Dirkje Slingerland (37) uit Groot-Ammers bracht dinsdag een paar uur door in de cel op het politiebureau omdat ze folders uitdeelde bij de abortuskliniek in Utrecht. „Spijt heb ik niet.”
Nog geen vijf minuten staat Slingerland bij de abortuskliniek in Utrecht als een medewerker in witte jas boos naar buiten komt. Hij sommeert haar naar de overkant van de straat te gaan, omdat ze vanwege een bufferzone niet zo dicht bij de kliniek zou mogen komen. Slingerland legt uit dat dit niet klopt: ze staat immers alleen, waardoor haar actie niet onder het demonstratierecht valt en haar dus ook niet zulke beperkingen opgelegd kunnen worden. „De man zei dat hij me een arrogant mens vond en dat hij de politie ging bellen.”
Die arriveert al snel. Agenten nemen volgens haar poolshoogte in de kliniek en beschuldigen Slingerland vervolgens van wanordelijkheden. „Ze zeiden dat mijn aanwezigheid voldoende was om mij op te pakken. Omdat buurtbewoners boos waren en de kliniek last had van mij.” Volgens de vrijwilliger niet terecht. „Ik sta bewust niet pal voor de deur van de kliniek, maar aan de zijkant. Mensen kunnen met gemak om mij heen lopen. Voorbijgangers vraag ik altijd eerst of ik hun een hulpfolder mag aanbieden. Als ze nee zeggen, houdt het op.”
Slingerland verwacht op dat moment niet dat de agenten haar daadwerkelijk zullen meenemen. „In Rotterdam, waar ik ook vaak sta, dreigt de politie geregeld met arrestatie of een strafblad. Maar telkens blijkt dat niet te kunnen. Met zo’n dreigement willen ze ons onder druk zetten weg te gaan. Ik zie dat als een geestelijke strijd.”
Onrust
Een uur lang houdt de politie de vrouw vanuit de auto in de gaten. „Ik deed gewoon wat ik altijd doe”, vertelt Slingerland. „Folders uitdelen. Ik dacht: ze kunnen me niet wegsturen terwijl ik niets verkeerds doe. Daarom ben ik blijven staan.” Intussen komt er ook een evangelist langs die voor Slingerland begint te bidden. „Ik kende de man niet, maar hij had het op z’n hart gekregen om op dat moment naar de kliniek te gaan.”
Terwijl de politie een oogje in het zeil houdt, laat een boze vrouw weten dat ze de actie niet kan waarderen. „De agenten gebruikten dat later: Zie je wel, je veroorzaakt onrust.”
In de cel heb ik mijn gedachten gefocust op het kindje dat gered was
Verder neemt een vrouw, die huilend bij de kliniek arriveert, een flyer aan. Na een halfuur komt zij weer naar buiten. Ze heeft geen abortus gehad, concludeert Slingerland, want die ingreep duurt tweeënhalf tot drie uur. Verder is er een stel dat twijfelend bij de deur blijft staan nadat ze de flyer hebben gelezen. De waker deelt het in de groepsapp van vrijwilligers en vraagt om onophoudelijk gebed. „Een kwartier later, op het moment dat ik in de politieauto wegreed, zag ik hen weglopen bij de kliniek. Nu wordt er een leven gered, dacht ik. Ja, dan heb ik die aanhouding ervoor over.”
Moed
Bang is ze naar eigen zeggen niet geweest. „Toen ik op het politiebureau dat kleine celletje zag, moest ik wel tegen mezelf zeggen: rustig blijven. Dat lukte gelukkig.” Drieënhalf uur zit Slingerland opgesloten. „Tussen de criminelen: in de ruimte naast mij hoorde ik steeds geschreeuw.” Haar bovenkleding heeft ze uit moeten doen. „Best heftig. Maar terwijl ik daar zat, zag ik in gedachten telkens het stel voor me dat ervoor koos naar huis te gaan. „Ik heb God gedankt voor het kindje dat gered was. Daar heb ik mijn gedachten ook op gefocust.”
Spijt van het flyeren heeft Slingerland, die vier jaar actief is als waker, niet. „Mijn intentie is niet om het vrouwen moeilijk te maken. Voor hun nood is meer aandacht nodig, ook in kerken. Veel vrouwen krijgen abortus opgedrongen als enige optie.” Slingerland doet dit uit „barmhartigheid voor ongeboren leven. Ik geloof dat God de Schepper is van het leven en dat geboren leven even veel waarde heeft als ongeboren leven." Ze is dan ook niet van plan om nu rust te nemen. „Ik ga zeker weer, met moed. God geeft me de kracht. Hij heeft de nood van het ongeboren leven en hun moeders in mijn hart gelegd.”