Kerk & religieKerkgeschiedenis

Waar en hoe ontstond de doperse geloofsrichting?

De doopsgezinden vieren dit jaar wereldwijd hun 500-jarig bestaan. Deze stroming kennen we als het anabaptisme ofwel die van de wederdopers. Ze ontstond vrij kort na de start van de Reformatie van Luther en Zwingli.

Harm Veldman
23 January 2025 19:10
De Zwitserse stad Zürich. Op 21 januari 1525 -vijf eeuwen geleden- stichtten de leiders van de doperse beweging er een kerkelijke gemeente.  beeld Zwitserland Toerisme
De Zwitserse stad Zürich. Op 21 januari 1525 -vijf eeuwen geleden- stichtten de leiders van de doperse beweging er een kerkelijke gemeente.  beeld Zwitserland Toerisme

Op 21 januari 1525 stichtten de leiders van deze beweging in Zürich een kerkelijke gemeente. Een dergelijke daad lijkt ons de gewoonste zaak van de wereld, maar het gaf toen grote reuring in kerk en staat.

Dat de doperse richting in Zwitserland toen steeds meer wortel schoot, brengt ons bij de vraag of Zwingli hierin een wezenlijke rol heeft vervuld. Deze hervormer had als jonge geestelijke voorafgaand aan zijn reformatorische optreden invloed ondergaan van Erasmus, de grote vredesapostel.

Zwingli waardeerde Erasmus om zijn Grieks-Latijnse editie van het Nieuwe Testament. Dat zette Zwingli aan tot diepgaande studie van de Bijbel. Het werd voor hem de weg naar de Reformatie. In 1519 werd hij pastoor aan de Grossmünster van Zürich en zette op dat moment de toon voor een nieuwe vorm van verkondiging. Zwingli bepaalde namelijk zelf de keuze van de Bijbeltekst waarover hij zou preken. Dat was echter voorbehouden aan de bisschop in die regio. De methode van Zwingli kreeg de naam ”lectio continua”, wat betekent: achtereenvolgende lezing en uitleg van een compleet Bijbelboek. Dit werd een grote stap naar een beter begrijpen van de samenhangen in de Bijbel. Een gouden greep voor veel meelevende kerkleden.

Bleef de kerk niet te veel hangen in oude rooms-katholieke gebruiken?

In de toen ontstane sfeer van vernieuwing vormde zich een vrije groep van jongere intellectuele kerkleden die deze stap van Zwingli hoog waardeerden. Zij deden daardoor veel aan Bijbelstudie. Met diens vernieuwingen konden ze best instemmen. Maar het gaf bij hen irritatie over het trage tempo van verdere kerkelijke vernieuwingen. Bleef de kerk niet te veel hangen in oude rooms-katholieke gebruiken?

Pestepidemie

De preken van Zwingli waren goed, maar de praktische toepassing liet te veel op zich wachten. Nu kwam dat voor een deel doordat Zwingli maandenlang uitgeschakeld was vanwege de pestepidemie in Zürich. Een ander punt was dat de lokale overheid de eenheid van de kerk wilde behouden voor rust in de samenleving. Er ontstond wel enige onrust: in de kerkdiensten werd de predikant meer dan eens onderbroken door een schelle oproep van roomsgezinde hoorders.

Mede daarom besloot de stadsregering (!) om op 29 januari 1523 een openlijk dispuut te houden tussen voor- en tegenstanders van hervorming. Zwingli stelde een lijst van 67 stellingen op die de kern van zijn hervorming weergaven. Voor een gehoor van 600 mensen in de grote raadszaal van Zürich toonde Zwingli aan hoe nodig het was om tot reformatie te komen. Zijn tegenstander wist de zaak van de pauselijke kerk niet te redden. De stedelijke regering besloot al na de ochtendzitting om Zwingli uit te roepen als de winnaar van het dispuut. Gevolg: de ingezette reformatie kon met steun van de overheid gewoon doorgaan. De nadere uitwerking hiervan kwam niet op gang.

De ontevredenheid daarover leidde tot een tweede dispuut op 26 oktober 1523 over de mis en de beelden.  De belangstelling was nog groter dan in januari: 900 mensen kwamen erop af. De discussie ging tussen Zwingli met zijn medewerkers en de leiders van de radicalen. De raad maakte na afloop bekend dat, gezien de geestelijke toestand van de kerkelijke gemeente, de beelden voorlopig bleven staan en de mis ook gehandhaafd werd. De radicale jongeren stonden perplex. Zwingli was kennelijk niet in staat zo’n besluit tegen te houden.

Kinderdoop

Intussen trok het thema van de kinderdoop steeds meer aandacht. De radicalen hadden er grote bezwaren tegen. En dat hing samen met hun opvatting over de heiligheid van de gemeente. De kerk was een gemeenschap van alleen maar heilige gelovigen. Zij konden de geloofsdoop ontvangen. Zo ontstond een tegenstelling met Zwingli; hij was voorstander van de kinderdoop, omdat ook kinderen volgens de Bijbel behoorden bij Gods verbond en dus het teken daarvan ontvingen.

Ter versterking van hun opvatting zochten de radicalen contact met twee Duitse theologen die ook de kinderdoop afwezen. In oktober 1523 spraken Grebel en Mantz in Schaffhausen met Thomas Müntzer, die Luther de rug had toegekeerd en nu de revolutionaire leider was van de Duitse boeren. In dezelfde maand bracht ex-hoogleraar Andreas Bodenstein von Karlstadt, ex-collega van Luther, een bezoek aan Zürich. Karlstadt was geradicaliseerd, vooral in zijn denken over de kinderdoop. Hij liet na om Zwingli zelf te bezoeken.

Dat ook onder de radicalen verschil van mening bestond, bewijst de brief van 5 september 1524 van Grebel en Mantz aan Müntzer om hem in de dreigende Boerenoorlog van geweld af te houden. Maar de oorlog was net begonnen.

Zwingli deed er alles aan om radicale opvattingen te weerleggen

Zwingli deed er alles aan om radicale opvattingen te weerleggen. Hij schreef een verhelderend boek: ”Commentaar over de ware en valse religie”. Ook bezocht hij de radicalen. De overheid had in 1524 toestemming gegeven om de beelden in de kerken te verwijderen. Maar dit weerhield de radicalen er niet van om alternatieven aan te reiken. Zij wilden een ”vrije kerk”, los van Zwingli en ook los van de overheid; die werden beide gerekend tot ‘de wereld’, daarmee wilden zij geen gemeenschap onderhouden. Zwingli werd, zolang hij zich niet tot het radicale standpunt bekeerde, als ”de antichrist in de Grossmünster” bestempeld. Hij reageerde met zijn boekje ”Wer Ursache gebe zum Aufruhr”. Maar de radicalen lieten hun oordelen niet varen. Zij richtten zich via Felix Mantz tot de overheid om het verwijt van oproer te weerleggen.

Nieuw dispuut

In januari 1525 werd in het gezin van Grebel een kind geboren. Vader Konrad weigerde pertinent het te laten dopen. De overheid belegde na een ingediend protest van de radicalen tegen de handhaving van de kinderdoop op 17 januari 1525 weer een dispuut, nu tussen Zwingli en de radicale leiders. Helaas zonder resultaat. De doperse radicalen beoordeelden de overheid voortaan als antichristelijk.

De volgende dag riep de raad van Zürich Zwingli uit tot winnaar en gelastte Grebel en Mantz om te stoppen met het houden van huiselijke bijeenkomsten. Maar daaraan gaven zij geen gehoor.

Huldrych Zwingli. beeld Wikimedia Commons

De ruime huiskamer van de woning van Felix Mantz, in de Neugasse dicht bij de Grossmünster van Zürich, was de avond van de 21e januari de locatie van de stichting van de eerste doperse gemeente in het kanton Zürich. De aanwezige gelovigen, opgeroepen door Grebel en Mantz, waren niet uit het lood geslagen door het verbod van de overheid; ze toonden zich blij met deze vervolging en onderdrukking. Dat behoorde tot het ware christen-zijn.

Toen stond de ex-priester Georg Blaurock op en vroeg Grebel of deze hem wilde dopen, hérdopen. Dat vond instemming, en zo voltrok Grebel de eerste geloofsdoop. Hiermee werd het anabaptisme officieel een feit.

De volgende dag kwamen ze weer samen in Zollikon, een dorpje zuidelijk van Zürich. De schare van doperse gelovigen groeide snel door het belijdenis afleggen van 35 dorpelingen die daarop ook gedoopt werden. In de Alpen was een ware opwekkingsbeweging op gang gekomen. Het optreden van Balthasar Hubmaier zorgde in Oost-Zwitserland voor nieuwe doopsgezinde gemeenten. Onder hen kwam het tot extatische voorvallen, ook tot taferelen van seksuele ontsporingen.

Gevangenisstraf

Al op 30 januari 1525 kwam de overheid van Zürich in actie. Blaurock en Mantz werden met 25 pas gedoopten gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis. Grebel wist nog de dans te ontspringen, maar werd later toch gegrepen en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De groep uit Zollikon kreeg zijn vrijheid terug onder de plechtige belofte geen strijd meer te beginnen.

Grebel ontsnapte uit de gevangenis, maar stierf in augustus 1526 aan de pest. Mantz werd vanwege zijn pertinente ongehoorzaamheid aan de overheid ter dood veroordeeld. De voltrekking vond plaats op 5 januari 1527 in Zürich door verdrinking in de Limmat. Zwingli had nog vaak met gevangenen gesproken, maar velen bleven vasthouden aan hun nieuwe geloofsovertuiging.

Door de verbanning of de dood van diverse leiders ging de doperse beweging steeds meer ondergronds. Sommige doperse families emigreerden naar veiliger streken, onder andere naar de tolerante stad Straatsburg.

Meer over
Kerkgeschiedenis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer