Stille strijd in meest Russische stad van Europa: loyaal aan het Westen of aan Moskou?
Sinds de Russen in februari 2022 Oekraïne binnenvielen, is de spanning in Narva om te snijden. In de meest Russische stad van Europa worstelen burgers met hun verleden en met een Europese toekomst. „Ik zwijg al bijna drie jaar over Oekraïne.”
Het openluchtconcert dat de Russen vorig jaar op de oostelijke oever van de Narvarivier organiseerden, was ook vanaf de kade in Narva –circa 50 meter verderop– uitstekend te volgen. Die bewuste 9 mei zag het op beide rivieroevers zwart van de mensen. Vrolijke gezangen schalden over het water tijdens de viering van de overwinning van het Rode Leger op nazi-Duitsland. Toen de ”Kalinka” –een populair volksliedje van de Sovjets– uit de speaker klonk, zongen en dansten de tientallen sympathisanten aan Estse zijde enthousiast mee. „Voor het eerst vieren we deze dag samen”, riep een presentator. „Ik hoop dat het een traditie wordt.”
Gemeenteambtenaar Meelie Kuusk stond die bewuste dag tussen de feestvierders in Narva. „Ik snap dat de oudere generatie zich cultureel meer verbonden voelt met Rusland”, zegt Kuusk, die veel Russische vrienden en collega’s heeft. „Natuurlijk zing je mee als je liedjes uit je jeugd hoort. Die mensen zongen over hun grootouders die tegen de nazi’s vochten; dat zijn geen pro-Russische uitingen”, zegt hij stellig.
Pro-Oekraïense activisten die op het evenement waren afgekomen, werden door de politie gemaand hun blauw-gele vlaggen op te rollen en te vertrekken. Logisch, vindt Kuusk. Hij noemt het „pure provocatie”. „Er was geen enkele noodzaak om tijdens de Russische Dag van de Overwinning voor Oekraïne te demonstreren.”
Toch maakte het concert aan de rivier veel los. De directie van het Narva Museum, gevestigd in de dertiende eeuwse Hermansburcht die op een rots aan de linkeroever boven de rivier uittorent, hing diezelfde dag een poster op de muur van president Vladimir Poetin. Goed in het zicht van de feestgangers. ”Oorlogsmisdadiger”, luidde het opschrift. Russische grenswachten eisten dat de poster zou worden verwijderd. Tevergeefs.
Vriendschapsbrug
Vandaag is het uitgestorven in Narva. Er lopen nauwelijks mensen over de kade langs de Narvarivier. Slechts een enkele visser trotseert de aanhoudende regen en wind. Ook aan de overkant van de rivier werpen enkele vissers een hengeltje uit. Ze roepen naar elkaar; hun stemmen schallen over de rivier. Russisch.
In Narva, een plekje aan de uiterste grens van Estland met Rusland, eindigt de westerse wereld. Vlaggen van Estland, de Europese Unie en de NAVO hangen uitdagend naast elkaar. Aan de overzijde van de rivier wappert de Russische driekleur –wit-blauw-rood– op een burcht die dreigend boven het water uittorent.
Hemelsbreed liggen Narva en Ivangorod op nog geen 50 meter afstand van elkaar. Alleen de rivier scheidt de buursteden. Maar sinds de Russische inval in Oekraïne is het moeilijker dan ooit om de grens over te steken. Met stalen hekken en betonblokken is de Vriendschapsbrug naar Ivangorod hermetisch afgesloten. Alleen voetgangers mogen naar Rusland.
„Maar weet wat je doet”, waarschuwt Anna Shkuratova, die vanuit haar sportschool op Ivangorod uitkijkt. „Russische beambten laten je aan de grens tot vier uur lang wachten.”
„Waar de Russen vroeger een vrolijk, open en opgeruimd volk waren, hebben ze nu geen gelaatsuitdrukking meer” - Anna Shkuratova, eigenaar van een sportschool in Narva
Voor Shkuratova –kort, roodkleurig kapsel en een zwarte bril– is het alweer een tijd terug dat ze naar de overkant is geweest. Haar vader woont in Rusland, maar ze heeft er ook vrienden. „De laatste keer was ik in Sint-Petersburg”, vertelt de opgeruimde dertiger. Leuk was het er niet. „De sfeer was ronduit benauwend. Waar de Russen vroeger een vrolijk, open en opgeruimd volk waren, hebben ze nu geen gelaatsuitdrukking meer. De onderdrukking viel van de gezichten af te lezen”, beweert Shkuratova.
Teutoonse Orde
Shkuratova is Russisch, maar geboren en getogen in Narva. Net als circa 97 procent van de 52.000 inwoners is ze Russischtalig. Maar waar Shkuratova zich rekent tot de nieuwe generatie –ze kan ook prima met Ests of Engels uit de voeten– spreekt een groot deel van de bevolking van Narva slechts één taal: Russisch. Ze volgen Russische media, hebben een Russisch paspoort en scholieren kregen tot voor kort enkel les in het Russisch.
Ooit was Narva in handen van de Teutoonse Orde, Duitse kruisridders die zich ten doel stelden Pruisen en Lijfland –nu Polen, de Baltische Staten, Wit-Rusland en Oekraïne– te kerstenen, vertelt lokale gids Denis Bjorkland. In de eeuwen erna ontwikkelde Narva zich tot een belangrijk centrum voor handel met de Hanzesteden. De Russen bezetten in de eeuwen erna meermaals de stad, maar altijd bleef de bevolking Ests.
Tot het voorjaar van 1944. Maandenlang lag Narva in de vuurlinie in de strijd tussen het oprukkende Sovjetleger en de zich terugtrekkende troepen van nazi-Duitsland. De verliezen aan beide kanten waren enorm. In totaal lieten circa 15.000 Duitsers het leven; aan Russische zijde stierven volgens sommige schattingen tot wel 150.000 jongens.
Anno 2024 zijn in de omgeving van Narva nóg de gevolgen van de oorlog merkbaar. Langs de rivier staan verschillende monumenten die de herinnering aan de strijd levend houden. Iets ten noorden van Narva ligt het –na de Tweede Wereldoorlog door de Sovjets verwoeste– Duitse soldatenkerkhof waar 10.000 Duitsers zijn begraven. Een commissie van de Duitse regering stelt zich ten doel om alle 15.000 gevallen Duitse soldaten van de Slag bij Narva te begraven, staat op een bordje bij de ingang. Bezoekers zijn er vandaag niet. Het regent.
Gedeporteerd
„Narva is in 1944 compleet verwoest”, vertelt gids Bjorkland. Van de historische binnenstad, die er indrukwekkend moet hebben uitgezien, staat alleen het in 1963 herbouwde stadhuis overeind. Waar ooit felgekleurde façades de nauwe straatjes sierden, staan nu rijen grijze Sovjetblokken. De regen maakt het plaatje af. Het Narva van vroeger is niet meer.
„Narva is in 1944 compleet verwoest” - Denis Bjorkland, gids in Narva
Na de oorlog bevolkten de Sovjets het stadje opnieuw met mensen afkomstig uit de gehele Sovjet-Unie. Georgiërs, Oekraïners en Russen vonden in Narva hun nieuwe thuis. De immigranten hadden werk in de door de Sovjet-Unie geplaatste fabrieken, zoals in een uraniumverwerkingsfabriek en de textielindustrie, vertelt Bjorkland. De oorspronkelijke bevolking? Die was vermoord, gevlucht –mocht niet meer terug– of werd gedeporteerd.
Een sociaal experiment met gevolgen die tot op de dag van vandaag voortduren. Na de onafhankelijkheid van Estland in 1991 ging de op industrieën gerichte economie grotendeels teloor. Jaren van sociaaleconomische achteruitgang volgden. „Circa 12 procent heeft geen werk, en van de mensen die werken, verdient maar circa 60 procent het wettelijk minimumloon van 800 euro per maand”, vertelt burgemeester Jaan Toots in zijn kamer in het stadhuis van Narva. „Vergrijzing is hier ook een groot probleem: 30 procent van de mensen is pensionado.”
Grijs paspoort
De bevolking van Narva is nog altijd voor 97 procent Russischtalig – hoewel een deel in de jaren 90 naar Rusland vertrok. Bijna 50 procent heeft het Estse staatsburgerschap, een derde van de bevolking is Russisch staatsburger en circa 15 procent heeft een grijs paspoort –mensen zonder nationaliteit–, blijkt uit gegevens van de gemeente.
Na de onafhankelijkheid verleenden de Estse autoriteiten geen staatsburgerschap aan mensen die na 1940 het land waren binnengekomen en hun nazaten. Om een Ests paspoort te krijgen stelt de Burgerschapswet een rijtje eisen: men moet minimaal acht jaar in het land hebben gewoond, kennis hebben van de taal en grondwet en loyaliteit beloven aan Estland. Kinderen van ouders die ten minste vijf jaar in de Baltische staat wonen, maar geen staatsburgerschap hebben, krijgen sinds enkele jaren wél automatisch een Ests paspoort.
Autoriteiten
„Het grootste deel van de Russischtalige gemeenschap in Narva voelt zich thuis in Estland, maar ervaart meer culturele verbondheid met Rusland”, zegt Andrey Makarychev, hoogleraar regionale politieke studies en gespecialiseerd in de Russische gemeenschap in de Baltische staten, op zijn kantoor in de Universiteit van Tartu – de tweede stad van het land.
Dat de Russischtalige bevolking in Narva gediscrimineerd zou worden, zoals sommige analisten beweren, weerspreekt de hoogleraar – die zelf tien jaar terug uit Rusland emigreerde. „Ze worden hier normaal behandeld, net zoals iedere andere minderheid.”
Volgens Makarychev speelt de psychologie een handje mee in dat gevoel van discriminatie aan Russische zijde. „Russen weten niet wat het is om onderdeel te zijn van een minderheid. In alle ex-Sovjetstaten konden ze met het Russisch uit de voeten. Zelfs in Georgië, waar ze een klein deel van de bevolking uitmaken, is het Russisch nog steeds een officiële taal. Estland wil dat de Russischtaligen integreren. Daarmee worstelt de gemeenschap al meer dan dertig jaar.”
Zeker na 2014 zetten de Estse autoriteiten bewust in op integratie van de Russische bubbel in Narva. Oud-premier Jüri Ratas (2016-2021) leerde Russisch en voormalig president Kersti Kaljulaid (2016-2021) had er een verhuizing naar Narva voor over om „de mensen en hun problemen beter te leren begrijpen”. De Estse autoriteiten openden een Russischtalige tv-zender zodat de mensen in Narva in hun eigen taal informatie krijgt van Estse zenders, er worden cultuurfestivals georganiseerd om de Russische gemeenschap bekend te maken met de Estse cultuur en sinds dit schooljaar worden verplichte vakken op school in het Ests gegeven.
De maatregel had wel wat voeten in de aarde, vertelt lokaal ambtenaar Natalja Vovdenko die nauw betrokken is bij het invoeren van de maatregel. Het idee is om het voorheen volledig Russischtalige curriculum langzaam uit te faseren. „Tegen 2030 moeten alle verplichte vakken in het curriculum in het Ests worden gegeven.”
Ouders verzetten zich tegen de maatregel en de vaak Russischtalige leraren moesten een certificaat behalen om hun bekwaamheid in de complexe Estse taal aan te tonen. Ongeveer 500 leraren zakten aanvankelijk voor het examen, maar „inmiddels zijn de meeste docenten gecertificeerd”, weet Vovdenko. Wel erkent ze problemen met het invoeren van het Ests in de hogere groepen. „Leerlingen van 10 jaar en ouder moesten dit schooljaar opeens overschakelen op het Ests. Dat kan de schoolresultaten hebben beïnvloed.”
Makarychev vindt het kwalijk dat de gevoelige maatregel niet eerder is genomen. „Scholieren kwamen van school zonder fatsoenlijke beheersing van het Ests. Door dat niet aan te pakken, hield de overheid de Russische bubbel in Narva in stand. Bedenk: zonder de taal te spreken, is het lastig werk vinden in Estland.”
De integratie van de Russischtaligen in Narva ging de goede kant op. Tot de Russische inval in Oekraïne in februari 2022. Tot ongenoegen van de lokale gemeenschap verplaatste oud-burgemeester Katri Raik in de zomer van 2022 een T-34 tank –een oorlogsmonument ter ere van de overwinning van het Rode Leger op nazi-Duitsland– naar het nationaal oorlogsmuseum in Tallinn. Nadat ze vorig jaar ook vijf communistische straatnamen veranderde, moest Raik na een motie van wantrouwen in de gemeenteraad aftreden.
Oorlog
De inval in Oekraïne heeft volgens Makarychev de kloof tussen de Russische bevolking en de samenleving vergroot. „De gemeenschap in Narva heeft een probleem”, zegt de hoogleraar. „Ze willen zich distantiëren van de Russische inval in Oekraïne, maar niet van Rusland zelf. Toen de oorlog uitbrak, was de angst onder de Russischtalige bevolking om te worden geassocieerd met de agressor. Dus was de reactie: dit is niet onze oorlog.”
Maar bijna drie jaar na de Russische inval in Oekraïne neemt de druk om kleur te bekennen vanuit de Estse samenleving toe, beweert Makarychev. „De Russischtalige gemeenschap weigert dat echter nog steeds.”
„Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, was de angst onder de Russischtalige bevolking te worden geassocieerd met de agressor” - Andrey Makarychev, hoogleraar Governance en Beleid aan de Universiteit van Tartu
Zo blijkt ook op straat. Hoe u over de oorlog in Oekraïne denkt? „Een stomme vraag”, zo moppert een dame op leeftijd, die –weggedoken in haar bontjas– op het trottoir loopt. „Ik versta je niet”, reageert Artjom Mikolayev, die langs de rivier op zalm vist. Dan, na enig aanhouden: „Ik laat me niet uit over zo’n politieke kwestie.” Ook sportschooleigenaar Anna Shkuterova wil er niets over zeggen. „Ik zwijg al bijna drie jaar over Oekraïne.”
Gefaald
„In mijn opinie hebben we gefaald met de integratie van de Russischtalige gemeenschap”, concludeert Meelie Kuusk die over het plein voor het stadhuis loopt. In het zeer pro-Oekraïense Estland „leeft de bevolking van Narva in een ander universum”, zegt Kuusk.
Volgens de ambtenaar ligt de oplossing in een ‘verestonisering’. „Als er meer Esten naar Narva zouden emigreren, zou de integratie van de Russische bubbel sneller van de grond komen. En dan nog zal het generaties duren voordat Narva volledig Ests is.” Hoewel Kuusk „de afgelopen vijf jaar” veel ten goede heeft zien veranderen in Narva. „Tot voor kort kon je in een koffiezaakje enkel een cappucino in het Russisch bestellen; dat is gelukkig verleden tijd.”
„Tot voor kort kon je in een koffiezaakje enkel een cappucino in het Russisch bestellen; dat is gelukkig verleden tijd” - Meelie Kuusk, gemeenteambtenaar in Narva
Makarychev is het daarmee eens. „Neem Tallinn. Daar is circa 50 procent van de bewoners Russischtalig, maar is er geen sprake van een Russischtalige gemeenschap die een bubbel, een parallelle samenleving, vormt. Dat komt omdat in Tallinn genoeg Esten naast de Russischtalige bevolking wonen. Die samenleving is gemixter.”
Is ‘verestonisering’ niet precies wat de Russen na 1944 hebben gedaan; het bewust transformeren van de bevolkingssamenstelling van Narva? Nee, zegt Makarychev. „Wij zijn niet anti-Russisch, maar pro-Ests. Estland wil bouwen aan één natiestaat met één nationale taal, één cultuur én ook één schoolsysteem.”