In het Oude Testament heeft ook het verhaal een moraal
Om de ethiek van het Oude Testament te beschrijven zijn niet alleen de wetten van belang maar ook de verhalen. Die laten zien hoe mensen keuzes maken, maar ook hoe ingewikkeld dat is. Jozefs optreden in Egypte illustreert dat.

Verhalen vormen ons en leren lezers zich in te leven in anderen. Dat geldt zeker voor de verhalen van de Bijbel, die de westerse cultuur hebben gevormd. Ook als ze geen expliciete boodschap bevatten, is het zinvol om na te gaan welk moreel wereldbeeld ze overbrengen.
Verhalen tonen het menselijk leven in alle complexiteit en nodigen uit tot reflectie
Verhalen tonen het menselijk leven in alle complexiteit en gebrokenheid. Zo komen ze ons nabij en nodigen ze uit tot reflectie. Hoe verhoudt de lezer zich tot de morele keuzes van personages en wat zou hij zelf doen in zo’n situatie?
Redder of despoot?
Genesis 47:13-26 beschrijft hoe Jozef als hoge Egyptische functionaris graan verkoopt aan de bevolking van Egypte, die hongerlijdt. Wanneer het geld van de Egyptenaren op is, koopt hij hun vee op. Vervolgens worden (op hun eigen verzoek) hun land en zijzelf het eigendom van de farao. De bevolking wordt dus tot slaaf gemaakt, maar blijft wel in leven.
Jozefs familie verwerft bezit maar de Egyptenaren verliezen het en worden tot slaaf gemaakt
Jozefs omgang met de Egyptenaren is heel verschillend gewaardeerd. Sommige uitleggers zien Jozef als een verstandige heerser die mensen redt van de hongerdood. Anderen stellen de vraag of Jozef hier niet handelt als een oud-oosterse despoot die de situatie gebruikt om het volk te onderdrukken, een politiek waarvan Israël even later zelf het slachtoffer wordt. Om deze interpretaties te wegen geef ik een ethische lezing van dit gedeelte, in een steeds bredere context.
Genesis
Jozefs handelen wordt in Genesis 47 zelf vooral positief voorgesteld. Hij verkoopt de Egyptenaren graan en lenigt daarmee hun nood. Het geld en het land dat hij verwerft, zijn voor de farao, niet voor hem. De Egyptenaren zeggen zelf dat Jozef hen in leven gehouden heeft.
Toch zijn er ook elementen die vragen oproepen, zoals het contrast tussen Jozefs houding jegens zijn familie en die jegens de Egyptische bevolking. Voor zijn familie is voedsel beschikbaar, voor de Egyptenaren niet. Jozefs familie verwerft bezit, de Egyptenaren verliezen het en worden tot slaaf gemaakt.
In het Oude Testament is Jozef de eerste Israëlitische heerser
Wanneer deze passage gelezen wordt in samenhang met de andere verhalen over Jozef en heel Genesis, komen sommige elementen in een ander licht te staan. Jozef is eerder wijs en vol van Gods geest genoemd. Het feit dat hij koren verkoopt, zal positief te duiden zijn. In de verhouding tussen Jozef en zijn broers wordt Jozefs macht steeds verbonden met het feit dat hij hen nu in leven houdt. In Genesis 44 en 50 bieden de broers zichzelf als slaven aan Jozef aan. Jozef wijst dat af. Zijn broers zijn wel knechten van God, maar omdat Jozef niet op Gods plaats staat, zullen ze niet zíjn knechten worden. De Egyptenaren daarentegen komen in slavernij en verliezen hun land.
Historische achtergrond
Voor een ethische lezing is de vraag hoe Jozefs maatregelen hebben geklonken voor de eerste lezers interessant. Kwamen deze over als hard of als mild? Passen ze bij de Egyptische praktijk? Laat ik de pachtsom als voorbeeld nemen.
De pachtsom van land wordt in Genesis 47 gesteld op een vijfde deel van de opbrengst. In de Egyptische geschiedenis was de pachtsom vaak een derde deel van de oogst, soms een kwart of de helft. Vergeleken met de meest gangbare pachtsom (een derde) is het tarief uit Genesis 47 dus relatief mild.
Oude (en Nieuwe) Testament
In het licht van het hele Oude Testament krijgt Jozefs handelen weer een nieuw perspectief. Ik zoom in op het land en het koningschap.
Voor Israël had het land theologisch en ethisch grote betekenis. Het was het teken van de relatie tussen de HEERE en Israël. De claim van de koning op het land wordt in het verhaal van Achab en Naboth afgewezen. De bepaling van het jubeljaar verhinderde dat families hun akkerland voorgoed zouden kwijtraken. Tegen deze achtergrond is het bijzonder ingrijpend dat in Egypte het akkerland verkocht moest worden aan de koning. In Israël was dat bijna ondenkbaar en zou een koning zich daarmee op de plaats van God stellen.
Ook is het beeld van Jozef als heerser relevant. Jozef is de eerste Israëlitische heerser in het Oude Testament. De vraag of iemand over zijn broeders mag heersen, is een duidelijk thema in de Jozefgeschiedenis. Zijn optreden is dan ook mede te lezen als een perspectief op het koningschap.
Het Oude Testament als geheel schetst een kritisch beeld van menselijk koningschap. Anders dan elders in het oude Oosten heeft het koningschap in Israël niets sacraals. De koning is feilbaar en heeft voortdurend de kritische tegenstem van profeten nodig. Zijn macht wordt sterk ingeperkt. Steeds sterker wordt duidelijk dat menselijke macht geen echte verlossing brengt. Die lijn loopt door in het Nieuwe Testament met de komst van de Messiaanse koning, Jezus Christus, die kwam om te dienen en zo aardse macht omkeert.
In het licht hiervan biedt Jozefs optreden een tweeledig beeld. Enerzijds verzorgt Jozef zijn familie en houdt hij hen én de bevolking van Egypte in leven. Anderzijds leidt die macht tot verlies van zelfstandigheid en slavernij voor de Egyptenaren.
Ten goede
Een ethische lezing van Genesis 47:13-26 in een steeds bredere context levert het volgende beeld op. In de perikoop zelf wordt Jozefs handelen vooral (maar niet uitsluitend) positief getekend. De maatregelen lijken in het licht van de Egyptische geschiedenis relatief mild. Gelezen in de bredere context van Genesis en het hele Oude Testament wordt het beeld van Jozef echter complexer. Door de lezers van het Jozefverhaal zal vooral het contrast met de situatie in Israël zijn opgemerkt. Egypte is een land waar voedsel is, maar ook een land van macht en slavernij. Dat werpt ook een schaduw op Jozef als heerser van Egypte. Jozefs optreden is niet eenduidig positief of negatief, maar ambivalent.
In de Bijbelse verhalen ontmoeten we mensen zoals wijzelf, mensen die het laten afweten en tegenvallen. Maar meer nog openbaart God Zich in het Oude en Nieuwe Testament als de God die met zulke mensen omgaat. Zijn wegen zijn vaak verborgen, blijkt in het Jozefverhaal, maar Hij blijft erbij en keert het kwade ten goede. Hij vernieuwt en vormt mensen ook. Ondanks alle gebreken en twijfelachtige motieven wil God met zulke mensen te maken hebben.
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de TUA. Dit artikel omvat een deel van zijn op 7 maart gehouden inaugurele rede, getiteld ”De moraal van het verhaal. Narratieve ethiek en het Oude Testament”.