Revolutionaire scheepszaag uit Nederland maakt levensgevaarlijk sloopwerk overbodig
Veel afgedankte zeeschepen worden nu nog op stranden in Azië met de hand gesloopt. Met een door Nederlandse ondernemers ontwikkelde grote zaag moet dat sneller –en milieuvriendelijker– kunnen.
Zoals je een brood in boterhammen snijdt met een mes, zo zou je ook een gigantisch zeeschip aan het einde van de levensduur in plakken moeten kunnen zagen. Stel je voor: van boven naar beneden gaat een draaiende zaag door het schip heen, zelfs dwars door het motorblok. Totdat er een reep afkomt, en weer een. Alle materialen kunnen zo worden gerecycled.
„Technisch is dat allemaal mogelijk”, zegt ondernemer Frank Geerdink (67). Met zijn bedrijf CMT International (de letters staan voor circulaire maritieme technologie) werkt hij hard aan de praktische uitvoering. De afgelopen jaren heeft hij veel tijd en onderzoek gestoken in de ontwikkeling van de zaag.
Die staat nu opgesteld in een grote fabriekshal in Schiedam. In feite is het een stalen draad met scherpe randjes, die als een fietsketting ronddraait over twee assen en zich langzaam maar zeker een weg baant door een stalen plaat. „De buitenkant van een zeeschip is niet zo dik, ongeveer een centimeter”, zegt Geerdink, die zich klaarmaakt voor een presentatie aan allerlei gasten.
Zeeschepen worden nu nog vooral gesloopt op stranden in Bangladesh, India en Pakistan. De arbeiders die met snijbranders werken hebben een van de gevaarlijkste banen die er bestaan, volgens de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties. De laatste vijftien jaar zijn op deze slooplocaties 447 mensen omgekomen, meldt de maatschappelijke organisatie Shipbreaking Platform.
Hoewel het verboden is voor Europese scheepseigenaren om hun schepen op die manier af te danken, gebeurt het toch. In het West-Indiase Alang zijn vorig jaar bijvoorbeeld 140 zeeschepen ontmanteld op het strand, waarvan een flink deel uit Europa. Voor de Indiase overheid is dit een belangrijke industrie.
Geerdink wist niet wat hij zag toen hij Alang bezocht in het jaar 2000. „Het is alsof je in een film belandt. Op het droge zijn zeeschepen gigantisch groot. Ik was ook onder de indruk van de slechte arbeidsomstandigheden.” Hij vermoedt dat het genoemde dodental in werkelijkheid hoger uitvalt. „De arbeiders die ’s ochtends niet meer uit bed komen omdat ze te ziek zijn van de giftige stoffen die ze inademen, worden niet meegeteld.”
„De arbeiders die ’s ochtends niet meer uit bed komen omdat ze te ziek zijn van de giftige stoffen die ze inademen, worden niet meegeteld voor het aantal doden” - Frank Geerdink, ondernemer
Hiervoor moet een oplossing komen, besloot Geerdink toen. „Maar bij een rondgang in de Nederlandse industrie bleken veel partijen niet geïnteresseerd. Ze vonden het wel best zo.” Een uitzondering was het familiebedrijf Huisman, dat bijvoorbeeld installaties voor schepen bouwt om windturbines te plaatsen.
De proefopstelling in de hal van Huisman is zo’n tien meter breed. Als de echte sloopwerf er komt, zal de scheepszaag vijf keer zo groot moeten zijn. Een druk op de knop en daar begint de zaag luidruchtig te zagen. Achttien centimeter per minuut. De sloop van een schip zou zo enkele dagen duren in plaats van zes maanden, zoals in India.
Klimaatvriendelijker
Ook is de zaag veel klimaatvriendelijker dan de demontage met branders, zegt Geerdink. „Om een schip van 10.000 ton op het strand van Alang in stukken te zagen, zijn 22.000 grote flessen gas nodig.”
Oud-Tweede Kamerlid Kees van der Staaij kijkt toe als speciaal gezant van het kabinet voor de maritieme maakindustrie. Net als vertegenwoordigers van de provincie Zuid-Holland, regionale investeringsorganisaties en de Nederlandse sociale onderneming Enviu, dat duurzame bedrijven zoals CMT helpt opbouwen. Als de zaag is uitgeraasd, klinkt er applaus.
„Welk deel van het schip kun je zo verwerken?” vraagt Van der Staaij. „We recyclen 99 procent”, zegt Geerdink. „Van het resterende afval wordt op de werf elektriciteit gemaakt voor de werkzaamheden.” De verkoop van alle materialen moet meer kunnen opleveren dan de aankoop van het afgedankte schip, verwacht Geerdink.
De demontagewerf zou het nodige schroot kunnen opleveren voor staalbedrijven in Nederland, België en Duitsland. Robots, ontwikkeld door het Nederlandse bedrijf Grimbergen, gaan de afgezaagde plakken staal verwerken tot kleinere, schonere platen. Vervolgens worden die afgevoerd voor hergebruik. Staalbedrijf ArcelorMittal is ook komen kijken.
Tweede Maasvlakte
De grootste opgave? „Een stuk land verkrijgen in de haven van Rotterdam, Amsterdam of Vlissingen”, zegt Geerdink. „Voor een grote testinstallatie is 8 hectare nodig, voor de uiteindelijke werf 25 hectare. We hopen nu op toestemming om op de tweede Maasvlakte te beginnen.”
„Een werf om schepen te ontmantelen, die missen we nog wel op ons continent” - Kees van der Staaij, speciaal gezant voor de maritieme maakindustrie
Van der Staaij vindt dat Nederland een verantwoorde sloop van zeeschepen moet ontwikkelen. „Dat biedt ook economische kansen”, zegt hij. „Een zeeschip gaat gemiddeld zo’n dertig jaar mee. Dat betekent dat er veel schepen richting het einde van hun levensduur gaan.”
Frank Geerdink werd niet erg enthousiast ontvangen in de scheepsindustrie. Is dat niet schokkend? „Het kost altijd tijd om veranderingen tot stand te brengen. Er is altijd een bepaalde weerstand”, zegt Van der Staaij. „Ik geloof erg in het steunen van goede ontwikkelingen. Laat zien dat het anders kan. Geef niet alleen straf, maar bouw ook iets op. Een werf om schepen te ontmantelen, die missen we nog wel op ons continent.”