Kerk & religieKerkgeschiedenis

Dopersen bestaan 500 jaar: zo begon het

De start van de eerste doperse geloofsgemeenschap had plaats op 21 januari 1525 in de Zwitserse stad Zürich. Maar door krachtig optreden van de overheid was er na een jaar weinig meer over van deze gemeente. De meeste leiders waren gevangengezet.

Harm Veldman
1 February 2025 11:10
Vervolgde doopsgezinden namen de wijk naar Straatsburg. beeld Sjaak Verboom
Vervolgde doopsgezinden namen de wijk naar Straatsburg. beeld Sjaak Verboom

Konrad Grebel was in 1526 gestorven aan de pest; Felix Mantz was in 1527 ter dood veroordeeld en verdronken; dr. Balthasar Hubmaier kreeg in Zürich zijn vrijheid terug, maar werd in Wenen in het openbaar verbrand. Zo was de eerste doperse gemeente ‘onthoofd’. Werd dit haar ondergang? Toch niet, al zag de toekomst er wel heel donker uit.

In Straatsburg was ruimte voor allen die zonder geweld hun geloof wilden beleven

Een deel van de doperse families zocht veiligheid buiten Zürich en vestigde zich in dorpen en stadjes in de Zwitserse of Oostenrijkse Alpen. Onder leiding van de ex-monnik Michael Sattler –die in Straatsburg een doperse gemeente had gediend– kwam in 1527 in het dorpje Schleitheim (bij Schaffhausen) een groep doperse leiders samen in een soort synode. Het doel was een document vast te stellen dat diende als belijdenis. Deze confessie ademde de geest van afzondering van de wereld, van weigering met wapens de macht te veroveren, ook van weigering om de eed af te leggen. Dr. Hubmaier was echter wel voorstander van wapengebruik. In zeven artikelen werd heel hun geloofsinhoud weergegeven; deze droegen de naam ”Schleitheimer Artikeln”. Zwingli en ook Calvijn hebben deze ”Confessio Schlattensis” met Bijbelse argumenten weerlegd.

Het was soms beter met de veiligheid gesteld in Augsburg en Straatsburg, waar de autoriteiten een zekere mate van tolerantie betrachtten. Zo verspreidde het anabaptisme zich in Duitse grensgebieden.

In 1527 kwamen zestig Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse doopsgezinde leiders in Augsburg samen. Zij zochten overeenstemming tussen vredelievende en activistische dopers, en zij weigerden wereldse ambten te vervullen, evenzo het afleggen van de eed en de dienst onder de wapenen. Na Augsburg ontmoetten de doopsgezinden vervolging en martelaar­schap. Daardoor namen velen de wijk naar Straatsburg – dat was een zelfstandige ”vrije Duitse rijksstad”. Daar was ruimte voor allen die zonder geweld hun geloof wilden beleven.

In 1529 besloot de Duitse Rijksdag in Spiers de doodstraf in te voeren voor alle doopsgezinden in heel het rijk, zonder tussenkomst van de inquisitie. Tot 1660 werden duizenden doopsgezinden gedood, soms op gruwelijke wijze. Toch lukte het de autoriteiten niet de beweging uit te roeien.

Emden werd een opvangcentrum voor veel geloofsvluchtelingen

Influencers

Veel doperse ideeën leefden voort in protestantse en humanistische kringen. Het betrof een diverse groep vrije denkers, die uiteenlopende dwalingen verkondigden in en buiten de doperse beweging. Hun aantal is heel groot; sommige onderzoekers signaleerden tientallen van dit type influencers. Om een indruk te geven wie het waren en wat ze verkondigden noemen we er vijf:

- Hans Denck (± 1500-1527), hij ontkende __ de goddelijke Drie-eenheid en gold tevens als een geestdrijver, ofwel spiritualist;

  • Sebastian Franck (1499-1542), hij wilde zich aan geen enkel kerkelijk dogma onderwerpen;

  • Jakob Huter (± 1500-1536), werkzaam onder dopers in Tirol, verwant aan Thomas Müntzer en Jan van Leyden; ontpopte zich als ”christelijke communist”;

  • David Joris (1501-1556), hij beweerde dat men aan vervolging kon ontkomen als men zich voordeed als trouw lid van de pauselijke kerk – het ”davidjorisme” heeft in Nederland tot na 1600 vrij veel aanhang gekend;

  • Caspar von Schwenckfeld (1489-1561); spiritualist uit Silezië met grote invloed op Melchior Hoffman.

Ook doken er in andere delen van Duitsland zomaar nieuwe woordvoerders op. De Oost-Friese havenstad Emden werd ook een trekpleister voor doopsgezinden. Daar trad Melchior Hoffman op als lekenprediker. Hij doopte veel volk, wel 300 personen, in de hal van de Grote Kerk van Emden. Hij had  eigenaardige denkbeelden over de leer over de menswording van Christus. Gods Zoon zou geen vlees en bloed hebben aangenomen van moeder Maria, maar slechts een schijnlichaam, dat door haar heen gegaan zou zijn – Christus had een ”hemels lichaam”. Het docetisme in de Vroege Kerk leerde deze ketterij ook al. Hierdoor werd Christus’ verlossing van de mens ondergraven.

Emden werd een opvangcentrum voor veel geloofsvluchtelingen. De eersten waren dopers uit de Noord-Nederlandse gewesten Friesland en Groningen.  De Oost-Friese overheid liet zich kennen als gastvrij voor allen die in vrede hun geloof wilden beleven. Het was ook economisch interessant om deze mensen in Emden en omringende dorpen en stadjes te laten wonen.

Melchior Hoffman werd daar actief nadat hij eerst had gepreekt in de Baltische staten Estland en Letland, toen bekend als Lijfland. Hij voorspelde dat in 1533 de wederkomst van Christus zou plaatsvinden en dat dan het duizendjarig rijk zou aanbreken. De apocalyptische preken trokken veel hoorders en ze kregen veel bijval uit de kringen van de dopers. Hij doopte allen die verlangend uitzagen naar het Godsrijk. In 1533 reisde Hoffman naar Straatsburg om de komst van het nieuwe rijk van God mee te maken. Maar de Straatsburgse gereformeerde predikanten Martin Bucer en Wolfgang Capito lieten zich niet van de wijs brengen. Uiteindelijk werd Hoffman gevangengezet en dat bleef zo tot zijn dood in 1543.

Maar zijn Emder activiteiten hadden vanaf 1530 grote invloed gekregen in de Groningse Ommelanden en in de Friese contreien. Daar werden in 1532 en 1533 de gelovigen opgeroepen naar Münster af te reizen om daar de komst van Gods rijk mee te vieren. Maar een van de mensen die door een assistent van Hoffman in Emden waren gedoopt en die de opvattingen van Hoffman uitdroegen, viel in Leeuwarden in handen van de inquisitie. Het was kleermaker Sicke Freerks. Al heel snel werd op 20 maart 1531 het oordeel geveld: de doodstraf. Die werd dezelfde dag nog voltrokken op de markt van Leeuwarden door onthoofding. Het publiek was ontsteld.

Doopsgezinde schuilkerk in het Friese dorp Pingjum, waar Menno Simons vandaan kwam. beeld RD, Henk Visscher 

Onder de toeschouwers bevond zich pastoor Menno Simons uit Pingjum.  Deze latere leider van de doopsgezinden was zijn kerkelijke dienst begonnen als priester in 1523 in het Friese dorpje Pingjum. Hij had gestudeerd in Utrecht, waar de invloeden van Luther en Zwingli goed merkbaar waren geworden. Onder meer bij rector Hinne Rode en zijn collega’s van de Utrechtse Latijnse school. Daar was Jan de Bakker een van zijn leerlingen; deze werd in 1525 als ketter verbrand.

Keerpunt

In de Nederlanden raakten de opvattingen van Cornelis Hoen (ca. 1440-1524/1525) ook meer en meer bekend, vooral bij rectoren en docenten van Latijnse scholen. Via hen werden de jongeren beïnvloed in reformatorische richting. Ook de Friese boerenzoon Menno Simons (1496-1561). Deze ging terug naar Friesland en behoorde tot de kritische geestelijken die veel verwachtten van Luther en diens Bijbelse inzichten over de inrichting en dienst van de kerk.

De kritiek nam grote vormen aan toen Sicke Freerks in Leeuwarden werd onthoofd. Dat werd voor Menno het keerpunt in zijn theologisch denken. Zijn studie van de kerkvaders uit de Vroege Kerk, van tijdgenoten als Luther, Bucer en Bullinger, bracht geen verandering in zijn leer over doop en verbond. Menno stelde daarna zelfs „dat wij met den kinderdoop bedrogen waren”. Hij koos na herdoop voor de doperse richting, met dien verstande dat hij alle geweld tegen andersdenkenden en overheden principieel verwierp; hij zou een vreedzame doperse leider zijn.

„Wij worden met den kinderdoop bedrogen”Menno Simons

In het roomse Witmarsum, waar Menno vanaf 1532 als pastoor diende, traden na de gewelddadige dood van Sicke Freerks zo nu en dan doperse voormannen op die Menno niet kende. Onder hen personen die opriepen om naar Münster te komen, waar het ”nieuwe Jeruzalem” werd gesticht. Dit drama begon in 1534 en eindigde in 1535 met de dood van de doperse geweldenaars.

Menno Simons had geen band met deze revolutionairen; hij verfoeide dit extremistische optreden. Toch kwam het zelfs zover dat op tweede paasdag 1535 het Oldeklooster bij Bolsward werd bestormd door 800 gewelddadige wederdopers. Zij verschansten zich daar tegen de wettige overheid. Ze gingen ertoe over om bewoners en hun sympathisanten te martelen en te doden; onder hen ook leden van de parochie van Menno.  De Friese stadhouder Georg Schenck van Toutenburg riep de landstorm op en belegerde het klooster, tien dagen lang. De nog levende wederdopers werden vervolgens standrechtelijk ter dood gebracht. „Arme, verdoolde schapen”, zo noemde Menno hen.

Menno Simons. beeld RD

Na in Noord-Nederland bij kleine groepen doopsgezinden te hebben gediend, trok hij naar Oost-Friesland. Daar moest hij zich drie keer officieel verantwoorden voor zijn geloofsopvattingen. Menno Simons kwam uiteindelijk tot rust in Wüstenfelde, in de grensregio Holstein. Daar overleed hij op 31 januari 1561.

Zijn belangrijkste boek was ”Dat Fundament des Christelycken leers”, kortweg het ”Fundamentboek”, dat gereedkwam in 1539-1540. Daarmee verwierf Menno zich een gezaghebbende naam bij veel doopsgezinden in Noordwest-Europa.

Afwijkingen

De leer van Menno Simons bevat afwijkingen van de Bijbel, die door reformatorische leiders aan de orde werden gesteld in zogeheten disputen. De eerste keer gebeurde dit in januari 1544 door de Poolse reformator Johannes a Lasco, die in Emden diende. Vervolgens op 6 en 15 februari 1554 door Marten Micron, een Vlaamse reformator die daarover twee geschriften uitgaf (1556, 1558). Beide gereformeerden hadden bij Menno gelezen hoe hij over Christus’ geboorte dacht. Deze gedachten had Menno overgenomen van Melchior Hoffman.

Johannes a Lasco en Marten Micron hebben getracht Menno Simons van zijn standpunt af te brengen, maar dat is hun niet gelukt. De doperse christologie is feitelijk een ketters leerstuk met grote gevolgen voor de leer van de verlossing.

Meer over
Kerkgeschiedenis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer