Gevoel van onrecht overmeestert me als de politie een waker wegstuurt
Het is een koude oktoberochtend als iets na negen uur in de Utrechtse Biltstraat een vrouw uit de auto stapt. Vanaf de overkant van de straat zie ik hoe ze naast de ingang van de parkeerplaats gaat staan.
„Bescherm je baby”, staat er op een groot bord dat ze in haar handen houdt. „Wij bieden hulp aan jou en je kindje”. Ze zegt niks. Staat daar alleen. Knikt vriendelijk naar voorbijgangers. Kijkt medelijdend naar een vrouw die bij de ingang blijft hangen; haar gezicht is betraand en ze rookt een sigaret. Moederziel alleen.
De waker zegt niks – bewust. Ze laat de vrouw alleen haar bord zien. Eerder knoopte ze wel zelf een gesprek aan. Nu wil ze vooral voorkomen dat de buurt of de kliniek haar verwijt vrouwen lastig te vallen.
Niet veel later stapt de buurman naar buiten. Hij duwt een kinderwagen vooruit, een peuter dribbelt naast hem. Zíj mochten geboren worden. Zij wel. De kinderen in het gebouw naast hun huis niet.
Na een halfuur doemt er ineens een rood-blauw gestreepte wagen op tussen de auto’s, lijnbussen en pakketbezorgers die zich onophoudelijk een weg banen door de Utrechtse binnenstad. Twee agenten stappen uit. Nu doet de waker haar mond wel open. „Dat mensen het niet met mij eens zijn, is toch nog geen reden om mij hier weg te sturen?” Maar de agenten zeggen dat mensen last van haar hebben. „Het feit dat u hier staat wordt gezien als hinderlijk. Omdat het verzwarend kan zijn voor mensen die hier naar binnen willen.”
Ze moet weg van deze plek. Anders nemen ze haar mee naar het bureau. De waker geeft haar protest op. Ze laat zich vandaag niet oppakken. Dat levert telkens een proces-verbaal en een paar honderd euro boete op (pas vorige week liet het OM weten deze zaken in te trekken).
„Het feit dat u hier staat wordt gezien als hinderlijk” - Agent tegen waker bij abortuskliniek
Mijn gedachten gaan terug naar de joelende menigte bij de opening van het Holocaustmuseum, die in het gezicht van Shoah-overlevenden opriep tot de vernietiging van Israël. Zij mochten daar staan. Hinderlijk?! Dat was toen geen argument om de demonstranten op een andere plek te parkeren.
Ik denk aan de schreeuwende klimaatactivisten die gaan zitten op de snelweg en zich vastplakken aan talkshowtafels. Die soep gooien over schilderijen, politieke vergaderingen verstoren, gebouwen bekladden en blokkeren. Slechts een handjevol kreeg een boete.
Ik denk aan de pro-Palestinabetogers die stenen uit de straat rukten en een ravage achterlieten op de Amsterdamse universiteitscampus. Schade: 4,1 miljoen euro. Schande spraken sommige politici over het ingrijpen door de politie en de ME.
En ik denk aan de zeven keer dat dit jaar een vrouw in de cel zat omdat ze bij een abortuskliniek bezoekers op andere gedachten probeerde te brengen. Door hen actief aan te spreken, folders uit te delen of alleen biddend een bord vast te houden – dat maakt niet uit. Alleen daar staan is al „hinderlijk”.
De waker protesteert in haar eentje. Staat alleen tegenover een boze buurt en artsen die de boodschap van het leven niet willen horen. En toch. Het kwaad heeft niet het rijk alleen.