OpinieToegespitst

Voortdurend botsingen rond homoseksualiteit

Homoseksualiteit is voor orthodoxe christenen onmiskenbaar een moeilijk punt. De Bijbel botst hier frontaal met de huidige publieke moraal.

Dr. C.S.L. Janse
7 January 2025 08:38
beeld RD
beeld RD

Recent ontstond er ophef over een documentaire die een oud-leerling van het Driestar College gemaakt had over zijn jeugdjaren als homo. Het zal de laatste keer wel niet zijn dat iets dergelijks gebeurt. Een voorzichtige, maar ook beginselvaste opstelling is hier vereist.

In 1981 verscheen in opdracht van het toenmalige ministerie van CRM een advies over de wettelijke bestrijding van discriminatie wegens homofilie. Daarin kwam men tot de conclusie dat de maatschappelijke weerstanden tegen homofilie zodanig waren afgenomen dat ze geen beletsel meer vormden voor de invoering van een wettelijk discriminatieverbod. Al eerder, in 1971, was artikel 248bis uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt, dat homoseksuele relaties met minderjarigen strafbaar stelde.

Inmiddels is seksuele gerichtheid toegevoegd aan de lijst van verboden discriminatiegronden in artikel 1 van de Grondwet. Nu ligt aan discriminatie (het ongelijk behandelen van gelijke gevallen) altijd wel een veronderstelling ten grondslag over wat gelijk en wat niet gelijk is. De onderliggende gedachte hier is dat seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht volstrekt gelijkwaardig zijn aan man-vrouwrelaties.

„Voor ieder die zich als christen beschouwt is het natuurlijk wel een punt dat homoseksuele relaties in de Bijbel in krachtige bewoordingen worden afgewezen.” Foto: Een pride vlag aan de Montelbaanstoren tijdens de Canal Parade in Amsterdam. beeld ANP, Ramon van Flymen.

Schuiven

Ook in de kerken is er veel verschoven. Halverwege de vorige eeuw wees een voor velen gezaghebbend theoloog als Karl Barth in zijn ”Kirchliche Dogmatik” homoseksuele relaties af als pervers en decadent. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ging dat echter schuiven. Eerst in de Gereformeerde Kerken en de Hervormde Kerk. Inmiddels zijn ook de vrijgemaakten om. De Nederlandse gereformeerde hoogleraar ethiek prof. dr. De Bruijne volgt duidelijk niet de lijn van zijn voorganger Douma.

In de Christelijke Gereformeerde Kerken is er behalve over vrouwelijke ambtsdragers ook een diepgaande verdeeldheid over de aanvaarding van homoseksuele relaties bij avondmaalgangers en ambtsdragers. In de kring van de Gereformeerde Bond zie je hier en daar dezelfde verschuivingen. Dat geldt ook voor de evangelische wereld.

Christenen denken heel verschillend over homoseksualiteit, zo wordt tegenwoordig vaak beklemtoond. En de teneur daarvan is dat het dus eigenlijk een vrije kwestie is. Ieder mag zijn eigen keuze maken. In de documentaire lijkt prof. Huijgen ook op die lijn te zitten.

Christenen zijn er inderdaad in alle soorten en maten en denken zo ongeveer over alle dingen verschillend. Dat iemand zich christen noemt zegt helaas niet zo veel. In de PKN had je zelfs een predikant (ds. K. Hendrikse) die stelde dat God niet bestond.

Voor ieder die zich als christen beschouwt is het natuurlijk wel een punt dat homoseksuele relaties in de Bijbel in krachtige bewoordingen worden afgewezen. Wie daar onderuit wil, zal de Bijbel op een heel andere manier moeten lezen dan vanouds in orthodoxe kring gedaan werd. Dat gebeurt dan ook. Niet voor niets spreekt men van een nieuwe hermeneutiek.

Wie in onze tijd vast wil houden aan de scherpe veroordeling in de Bijbel van homoseksuele relaties schaadt de doorwerking van het Evangelie, zo redeneert men. Die opstelling getuigt ook niet van liefde ten opzichte van de broeders en zusters die zo’n relatie hebben.

God is een God van liefde. Dat is de hoofdlijn van de Bijbel. Alles wat daarmee in strijd is moet wijken. Lees de Bijbel met de liefdevolle ogen van Jezus, zo wordt het kerkvolk voorgehouden en laat je door de Geest leiden op nieuwe wegen, zodat het christelijk geloof voor mensen van deze tijd aantrekkelijk wordt. Maar dat is dan wel een ander christendom dan in onze gereformeerde belijdenis verwoord is.

Niettemin is het geen eenvoudige zaak als mensen uit orthodoxe kring te maken hebben met een homofiele geaardheid. Dat was vroeger zo toen er in de brede samenleving afkeurend gesproken werd over homoseksualiteit, dat is ook tegenwoordig zo nu velen in en buiten de kerk niet schromen om het kwade goed te noemen. Existentiële vragen dringen zich dan op. Hoe kun je leer en leven met elkaar in overeenstemming laten zijn?

Dat alles raakt ook het gezin waartoe men behoort, de kerkelijke gemeente en andere verbanden. Je ziet nogal eens dat mensen positiever over homoseksualiteit gaan denken wanneer ze daar in hun naaste omgeving mee te maken krijgen. Daar kun je je iets bij voorstellen. Zeker tussen ouders en kinderen bestaat er een sterke band. Je wilt ze niet voor het hoofd stoten. Je wilt ze niet kwijtraken. Maar we mogen vanwege de familieverhoudingen Gods gebod niet krachteloos maken. „Die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig” (Mattheüs 10:37).

Onder de kerkverlaters in orthodoxe kring zijn homo’s sterk oververtegenwoordigd. Een pastorale benadering is zeker hier onmisbaar. Maar pastoraal is niet hetzelfde als toegeeflijk.

Veiligheid

Op reformatorische scholen is het helemaal een delicate zaak wanneer jongeren zich als homo presenteren. In de huidige situatie kijkt de buitenwereld mee en de onderwijsinspectie niet minder. Een paar jaar geleden was er een kwestie op de Gomarus scholengemeenschap in Gorinchem, recent op het Driestar College in Gouda.

De documentaire van Robbert Rodenburg werd aan de vooravond van Paarse Vrijdag uitgezonden. Hij oordeelde daarin heel negatief over zijn vroegere school. Het Driestar College liet weten dat alle leerlingen zich veilig zouden moeten voelen „ongeacht hun achtergrond, huidskleur of geaardheid”. Dat is terecht.

Het probleem is echter wel dat zich veilig voelen tegenwoordig ruim uitgelegd wordt. Als de Bijbelse boodschap die een reformatorische school moet uitdragen op bepaalde punten botst met de opvattingen en levenspraktijk van de leerling, wordt algauw geconcludeerd dat dat voor hem of haar geen veilige omgeving is. Toch mag je daar niet over zwijgen, al moet je je woorden met zorg kiezen. Omdat je het hart van de leerling wilt bereiken en omdat je weet dat de buitenwereld meeluistert.

De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer