets wat zo lang geleden is” niet op een betekenisvolle manier kon gebeuren. Maar daar is hij anders over gaan denken.
Tientallen mensen betogen op Curaçao in het park Lucha di Libertad (Vrijheidsstrijd), waar staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) zal ingaan op het slavernijverleden en de rol van Nederland daarin. Tijdens het spelen van de volksliederen en daarna een kort optreden met traditionele muziek hielden enkele tientallen manifestanten protestborden omhoog.
Marlon Regales, woordvoerder van de betogers, zegt dat er geen excuses voor de slavernij kunnen worden geaccepteerd als Nederland niet eerst respect toont en overlegt over de inhoud van excuses en herstelbetalingen. Hij zegt dat hij over de kwestie naar een internationaal hof wil stappen. Ook zijn er actievoerders die borden omhoog houden met teksten als “apology not accepted” en “we want justice”.
Slavernij moet in de „allerduidelijkste bewoordingen” worden erkend als „misdaad tegen de menselijkheid”. Dat zei premier Mark Rutte tijdens zijn toespraak in het Nationaal Archief over het slavernijverleden. Het erkennen als misdaad tegen de menselijkheid was een advies van de dialooggroep die zich over de kwestie had gebogen. Rutte benadrukte in zijn toespraak de „absurditeit” van de slavernij en het enorme leed dat daarbij kwam kijken.
Advertentie