Duurzame energie is achteruitgaande vooruitgang
De transitie naar een duurzame samenleving wordt vanuit de gereformeerde gezindte soms met argusogen bekeken of gekoppeld aan complottheorieën. Maar onze bevindelijk gereformeerde traditie biedt perspectief.
Duurzame technieken om energie op te wekken, zoals zonnepanelen, warmtepompen en windmolens, hebben als kenmerk dat ze de natuur die ons omringt (licht, warmte en wind) als directe bron van energie gebruiken. Licht, warmte en wind worden omgezet naar elektriciteit en warmte voor in huis.
De afgelopen decennia vertrouwden we volledig op het omzetten van kolen, gas en olie in een energievorm die voor ons bruikbaar is. Hét kenmerk van kolen, gas en olie is dat er ontzaglijk grote hoeveelheden op aarde beschikbaar zijn. De voorraden werden lange tijd onuitputtelijk genoemd. Dat is meteen ook het grote verschil tussen kolen, gas, olie aan de ene kant en wind en zon aan de andere kant. Onbegrensde en goedkope energievoorraden versus het moeizaam oogsten en opslaan van energie.
Vaccinatie
Door het gebruik van fossiele brandstoffen zijn we onafhankelijk geworden van de natuur direct om ons heen als bron van energie. Zonder dat we dit direct in de gaten hadden, heeft dat voor een toenemende scheiding of verwijdering gezorgd tussen de mens (als onderdeel van Gods ene schepping) en de natuur (de rest van Gods ene schepping). Deze ontwikkeling heeft eeuwen in beslag genomen.
Al voor de verlichting is de kiem gelegd met de opkomst en herontdekking van de oude Grieks-Romeinse en islamitische wetenschap. In de 16e eeuw stelde Francis Bacon letterlijk voor om de natuur te overwinnen door methoden die we nu als moderne wetenschap aanduiden. Descartes wilde alle oude kennis overboord gooien en op basis van de nieuwe empirische, wetenschappelijke methoden alle kennis opnieuw ontwikkelen en vaststellen. Iets waar we sinds die tijd als mensheid druk mee zijn en wat in de 20e eeuw in een enorme stroomversnelling kwam.
Tegelijk ontstaat er vanaf de tijd van Descartes een toenemende kloof tussen de mens en de hem omringende natuur. De steden groeien, er ontstaat een nieuwe industriële wereld. Vanaf de 19e eeuw zijn we zover dat we de natuur zelf naar onze hand kunnen zetten. Rivieren worden omgeleid, kanalen gegraven, epidemieën met medicatie en vaccinatie bezworen. In de 20e eeuw krijgt de techniek de overhand over de natuur, met voor iedereen waterleiding, elektriciteit, verharde wegen en medische zorg. De natuur wordt naar de rand van ons leven verdreven. En daarmee ook de inherent aan de natuur verbonden onvoorspelbaarheden, zoals regen, droogte, vruchtbaarheid, hitte en kou.
Regievoerder
De mens is door God in samenhang met de rest van Zijn ene schepping geschapen. Het isoleren van onszelf ten opzichte van de rest van Gods schepping heeft dan ook onmiskenbaar gevolgen op ons denken en gedrag. Gevolgen die vaak onbewust bij ons plaatsvinden. We zien dat in de 18e/19e eeuw, waar de romantiek opkwam als reactie op de verlichting. De gevoelens hadden immers ook wat te vertellen! Dat gebeurde maatschappijbreed en spontaan, zonder dat iemand er afspraken over maakte.
In de 19e eeuw, de tijd dat techniek de overhand krijgt over de natuur, ontstaan ook de kerkelijke scheuringen van bevindelijk gereformeerden. Ze willen vasthouden aan de oude waarheid, terwijl ze om hen heen merken dat velen meegaan met de nieuwe gedachten die ontstaan vanuit datzelfde verlichte denken als waaruit de toegepaste techniek ontstond. De verlichting als bron van de moderne kijk op zowel theologie als technologie heeft geleid tot een verbinding die we gemakkelijk uit het oog verliezen. Het omarmen van technologische vooruitgang die een toenemende afstand creëert tussen mens en natuur heeft op de achtergrond gevolgen voor ons theologisch denken en handelen.
De toenemende afstand tussen de mens en de rest van Gods schepping doet iets met ons en de invulling van onze verhouding tot God de Schepper en Zijn schepping. Ik denk aan de afwijzing van vaccinaties. Men wil Gods voorzienig handelen niet beïnvloeden. In de praktijk uit zich de ervaring van Gods voorzienig handelen in het doormaken van schijnbaar willekeurige gebeurtenissen als ziekten aan mens, dier of plant. Daarmee in verband was er ook altijd kritiek van bevindelijke gelovigen op de aanleg van technische vernieuwingen als de waterleiding. Het aan den lijve ervaren van dagelijks water uit de pomp (de directe natuur) en de afhankelijkheid daarin van Gods voorzienig handelen werd, in hun ogen, doorbroken met de komst van de waterleiding. Leven in nauwe(re) verbinding met de natuur vergroot onze afhankelijkheid ten opzichte van het onvoorspelbare in de natuur. Daar hangt het ervaren van Gods voorzienig handelen mee samen. Hoeveel troost geeft het niet als we in moeilijke tijden God kunnen vertrouwen als Regievoerder van dat onvoorspelbare.
Seizoenen
Daarmee kom ik weer terug bij het kenmerk van duurzame technieken. Ze gebruiken de ons omringende natuur als directe bron. Een natuur die vol onvoorspelbaarheden zit en zo onze opbrengsten afhankelijk maakt van haar grillen. Wind- en zonne-energie bepalen ons bij de seizoenen en creëren een verbinding met de gang van de natuur. Dat kan als een achteruitgang worden ervaren. Echter, als we geloven dat God alle dingen wijs en goed geschapen heeft, dan geldt dat ook voor een leven en denken in seizoenen. Als God ze bedoeld heeft, is het ook goed voor ons om er bewust mee te leven. Seizoensafhankelijkheid vereist bijvoorbeeld een denken in voorraden en lange termijn, in begrensdheid en beperktheid. Iets wat we kwijtraakten door schijnbaar oneindige voorraden kolen, olie en gas. Matigheid, een belangrijke deugd voor een christen, hangt hiermee samen.
Met de brede toepassing van duurzame technieken komt de afhankelijkheid van God en het ervaren van Zijn zegen weer expliciet naar voren in ons dagelijks leven midden in een maatschappij vol techniek. Iets waar we als bevindelijke gelovigen positief tegenover mogen staan. Juist de onzekerheden van duurzame technieken kunnen daarmee weleens heel positief uitpakken. Omarmen dus die duurzame ontwikkelingen! Wie weet creëert het ook voor onze niet-christelijke naasten ruimte voor het denken aan God in hun leven vol (on)zekerheden.
De auteur is sterk betrokken op het thema duurzaamheid en verdiept zich al jaren in de relatie tussen techniek, theologie, duurzaamheid en maatschappelijke ontwikkelingen.