Kerk & religieKerk in Peru

Deze kerk in Lima kijkt achter de voordeur en helpt kinderen; „Veel misbruik en huiselijk geweld”

De kleine Presbyteriaanse Kerk in Peru is kwetsbaar. Toch zoekt ze in de armste wijken van Lima naar manieren om kinderen en hun ouders met het Evangelie te bereiken. En dat lukt.

10 April 2025 21:57Leestijd 9 minuten
De Presbyteriaanse Kerk in Peru helpt mensen in arme wijken in Lima. beeld RD
De Presbyteriaanse Kerk in Peru helpt mensen in arme wijken in Lima. beeld RD

„En toch niet verteerd”, staat er in witte letters op de preekstoel van de presbyteriaanse kerk in de wijk Pueblo Libre. Daarboven verwijst een afbeelding van een brandend braambos, de vlammen slaan vervaarlijk omhoog, naar de geschiedenis van Mozes: de ontmoeting van een zondig mens met een heilige God.

Reinaldo Serra, predikant van de Iglesia Presbiteriana de Pueblo Libre in Lima, Peru. beeld RD

Reinaldo Serra Crespo heeft zojuist gepreekt over de bekering van Saulus op de weg naar Damascus. „Door de kracht van de Heilige Geest nam de jonge christelijke kerk in aantal toe”, is de boodschap.

De predikant in deeltijd –hij is ook journalist– wil het Bijbelgedeelte niet meteen op zijn 150 zielen tellende gemeente toepassen. Maar, zegt Reinaldo Serra later, hij herkent wel dat God aan het werk is. De gemeente is „loyaal” en gericht op het „getuigen” van Christus. „Daar hebben we geen speciale activiteiten voor. We houden steeds in gedachten dat we mensen met het Evangelie willen bereiken, voor Jezus. Getuigen hoort bij het leven.”

Hij ziet geestelijke nood onder de Peruanen. „Er is een sterke behoefte aan religiositeit. Dat komt door een gebrek aan hoop, omdat mensen niet weten hoe ze tot Jezus moeten komen. God is niet aanwezig in allerlei rites en ceremonies.”

Serra denkt daarbij aan de Rooms-Katholieke Kerk, die een groot stempel op de Peruaanse samenleving drukt, al neemt haar invloed langzaam af. Net als de meeste van zijn gemeenteleden werd hij rooms-katholiek gedoopt en opgevoed. „Maar ik leerde Jezus Christus kennen door de Bijbel te lezen en realiseerde me toen dat dit de échte waarheid is.”

Iglesia Presbiteriana de Pueblo Libre in Lima, Peru. beeld RD

Rooms-katholieken die een gereformeerde dienst bezoeken, zijn soms wat verrast. „Ze hebben vaak heel andere ervaringen bij evangelicale kerken, zoals pinkstergemeenten. Ik zie de Presbyteriaanse Kerk niet heel groot worden, maar dat hoeft ook niet. Als mensen maar de liefde van Jezus in ons zien. Door het Woord komen er vruchten van bekering. Daar gaat het om.”

Steun

De gemeente in Pueblo Libre hoort bij de Iglesia Evangélica Presbiteriana y Reformada en el Perú (IEPRP), een gereformeerd kerkverband met ongeveer 10.000 leden, verspreid over het Zuid-Amerikaanse land. Het krijgt steun van de GZB, een zendingsorganisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland. De eerste contacten liepen bijna vijftig jaar geleden via Pedro Arana Quiroz, nu 86 jaar.

Pedro Arana Quiroz. beeld RD

Het stichten van gemeenten hoort bij de missie van de kerk, zegt Arana in de woonkamer van zijn huis, vlak bij de kerk in Pueblo Libre. Hij studeerde theologie aan de opleiding van de Free Church of Scotland in Edinburgh. De Presbyteriaanse Kerk, waaraan hij sinds 1980 als predikant verbonden is, komt voort uit het werk van Schotse zendelingen. „We zochten onlangs in de wijk La Molina een huis om Bijbelstudies te kunnen houden. Toen een man –hij was geen christen– dat tijdens een lunch hoorde, stelde hij meteen zijn woning beschikbaar. Een maand later konden we beginnen.”

Evangelisatie en discipelschap horen bij elkaar, vindt Arana. „Het volgen van Jezus geldt voor alle lagen van de samenleving, overal waar de Heere ons heeft geplaatst.”

In de grondslag van de IEPRP staan de Westminster Confessie en de Heidelbergse Catechismus, maar Arana vindt deze belijdenisgeschriften „minder geschikt” om in het evangelisatiewerk te gebruiken. Liever legt hij de nadruk op het belang van Bijbellezen. „Kennis van de Schrift is hard nodig, ook omdat pinkstergemeenten veel mensen trekken door hun rijkdom en een goed leven te beloven”: het welvaartsevangelie.

De gereformeerde traditie is volgens Arana „niet al te sterk, omdat we met heel weinig mensen zijn”. Hij vindt het belangrijk dat de kerk, ook met steun van de GZB, blijft investeren in de opleiding van predikanten, zoals aan de Universidad Seminario Evangélico de Lima (Zie ”Vechten voor predikantenopleiding”).

„We geloven dat de kerk van God is en daarom kunnen we de toekomst vol verwachting tegemoetzien”

Pedro Arana Quiroz, predikant in Lima

„We geloven dat de kerk van God is en daarom kunnen we de toekomst vol verwachting tegemoetzien. Er zijn ook hier, in Lima, tekenen die ons hoop geven. Een jaar geleden kwam er een meisje naar onze kerk dat om onderwijs uit de Bijbel vroeg. Ze bracht andere jonge mensen mee en op een gegeven moment begonnen zij een Bijbelstudiegroep in de stad. Nu bestuderen deze jongeren samen het Johannesevangelie.”

Lichtend Pad

Toch zijn er ook presbyteriaanse kerken die met tegenslag te maken krijgen. Zoals de gemeente in de wijk San Genaro, waar Roger Araujo predikant is. Hij steekt zijn sleutel in een houten deur, schuin onder een groot wit kruis dat op de lichtgeel geschilderde gevel is aangebracht, en stapt het kerkgebouw binnen. Beneden is de kerkzaal, boven bevindt zich een ruimte voor de zondagschool, waar aan de muren kleurige kindertekeningen hangen.

Presbyteriaanse kerk in de wijk San Genaro in Lima, Peru. beeld RD

De gemeente telt 42 leden, terwijl dat er in het verleden meer dan 100 waren. Veel mensen trekken van het platteland naar de stad, zoals Lima, maar Araujo ziet dat niet direct terug in de omvang van zijn kudde. Integendeel, sinds de coronapandemie zijn meer mensen de diensten online gaan volgen, terwijl een groep gemeenteleden, ooit gevlucht uit de stad Ayacucho voor de maoïstische guerrillabeweging Lichtend Pad, weer is teruggekeerd.

De problemen achter de voordeur zijn nog altijd groot: armoede, alcoholisme, drugs, seksueel misbruik en huiselijk geweld

Maar cijfers zeggen niet alles, weet Roger Araujo. De gemeente is sterk betrokken op de buurt, de wijk San Genaro. In de jaren tachtig waren jeugdbendes hier de baas, maar sindsdien gaat het beter, al zijn de problemen achter de voordeur nog altijd groot: armoede, alcoholisme, drugs, seksueel misbruik en huiselijk geweld. De Presbyteriaanse Kerk steunt er het werk van de Misión Integral Urbano Rural (Misiur), dat een paar straten verderop een kindertehuis runt.

Kindertehuis van Misión Integral Urbano Rural (Misiur) in de wijk San Genaro in Lima, Peru. beeld RD

Voor het pand, beschermd door hoge ijzeren hekken met scherpe punten, voetballen twee jongens met een plastic petfles. Binnen werken kinderen achter een laptop aan een werkstuk. Shandy (13) verzamelt informatie over de capibara, het grootste knaagdierensoort ter wereld, die ook in Peru leeft. Ze is blij dat ze af en toe naar het kindertehuis gaat en verhalen „uit de Bijbel kan horen”.

Dit zijn kinderen uit kwetsbare gezinnen, zegt Mauro Quispe, coördinator van het kindertehuis, terwijl hij door een klaslokaal loopt waar Nancy rekenles geeft. „Van sommigen zijn de ouders gescheiden en is de moeder weg om te werken. Vaak is er ook sprake van huiselijk geweld, misbruik of andere problematiek.”

Zoals bij Esmeralda, een meisje bij het raam, dat onder begeleiding van psycholoog Ruth een A4’tje vol taalopdrachten heeft gemaakt.

Mauro Quispe, coördinator van het kindertehuis van Misión Integral Urbano Rural in Lima. beeld RD

Misiur, vanuit Nederland gesteund door het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten, vangt zo’n 55 kinderen in de leeftijd van 6 tot 16 jaar op. Ze zijn zeven dagen per week welkom: voor bijles, een lunch of een Bijbelverhaal. „Ik probeer hun ook de Heidelbergse Catechismus, een tekst of een psalm aan te leren”, zegt Mauro Quispe.

Ouders van kinderen helpen af en toe mee in de keuken, waar deze dag twee vrouwen aardappels schillen en paprika’s schoonmaken voor de lunch. „Het kindertehuis is voor de kerk een goed middel om mensen met het Evangelie te bereiken.”

Gaarkeuken

Roger Araujo en Mauro Quispe nemen een wit taxibusje naar de uiterste punt van de wijk, dicht bij de Grote Oceaan. Het gaat over onverharde wegen, de huisjes worden schameler, de bevolking armer. Daar steunt de Presbyteriaanse Kerk een gaarkeuken, waarvoor zich deze middag een lange rij heeft gevormd, tassen gereed om straks melk, chocolade of worst mee naar huis te nemen.

Adela Bastidas, een groen haarnetje op haar hoofd, roert in een grote ijzeren pan met rijst en kip. De ingrediënten komen uit een supermarkt, gratis gekregen. Maar steun blijft nodig, zegt ze. „Iedere dag maken 120 mensen gebruik van de lunch. Hier wonen de armsten uit Lima.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer