Missionaire gemeente De Brug in Huizen groeit. „Evangelisatie is een zaak van lange adem en trouw zijn”
De een groeide buitenkerkelijk op, de ander vond na jaren de weg terug naar de kerk of bekeerde zich van de islam tot het christendom. Op zondag ontmoeten ze elkaar bij De Brug in Huizen, die uitgroeide van pioniersplek tot missionaire wijkgemeente.
![De missionaire wijkgemeente De Brug in Huizen houdt elke week een inloopochtend in de Vituskerk, waar op zondag ook de ontmoetingsdiensten plaatsvinden. beeld RD, Anton Dommerholt](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F234160_271523c4c5.jpeg)
De deur van de Vituskerk in Huizen staat deze woensdagochtend uitnodigend open. ”Welkom” staat er op een bord bij de ingang. Achter in de kerkzaal zit een groepje mannen en vrouwen rond half elf koffie of thee te drinken. Op tafel ligt dagblad Trouw, naast een schaal met mandarijnen en een kletspot. Tegen de wand staat een kast met boeken en Bijbels.
Buurtbewoner Annie (86) is met haar rollator naar de kerk gewandeld. Tot 2017 was de Vituskerk in gebruik bij de rooms-katholieke parochie. Sinds 2020 huist De Brug er, een missionair initiatief van de hervormde gemeente Huizen. „Dit was vroeger de kerk van mijn man, die katholiek was”, zegt Annie. „Ik ben niet opgegroeid met de Bijbel, maar er werd thuis wel gebeden aan tafel. En ik ging naar een christelijke basisschool, waar de juf vertelde over Jezus.”
Annie komt bijna elke week naar de inloopochtend, waar iedereen welkom is voor koffie of thee, een praatje of een spelletje. „Ik verheug me er altijd op om hiernaartoe te gaan.” Op zondag bezoekt ze ook de dienst van De Brug, waar evangelist Jan Verkerk voorganger is. „Hij preekt altijd zo mooi.”
Jan de Boer (75), uit het naburige Bussum, is ook een van de vaste bezoekers. Als kind zat hij op zondag in de Nieuwe Kerk in Huizen en zijn huwelijk werd nog kerkelijk bevestigd. Daarna kwamen hij en zijn vrouw –zij is elf jaar geleden overleden– zelden meer in de kerk. „Ik reed als internationaal chauffeur op het buitenland en in het weekend was ik moe.”
Jarenlang had het geloof geen plek in het leven van De Boer en zijn vrouw, die 43 jaar getrouwd waren. „Toen ze aan het eind van haar leven in het ziekenhuis lag, zei ze: „Jan, zullen we samen eens gaan bidden?” Ik snap niet waar ze ineens de woorden vandaan haalde.”
Later zei een collega tegen De Boer: „Jullie kwamen vroeger toch in de kerk?” „Toen ben ik een beetje op zoek gegaan. Een vriendin uit de straat zei: „Waarom ga je niet eens mee naar Silo?” Dat is het gebouw waar De Brug in die tijd samenkwam. Ik ben met haar meegegaan en ben er blijven hangen. Ik heb hier mijn plekje gevonden. Als ik op zondag niet naar de kerk ga, mis ik het.”
De Boer neemt ook deel aan de doordeweekse Bijbelstudie. „Samen de Bijbel ontdekken, dat is heel belangrijk voor me. Ik heb alleen de lagere school gehad en ben niet zo geleerd. Maar Jan heeft me geholpen om de Bijbel te gaan lezen. Na het eten lees ik thuis elke dag een gedeelte, met een boekje ernaast dat ik van Jan heb gekregen. Daardoor kan ik het beter begrijpen.”
Kapel
Op zondag nemen de kerkgangers plaats op een bonte verzameling van zitplekken die in rijen voor het podium staan opgesteld: kuipstoelen, tweezitsbankjes, houten en leren stoelen. Ze werden hier geplaatst toen De Brug het leegstaande kerkgebouw in 2020 ging huren. „Als iemand een stoel of bank lekker vindt zitten en goed kan gebruiken, mag hij die meenemen”, zegt Loek Alta, een van de vrijwilligers in de koffiehoek. „Dan komt er vanzelf wel weer iets anders voor in de plek.”
Naast het podium bevindt zich een kleine kapel. „Hier kunnen mensen rust vinden, bidden of een kaarsje branden. Het loopt niet storm, maar er zijn wel mensen die er gebruik van maken”, vertelt Alta. Hij wijst ook op de herinneringsboom op het podium. „Op glazen druppels staan de namen van de mensen die ons ontvallen zijn.”
Jan Verkerk is sinds 2004 evangelist in Huizen. Hij volgde destijds Wim Poldervaart op, die bijna twaalf jaar in het dorp werkzaam was geweest. In de afgelopen twintig jaar maakte het missionaire werk een verdere ontwikkeling door, schetst Verkerk. „Ik heb veel mogen oogsten van wat mijn voorganger heeft gezaaid.”
Vele jaren werd in Huizen onder meer de oriëntatiecursus christelijk geloof gegeven, vertelt de evangelist. „Als vervolg daarop konden deelnemers zich aansluiten bij een oriëntatiekring. Er kwamen mensen tot geloof, die werden gedoopt of belijdenis deden en vervolgens werden ingeschreven bij een wijkgemeente. Maar het invoegen van deze mensen in een gemeente met 300 tot 500 kerkgangers en allerlei gewoonten en gebruiken, viel niet mee. Bijna 90 procent haakte na verloop van tijd af, niet van het geloof, maar wel van de kerkgang.”
Eigen tempo
Bezinning op deze ontwikkeling leidde tot eigen zondagse samenkomsten van De Brug. „We wilden een plek creëren waar mensen op de opstandingsdag van de Heere Jezus in hun eigen tempo en op hun eigen niveau het geloof kunnen beleven. In 2013 hielden we onze eerste kerkdienst, die we een ontmoetingsdienst noemen. Het gaat om de ontmoeting met elkaar en met God.”
De eerste diensten in Silo, een verenigingsgebouw van de hervormde gemeente, trokken twintig tot dertig bezoekers. Verkerk ging er als kerkelijk werker voor en werkte samen met teams op het gebied van pastoraat, diaconaat, muziek en liturgie.
Binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kwam intussen steeds meer aandacht voor missionair pionieren. Eind 2014 werd De Brug officieel een pioniersplek, met ondersteuning vanuit de landelijke kerk en de missionaire organisatie IZB. In 2015 kreeg Verkerk de bevoegdheid om de sacramenten te bedienen. „Er kwamen geregeld mensen naar me toe die zeiden: Ik wil gedoopt worden of belijdenis doen. We hoefden daarvoor dan geen predikant van buitenaf meer te laten komen, die de mensen niet kenden.”
Uiteindelijk groeide pioniersplek De Brug begin 2024 uit tot een missionaire wijkgemeente binnen de hervormde gemeente Huizen. In de praktijk veranderde daarmee niet veel, zegt Verkerk. Een verschil is wel dat bezoekers nu lid kunnen worden van De Brug, die twee ouderlingen en een diaken telt en rechtstreeks onder de algemene kerkenraad van hervormd Huizen valt.
De Brug heeft zo’n negentig leden, maar het aantal mensen met wie meer of minder frequent contact is, ligt veel hoger, zegt Verkerk. Van de 90 tot 110 bezoekers van de zondagse diensten had 60 tot 70 procent eerder „niets met het geloof”, weet de evangelist. Het gaat zowel om mensen die van huis uit onkerkelijk waren als om kerkverlaters die na jaren weer contact krijgen met de kerk. „Er komen ook nogal wat stellen in de categorie: hij gelooft, zij niet; of omgekeerd.” En 30 procent van de bezoekers „dreigde af te haken van de kerk, maar heeft nu toch weer een plekje gevonden in onze wijkgemeente.”
Tijdcollecte
De ontmoetingsdiensten hebben een eigen karakter. „We proberen geen kerkelijke geheimtaal te bezigen, want 90 procent van onze mensen is niet bekend met de kerkelijke structuur”, zegt Alta, die vanaf het begin bij de diensten betrokken is.
Diaken Aart Schaap knikt. „Het zegt mensen niets als we een collecte afkondigen voor de eredienst of voor de kerkrentmeesters. We hebben een afwijkend collecterooster, met één collecte per zondag, vaak bestemd voor kleine doelen die dicht bij de gemeenschap staan, zoals het Albanië Comié in Huizen. Vooraf geven we uitleg over het collectedoel in onze nieuwsbrief: Brugnieuws.”
Bij de collecte gaat het niet altijd om het inzamelen van geld. „We collecteren regelmatig voor de voedselbank. Dan vragen we mensen levensmiddelen mee te nemen. En we hebben ook weleens een kledingcollecte of een tijdcollecte gehouden. Bij die laatste stellen mensen tijd beschikbaar om iets voor een ander te betekenen, bijvoorbeeld door een bezoekje te brengen of een klusje te doen.”
Als diaken van De Brug zoekt Schaap, die tot zijn pensioen bij een bouwbedrijf werkte, ook verbinding met plaatselijke instanties, zoals de burgerlijke gemeente of het buurtwerk. „Er is veel eenzaamheid onder mensen. Daarom zetten we hier op woensdag letterlijk de deur open en is iedereen welkom.”
De inloopochtend, onder het motto ”Op verhaal komen”, is niet bedoeld om te evangeliseren. „Het kan weleens over het geloof gaan, als mensen erover beginnen, maar we overvallen hen niet met een preek. Op zondag is dat anders. Dan gaat het altijd over Jezus. Maar geloven heeft niet alleen met woorden te maken, ook met onze daden.”
Alta maakt een vergelijking met het marktplein van de oude Grieken. „Daar konden ze elkaar ontmoeten en verhalen delen. Die mogelijkheid bieden wij hier ook.”
Behalve de inloopochtend organiseert De Brug andere activiteiten, bijvoorbeeld op de landelijke Burendag. „Dan staat er een springkussen voor de kinderen en is er een kampvuur”, zegt Schaap. „Op zo’n dag leren de buren elkaar kennen, leren ze ons kennen en leren wij de buren kennen.”
Overigens neemt De Brug dit jaar noodgedwongen afscheid van de Vituskerk, omdat ze deze niet langer kan huren. De nieuwe locatie voor de ontmoetingsdiensten en activiteiten wordt binnenkort bekendgemaakt.
Lunch
Tegen twaalf uur neemt een buurtbewoner afscheid van vrijwilligers en medebezoekers. „Allemaal een hele fijne dag”, zegt ze, terwijl ze haar scootmobiel richting de uitgang draait. „Denk erom dat je niet over m’n tenen rijdt, hè”, grapt een man die bij de deur staat.
Zeven personen schuiven aan voor de lunch, waarvoor een bijdrage van 2 euro wordt gevraagd. Vrijwilligers zetten borden met tosti’s en bekers cup-a-soup op tafel. Een van de gasten is Martijn, zoon van Nederlands-Molukse ouders. Hij vertelt dat hij in verscheidene landen heeft gewoond en drie jaar geleden vanuit de Verenigde Staten naar Nederland kwam. In Huizen vond hij tijdelijke woonruimte.
Via internet ging hij op zoek naar een kerk. Zo kwam hij bij De Brug terecht. „Ik was een beetje sceptisch, want Nederlands is niet mijn sterkste taal. Soms mis ik woorden, maar ik kan de diensten hier goed volgen”, vertelt de postbezorger, die vanwege een blessure tijdelijk zijn werk niet kan doen.
Zo komen mensen op allerlei manieren bij De Brug terecht. Sinds afgelopen zomer groeide het gemiddelde aantal kerkgangers opvallend, van zeventig naar negentig tot ruim honderd, zegt Alta. „Mensen nemen elkaar mee. We zijn er verwonderd over.”
Verkerk onderstreept dat. „Ik word verrast door hoe God steeds weer mensen op ons pad brengt.” Pas belde een vrouw hem. „Ik wil iets met het geloof”, zei ze. „Mag ik eens komen praten?” Dan maakt de evangelist graag een afspraak.
Evangelisatiewerk is een zaak van „geduld, lange adem, trouw zijn”, benadrukt Verkerk. „Je doet het niet even tussendoor. Ik trek vaak lang met mensen op en ga met iedereen een eigen weg. Intussen is God in mensenlevens aan het werk en zie ik wonderen gebeuren. Gisteravond sprak ik nog een moslim die tot geloof in de Heere Jezus is gekomen en binnenkort wordt gedoopt. Ik sta erbij, kijk ernaar, soms met tranen in de ogen, en dank God ervoor.”