OpinieOpinie

Zo wordt onze jeugd gevoed met onlinehaat tegen Joden

Als antisemitische haatzaaiers zich online kunnen verschuilen, moeten we de verantwoordelijkheid leggen bij degenen die de haat een platform bieden: de onlineplatforms zelf.

Hans Wallage
25 March 2025 07:03Leestijd 4 minuten
„Socialemediaplatforms worden overspoeld met gewelddadige inhoud waarin letterlijk fysiek geweld tegen Joden wordt aangekondigd.” beeld iStock
„Socialemediaplatforms worden overspoeld met gewelddadige inhoud waarin letterlijk fysiek geweld tegen Joden wordt aangekondigd.” beeld iStock

Vorige maand was het weer raak: Ye West (voorheen Kanye West) begon opnieuw een antisemitische tirade. Hij noemde zichzelf een nazi, beweerde dat Joden niet te vertrouwen waren en verklaarde zelfs Adolf Hitler „gaaf” te vinden. Vervolgens gaf hij aan dat hij toch geen nazi was. Of dit nu, zoals hij eerder suggereerde, het gevolg is van een bipolaire stoornis (daarbij kunnen stemming en energie enorm wisselen) of niet, feit blijft dat de schade die zulke uitspraken aanrichten enorm is. West heeft 32 miljoen volgers en de invloed die zijn woorden op de jeugd hebben, is niet te overzien. De impact van deze onlinehaat is groot en, erger nog, vrijwel onherstelbaar.

Onlinehaat beperkt zich niet tot het internet maar sijpelt steeds meer door naar de echte wereld

Gapende wond

Het afgelopen jaar is er veel aandacht besteed aan de bestrijding van antisemitisme. Van Holocausteducatie tot dialoogsessies en het leren over Joodse geschiedenis: verschillende initiatieven zijn gepromoot als oplossing voor een groeiend probleem. Toch blijven dit vooral pleisters op een gapende wond zolang we niets doen aan de enorme stroom van onlinehaatberichten die met één klik op de knop honderden, duizenden of zelfs miljoenen mensen bereiken.

Sinds 7 oktober is het aantal antisemitische berichten op sociale media drastisch gestegen, zo meldt de organisatie CyberWell. Socialemediaplatforms worden overspoeld met gewelddadige inhoud waarin letterlijk fysiek geweld tegen Joden wordt aangekondigd. Dit heeft geleid tot een vicieuze cirkel van verheerlijking van geweld tegen Joden. Onlinehaat beperkt zich niet tot het internet, maar sijpelt steeds meer door naar de echte wereld. Het heeft door de veelvuldige herhaling directe invloed op hoe Joden in de maatschappij worden gezien.

Onze jeugd wordt dagelijks gevoed met ideeën over Joden die rijk zouden zijn en de wereld zouden willen overheersen

Dweilen met de kraan open

Vooral onder de jeugd is onlineantisemitisme steeds zichtbaarder. Scholen en leraren merken dat jongeren steeds vaker antisemitische stereotypen, scheldwoorden en vooroordelen meenemen naar school. Zo vroeg een leraar onlangs aan een leerling die een andere leerling voor „kankerjood” had uitgemaakt, waar dit vandaan kwam. De desbetreffende jongen gaf eerlijk toe dat hij dit op X (voorheen Twitter) had gelezen. „Meneer, mijn telefoon staat er helemaal vol van en iedereen scheldt ermee.”

Onze jeugd wordt dagelijks gevoed met ideeën over Joden die rijk zouden zijn, de wereld zouden willen overheersen en anders zouden zijn. We moeten dus niet verbaasd zijn dat het narratief aan het veranderen is. De goedbedoelde lessen over de Holocaust in klassen van twintig kinderen kunnen niet op tegen de invloed van sociale media en de haatplatforms met miljoenen volgers. Met andere woorden, zonder een gericht beleid blijft het bestrijden van antisemitisme dweilen met de kraan open.

Ons huidige rechtssysteem is niet voldoende uitgerust om de groeiende onlinehaat effectief aan te pakken

Ons huidige rechtssysteem is niet voldoende uitgerust om de groeiende onlinehaat effectief aan te pakken. Aangifte doen tegen individuen is weliswaar mogelijk, maar de politie en het openbaar ministerie beschikken simpelweg niet over voldoende middelen om elke dader op te sporen en te vervolgen. Dit wordt verder bemoeilijkt door de steeds geavanceerdere onlinetools waarmee anonieme gebruikers hun IP-adres kunnen maskeren. Daardoor wordt het vrijwel onmogelijk om hun geografische locatie te traceren. Als de haatzaaiers zich online kunnen verschuilen, biedt dit geen oplossing. Daarom moeten we de verantwoordelijkheid leggen bij degenen die deze haat een platform bieden, namelijk de onlineplatforms zelf.

Stevig sanctioneren

Tegenwoordig lijken platforms zoals X en Meta (moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp) steeds minder verantwoordelijkheid te nemen voor het bestrijden van haatzaaien, door zich te beroepen op het argument dat ze de vrijheid van meningsuiting waarborgen. Dit is inderdaad een fundamenteel recht, maar deze vrijheid moet grenzen kennen.

Een van die grenzen zou moeten liggen waar oproepen tot haat, en dus strafbare discriminatie, beginnen. Als samenleving kunnen we het niet accepteren dat onze jeugd wordt overspoeld door vormen van haat en discriminatie. Als de platforms zelf niet voldoende verantwoordelijkheid nemen, dan moeten we verregaande stappen nemen. Het stevig sanctioneren van deze platforms moeten we dan niet willen uitsluiten. Wel moet daaraan eerst de mogelijkheid worden geboden om verbetering te laten zien.

De auteur is onderzoeker en beleidsadviseur antisemitisme bij CIDI en doceert Joodse geschiedenis.

Meer over
Antisemitisme

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer