Lezersbrieven: SGP en de vrouw, oorlog in Indonesië en toponderzoekers uit VS
In de rubriek ‘Opgemerkt’ reageren lezers op artikelen uit het Reformatorisch Dagblad of op actuele thema’s.

Oorlog in Indonesië
Historicus Koos-Jan de Jager werd geïnterviewd vanwege zijn dissertatie ”Oorlog zonder genade – Nederlandse militaire geestelijken in Indonesië 1945-1949” (RD 26-3).
Mijn vader heeft drie jaar in Indonesië gediend, als dienstplichtig militair, en hij heeft meegedaan met de politionele acties. Mijns inziens nam hij niet deel aan een „koloniale oorlog”: onze militairen moesten in Indonesië orde en gezag handhaven. Na de capitulatie van Japan was er namelijk een machtsvacuüm ontstaan. Dit betrof de zogenoemde Bersiapperiode. Dit is ook keurig vermeld in het interview.
Niet vermeld is dat er een guerrillaoorlog gevoerd werd tegen de Nederlandse militairen! De Indonesiërs werkten met trekbommen, hinderlagen enzovoorts. Hierdoor sneuvelden velen van onze militairen. Heel jammer is het dat deze toen nog vaak nog jonge militairen zich nu niet meer kunnen verdedigen. Mijn vader was trouwens altijd heel positief over de legerpredikanten.
Arend van der Horst, Kampen
Toponderzoekers uit VS?
Nu universiteiten onderzoekers moeten ontslaan vanwege bezuinigingen en de eis dat twee derde van het onderwijs in het Nederlands moet worden gegeven, is het niet het goede moment om toponderzoekers uit de Verenigde Staten hiernaartoe te lokken.
Dit voorstel laat enerzijds zien dat minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het beste voor heeft met onze universiteiten. Dat valt in hem te prijzen en met die inzet is hij ook aangetreden, ondanks de bezuinigingen; hij wilde er het beste van zien te maken. Anderzijds laat de minister met zijn voorstel zien dat de desastreuze gevolgen van de bezuinigingen en die dwaze taaleis nog steeds niet tot hem zijn doorgedrongen. De universiteiten hebben vacaturestops, de uittocht van onze onderzoekers naar het buitenland is inmiddels begonnen en de eerste mensen zijn ontslagen. Velen wacht nog ontslag, tenzij de Eerste Kamer de plannen terugdraait.
Henk de Vries, emeritus hoogleraar EUR, Delft
SGP Vlissingen
Ik ben het eerste vrouwelijke lid van de SGP. Reden: ik had het SGP-hoofdbestuur een afschrift gezonden van een woedende brief die ik geschreven had aan iemand die een afbrekend interview over de toenmalige SGP-voorzitter, ds. Abma, aan de Telegraaf had gegeven. Ik had daar geen verdere bedoelingen mee (een afschrift van deze brief is te lezen in mijn boek ”Ik wil het gewoon vertellen”). Maar toen kreeg ik van het hoofdbestuur de uitnodiging om lid te worden, want „op zulke leden zit de partij te wachten”. Men dacht dat ik een man was, maar het feit dat ik vrouw bleek te zijn, deed daar niet aan af, want het partijlidmaatschap gold toen voor ”personen” zonder onderscheid naar sekse. En zo werd ik SGP-lid. Verdere politieke bedoelingen had ik niet. Meer vrouwen volgden. Het was prettig bij de Haagse SGP-kiesvereniging.
De problemen begonnen in 1990 en kwamen vanuit het land, vergezeld van de druk om mijn lidmaatschap op te geven. Ik weigerde en dwong ten slotte via een juridische weg in 1992 een toegangskaart voor de partijdag af. Ik heb nooit zoveel haat ondervonden als toen. Maar ik bleef –met andere vrouwen– partijlid, hoeveel vijandschap ik soms ook moest verdragen.
In 2012 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de uitspraak dat de SGP zich moet openstellen voor vrouwen. Dat betekent dat vrouwen ook op landelijke kieslijsten moeten kunnen komen. Maar in plaats dat de SGP zich onderwierp aan de „machten boven haar gesteld” (Romeinen 13:1) is artikel 10 aan het beginselprogram toegevoegd. Onbegrijpelijk hoeveel Bijbelteksten er door de schrijvers van het artikel ook worden geciteerd. Om in dit verband ook de geschiedenis van Mirjam in Numeri 12 te noemen, is echt erg, want dat slaat nergens op.
H. Grabijn-van Putten, Sassenheim
SGP Vlissingen (II)
Voordat er weer vele beschouwingen worden gegeven naar aanleiding van het opinieartikel van diverse SGP-leden (RD 31-3), laten we eerst bedenken waarom mevrouw Janse in de bres sprong voor de SGP in Vlissingen. Juist, omdat de mannen het lieten afweten!
De reden? De mannen willen niet. En van zoveel meer plaatsen horen we dit. Een zorgelijke ontwikkeling die toch een grote plaats in onze gebeden moet krijgen. Zeker als we nog willen dat de woorden van de wet en de getuigenis nog kunnen blijven klinken in onze gemeenteraden, Provinciale Staten, Eerste en Tweede Kamer. En dat in deze turbulente tijden, nu het nog kan.
Onlangs stond er een oproep in de Veluwse Kerkbode: Harderwijk zoekt mannen die verantwoordelijkheid willen dragen in het SGP-bestuur, anders stopt de SGP aldaar! En dit dreigt in meerdere plaatsen te gebeuren. Werken we dan zelf niet mee aan de voortgaande secularisatie? Omdat wij –en dan met name de SGP-mannen– het laten afweten en alleen maar papieren lid willen zijn en verder geen gezeur? Ja, dan hebben we nu al biddende, maar dan misschien nog meer, ‘Debora’s’ nodig omdat de Heere het zo waard is. Want het gaat om Zijn Naam alleen in deze maatschappij en politiek.
J. Nitrauw, SGP-bestuurslid Heerde-Wapenveld
SGP Vlissingen (III)
Op 31 maart kopte het RD op de opiniepagina: ”Infecteert de tijdgeest ook de SGP?” Met deze suggestieve vraag wordt de ”discussie van 24 mei” de krant in getrokken. Graag wil ik als SGP’er de schrijvers enkele fundamentele debatvragen stellen. Naast het valse dilemma van de openingsvraag wordt in de discussie het standpunt van Vlissingen stevig vertekend weergeven. Gewetensvrijheid wordt door de schrijvers vertaald als (wat in Richteren staat): eenieder doet wat goed is in eigen ogen. Is dat eerlijk?
Bij de aanhaling van 1 Timotheüs 2:11-15 merken de auteurs op dat het hier vooral gaat over de christelijke gemeente. En zonder nadere onderbouwing valt het besluit dat „de strekking ervan gaat over het gehele maatschappelijk leven. Dus thuis, in de kerk en ook in de politiek”. Was niet juist het probleem dat onze theologen in de ‘vrouwendiscussie’ niet hard konden maken dat Bijbelse uitspraken voor de kerk ook voor de volle honderd procent voor het maatschappelijk leven golden?
Leo Kosten, Kapelle
SGP Vlissingen (IV)
In het RD stond een ingezonden stuk, ”Infecteert de tijdgeest ook de SGP?” (RD 31-3), waarin de auteurs stelling nemen tegen het passief vrouwenkiesrecht. Ze zijn er goed voor gaan zitten, want zelfs het gebruik van het woord ”gewetensvrijheid” wordt te licht bevonden. Vlissingen „doet wat goed is in eigen ogen” en dat is natuurlijk helemaal niet Bijbels. Voor het gemak wordt vergeten dat gewetensvrijheid vaker wordt gebruikt bij middelmatige zaken waarbij de Bijbel op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Zo wordt in het SGP-beginselprogramma gewetensvrijheid toegepast op het actief vrouwenkiesrecht, en ook rond een thema als vaccineren worden geen stellige uitspraken gedaan.
Ik heb weinig behoefte om me te mengen in een theologische discussie, aangezien ik geen theoloog ben. Na enkele decennia van discussie rond het vrouwenstandpunt verwacht ik geen nieuwe theologische inzichten. Maar ik laat me graag verrassen. Misschien moet de discussie breder gevoerd worden en moet er ook gekeken worden naar de opleving van een seculiere vorm van conservatisme en een herwaardering van ”masculiniteit” in de wereld. Over wereldse invloeden gesproken. In hoeverre beïnvloedt deze trend het huidige denken over man-vrouwverhoudingen? Letten we erop dat we ons niet verlagen tot het niveau van Andrew Tate en zijn kornuiten?
Ik wil de bal graag terugleggen en de vraag stellen of het werkelijk de moeite waard is deze onnodige verdeeldheid oeverloos te verlengen, met alle pijn van dien, en dat terwijl al jarenlang vrouwen actief zijn voor de partij? Bij het toepassen van gewetensvrijheid wordt deze zaak middelmatig en komt er een einde aan de impasse. Daarnaast is de SGP eindelijk af van haar achilleshiel. Wat zal het voor de partijleiders heerlijk zijn om zonder meel in de mond te kunnen spreken.
Gonda van den Heuvel, Rijsoord
Vrijspraak bij misbruik
In de brief van de hoofdredactie onder de kop ”Schrijven over misbruik doet ertoe” (RD 29-3) wordt ingegaan op de documentaire ”Ik was een kind”, waarin Anneloes van ’t Licht haar verhaal deelt. Er klinkt een krachtige oproep: „Voor omstanders is deze documentaire opnieuw een wake-upcall: kijk niet weg bij misbruik, ontken niet, houd het taboe niet in stand, maar neem verantwoordelijkheid.”
Een waardevolle oproep. Maar hier wringt voor ons de schoen. Na de aangifte van Anneloes tegen haar vader en broer volgde vrijspraak. Wat doen wij als omstanders, als kerkenraden, als medegemeenteleden in zo’n geval? Zijn er dan nog consequenties voor degene tegen wie aangifte is gedaan of beschouwen we de zaak als afgedaan?
We kunnen met kromme tenen de documentaire bekijken en betreuren hoe het destijds is gegaan. Maar laten we ook naar het heden kijken. Bij het Reformatorisch Meldpunt horen wij regelmatig vergelijkbare verhalen – zaken waarin geen aangifte wordt gedaan of waarin vrijspraak volgt. Het bewijs van seksueel misbruik leveren is immers uiterst complex.
En dan biedt een vrijspraak (of geen aangifte) omstanders en kerkenraden een excuus om niets te doen. En daar wordt massaal gebruik van gemaakt. Met als gevolg dat een slachtoffer weer alleen staat. Vinden we een situatie als die van Anneloes schrijnend? Dan is het tijd om beleid te maken waarin het slachtoffer centraal staat. Ook zonder aangifte, ook na vrijspraak.
En de vermeende dader? Uiteraard is dit ingewikkeld. Maar laten we één ding helder stellen: seksueel misbruik wordt zelden tot nooit verzonnen. Het is niet gerechtvaardigd om die ene uitzondering waarin een verhaal misschien niet klopte, te gebruiken om in álle andere gevallen slachtoffers bij voorbaat op achterstand te zetten.
Daarom roepen wij met klem op: zet het geloven van slachtoffers op één. Hen steunen –vrijspraak of niet– is het minste wat omstanders en de kerk kunnen doen. Maak beleid op basis van deze principes. Kan dat ingewikkeld zijn? Absoluut. Maar pas dán nemen we verantwoordelijkheid. Wie durft de uitdaging aan?
Willeke Bakker en Berna van der Zouwen (secr. en voorz. Reformatorisch Meldpunt)
In Opgemerkt reageren lezers van het Reformatorisch Dagblad op de inhoud van de krant. Ook reageren? Stuur uw reactie (maximaal 250 woorden) naar opinie@refdag.nl. Op ingezonden brieven kan niet worden gereageerd.