VN-klimaatpanel publiceert belangrijk IPCC-rapport
Het VN-klimaatpanel publiceert maandag een nieuw, belangrijk rapport over de gevolgen van klimaatverandering. In het rapport gaat het ook over hoe landen zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld de zeespiegelstijging.
Midden februari begon de groep klimaatwetenschappers met de lange vergadering over dit rapport. Wereldwijd wordt er naar IPCC-rapporten gekeken. Bij de bespreking van de samenvatting voor de beleidsmakers, waarin de belangrijkste conclusies van het rapport worden samengevat, doen ook vertegenwoordigers van regeringen mee. Doordat deze tekst zin voor zin wordt besproken, zijn de rapporten ook bij politieke besluitvorming weer een belangrijke bron. De wetenschappers hebben wel altijd het laatste woord.
Tijdens de openingsceremonie die voorafging aan de vergadering liet de chef van het VN-milieubureau (UNEP), Inger Andersen, weten dat wetenschappelijke kennis over de impact van klimaatverandering „absoluut essentieel” is om „een planeet zonder vervuiling” dichterbij te brengen. De Duitse minister van Onderwijs en Wetenschap, Bettina Stark-Watzinger, noemde de rapporten van het IPCC „onze gouden standaard. We vertrouwen er allemaal op.”
Het laatste IPCC-rapport verscheen in augustus afgelopen jaar. De wetenschappers waarschuwden dat de aarde in de komende decennia al 1,5 graden Celsius warmer zal worden als wereldwijd niet drastisch wordt ingegrepen. In het rapport kwamen vijf scenario’s naar voren. In het meest optimistische geval warmt de aarde 1,5 graden Celsius op. In het doemscenario is de aarde over tachtig jaar 5,7 graden warmer. Het zou onder meer zorgen voor enorme zeespiegelstijging en een toename van hongersnood.
De wetenschappers lieten weten dat het beste scenario alleen haalbaar is als er in 2050 netto geen CO2 meer uitgestoten wordt. De Britse premier Boris Johnson noemde het rapport een wake-upcall en president Joe Biden van de Verenigde Staten pleitte voor een ambitieus klimaatbeleid. De Nederlandse premier Mark Rutte zei het rapport „zeer zorgelijk” te vinden. Hij stelde dat het kabinet zich meer moet inzetten om de klimaatdoelen te halen.