BuitenlandDreiging Rusland

71-jarige Degutyte woont naast Russische grens; „Persoonlijk ben ik nooit anti-Russisch geweest”

„Zie je wel. Hier zijn geen soldaten, geen wapens, geen tanks. Wij leven in vrede”, zegt Ona Degutyte (71) turend naar de overkant van de rivier Nemunas waar naast een kolossale fabriek de Russische driekleur –wit-blauw-rood– wappert. Het is maar 250 meter. Maar naar de overkant gaan is haast ondoenlijk.

7 December 2024 15:31Gewijzigd op 7 December 2024 16:02
Ona Degutyte (71) drinkt een kopje koffie in Agirija, het laatste restaurant in Litouwen voor de grens met Rusland. beeld RD
Ona Degutyte (71) drinkt een kopje koffie in Agirija, het laatste restaurant in Litouwen voor de grens met Rusland. beeld RD
Bewakingscamera’s in een speciale toren houden continu toezicht op de grens. beeld RD

„Halt!” Twee douaniers versperren met opgeheven hand het pad dat langs de rivier voert. „Paspoort graag”, gebiedt een blonde douanier die een stopbord vasthoudt. Haar compagnon krijgt streng toe. Even turen ze naar het paarse document. „Oké. Doorrijden!”

De 71-jarige Degutyte kijkt er niet meer van op. Heel haar leven heeft de grensbewoner al met controles te maken. „Maar sinds de oorlog in Oekraïne begon, zijn ze wel strenger”, vertelt ze. Bewakingscamera’s in speciale torens zijn langs beide zijden van de Nemunas geplaatst om het grensverkeer in de gaten te houden, laat Degutyte zien. En de grensovergang zit met betonblokken, prikkeldraad en hekken hermetisch op slot. Alleen te voet is het nog mogelijk over te steken.

Degutyte woont in Panemune, het kleinste stadje van Litouwen. Aan de overzijde van de rivier ligt de stad Sovjetsk in de Russische exclave Kaliningrad, waar circa 40.000 mensen wonen. Vanaf de kade vissen tientallen Russen in de Nemunas. Achter hen doemt een grijze kolos op met hoge fabrieksschoorstenen. Dikke rook stijgt uit twee pijpen omhoog. „Een energiecentrale”, verduidelijkt Degutyte. „Vroeger was het de papierfabriek van Sovjetsk.”

Dorpsschool

Vanuit haar Audi laat Degutyte haar woonplaats Panemune zien. Een droevig aanzicht. „Hier leefde een gezin met zeventien kinderen”, wijst ze naar een met braamstruiken overwoekerde ruïne. „De mensen die hier leefden zijn allebei gestorven”, zegt Degutyte, terwijl ze een verveloos geval passeert.

Meer dan 35 jaar lang was ze lerares Engels op de plaatselijke dorpsschool. „Ruim 400 kinderen kregen er in de jaren zestig les”, weet Degutyte te vertellen. Ook vanuit Sovjetsk bezochten velen de school van Panemune. Het is verleden tijd. Officieel wonen er nog circa 200 mensen in het dorpje. Maar „hou het maar op 100 man”.

Panemune lag al in een uithoek, maar sinds de oorlog in Oekraïne is uitgebroken, is het helemaal stil in het dorp. Werk is er nauwelijks. Vroeger was het mogelijk naar de fabrieken in Sovjetsk te gaan; nu is het circa 30 kilometer verderop gelegen Taurage het dichtstbij. „Vrijwel alle jongeren vertrekken”, zegt Degutyte neergeslagen. Ook haar eigen dochter woont inmiddels in het Verenigd Koninkrijk. Vier van haar negen neefjes en nichtjes vertrokken naar Noord-Amerika. En haar zus woont in de Verenigde Staten.

Koningin Louisebrug

Het doet Degutyte zichtbaar pijn dat haar Panemune wegkwijnt. Al kan ze het ook wel begrijpen dat mensen wegtrekken. Zelf woonde ze jaren in de hoofdstad Vilnius voor haar studie Engels aan de universiteit. Daarna keerde ze terug om op de dorpsschool van Panemune les te geven. Het waren gouden jaren, blikt ze terug.

„Vroeger ging ik regelmatig naar de overkant van de rivier”, vertelt Degutyte. „Voor boodschappen bijvoorbeeld. Die waren in Rusland een stuk goedkoper.” Ze heeft zelfs in de Sovjettijd vier jaar lang in de exclave Kaliningrad gewoond. Maar ook na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie (SU) was naar Rusland gaan vrij eenvoudig. „Je had een visum nodig, maar een aanvraag werd vrijwel altijd geaccordeerd.”

Iedere week ging Degutyte over de Koningin Louisebrug. De brug –vernoemd naar koningin Louise van Pruisen, die een rol speelde bij de totstandkoming van de Vrede van Tilsit tussen het napoleontisch keizerrijk en aan de andere kant Pruisen en Rusland (1807)– werd begin twintigste eeuw over de Nemunas aangelegd. Toen lag de oeververbinding nog geheel op Duits grondgebied. Na de Vrede van Versailles (1919) werd het tijdelijk een grensovergang. Ten tijde van de Sovjetbezetting vielen beide oevers onder Moskou. En na het uiteenvallen van de SU was het opnieuw een grensgeval. Maar altijd bleef de brug open.

De Koningin Louisebrug over de Nemunas verbindt het Litouwse dorpje Panemune met de stad Sovjetsk in de Russische exclave Kaliningrad. beeld RD

Taxi

Nu ligt de grensovergang er verlaten bij. Drie taxi’s staan klaar om voetgangers op te pikken of personen af te zetten. De jonge zakenman Ivan*, die in de exclave Kaliningrad woont, drentelt wat in de regen heen en weer. Zojuist is hij met de taxi bij de grens gearriveerd. Om bij vrienden in Litouwen te komen, moest hij eerst een vlucht naar het buitenland nemen, vertelt hij. Welk land, dat zegt Ivan liever niet. Het is duidelijk. Uit de Russische exclave vertrekken is vrijwel niet mogelijk. Naar binnen gaan is voor een Rus een stuk eenvoudiger.

Terwijl elders in Europa de coronarestricties werden opgeheven, bleef de Litouws-Russische grens bij Panemune na 24 februari 2022 gesloten voor gemotoriseerd verkeer. Ook een in 2015 aangelegde grensovergang, speciaal bedoeld voor voertuigen, is niet meer opengegaan. Eerst kwam covid, toen de oorlog.

Algirija, het laatste restaurant voor de grens met Rusland, bleef wel open. Het klantenbestand is uitgedund, vertelt Degutyte, „maar douanepersoneelsleden en grensbewakers komen nog steeds”. Ze bestelt een kopje koffie en vertelt hoe ze tegen de situatie aankijkt. Fel anti-Russisch, zoals veel landgenoten, is Degutyte niet. „Russen zijn aardige mensen. Ik heb nog steeds telefonisch contact met vrienden die in Sovjetsk wonen.” Praten over de oorlog vermijdt Degutyte met haar Russische vrienden. Diplomatiek: „Zij leven hun leven, wij leven ons leven.”

Pruisen

Kaliningrad –tot 1946 Koningsbergen– was ooit de hoofdstad van het koninkrijk Pruisen. Na de overwinning op nazi-Duitsland bij de Slag om Koningsbergen in 1945 bezette de SU de stad. De Duitse burgerbevolking werd onderworpen aan de massale verkrachtingen en moordpartijen door Sovjetmilitairen. De laatst overgebleven vrouwen, kinderen en ouderen –circa 100.000 mensen– werden eind jaren veertig naar Duitsland gedeporteerd. Kaliningrad werd opnieuw bevolkt door Russen, Wit-Russen en Oekraïners.

Degutyte werd in de nadagen van 1953 –het sterfjaar van Sovjetleider Jozef Stalin– niet ver van Kaliningrad geboren. Vader Degutyte was kleermaker; moeder zorgde voor het gezin met vijf meiden. „Mijn ouders hadden geen opleiding genoten.” Heel gewoon in de tijd waarin haar ouders opgroeiden.

Voor de zussen Degutyte was dat anders. Onderwijs werd in de SU gegarandeerd als grondwettelijk recht voor iedereen, aangeboden via staatsscholen en universiteiten. „Wij kregen een uitstekende opleiding”, laat Degutyte weten. Zij studeerde Engels, een van haar zussen boekhouden, een andere architectuur.

Een rood stopbord voor de grens naar Rusland. beeld RD

Rooms-Katholieke Kerk

Nare herinneringen aan haar jonge jaren in de SU heeft Degutyte dan ook allerminst. „Tuurlijk. Het was een moeilijke tijd voor mijn ouders die hun gezin moesten grootbrengen. De staat bepaalde in grote mate ons leven: een baan kreeg je van staatswege toebedeeld, evenals een woning.” Dat laatste was lastig. „Mijn ouders breidden verschillende keren ons huis uit, omdat het te klein werd. Een nieuwe woning kregen ze niet van de staat. Privéwoningen kwamen pas vanaf de jaren tachtig voor het eerst op de markt.”

Als dochter van een boer die volgens de staat te veel eigendommen had, liep haar moeder als jongedame gevaar naar de goelag te worden gestuurd. Dat gebeurde uiteindelijk niet. „Maar veel te rijke boeren werden naar Siberië gestuurd”, vertelt Degutyte. Onder Nikita Chroesjtsjov, die Stalin als leider opvolgde, kwamen de meeste personen uit de strafkampen vrij. „Mensen die terugkeerden vertelden nooit iets over hun ervaringen.”

De jonge Degutyte vond het vooral lastig dat ze niet vrij kon reizen. „De Sovjets weerhielden ons ervan de wereld te zien.” Wel ging ze mee met door de staat georganiseerde en betaalde toeristenkampen naar Polen en later Bulgarije – landen die ook tot het Oostblok behoorden. „Je moest zo’n tripje verdienen. Een hoop mensen wilden mee op reis en de plaatsen waren gelimiteerd. Je moest dus geluk hebben.”

Als volwassene hield Degutyte het geheim dat ze bij de Rooms-Katholieke Kerk was aangesloten en haar dochtertje had gedoopt. „Mijn kerklidmaatschap hield ik maar liever voor me. Dat kon nadelige gevolgen hebben voor mij als lerares. Als kerklid werd je diep gewantrouwd door de Communistische Partij. Zeker omdat ik schoolkinderen moest voorhouden wat de partij wel niet allemaal voor het land deed.”

„Partijlidmaatschap was het ticket naar succes en carrière”, zegt Degutyte. „Ons schoolhoofd moest lid zijn van de Communistische Partij. Ook mijn schoolvriendin besloot uit carrièreoverwegingen lid te worden.”

Van haar Sovjetverleden houdt Degutyte een diepgeworteld wantrouwen naar nieuwsmedia over. „Wij lazen nooit de kranten. Die stonden bol van staatspropaganda. Ik volg het nieuws nog steeds niet”, vertelt ze. Haar vader luisterde wel naar Voice of America, een internationale omroep die door Washington wordt gefinancierd.

Ona Gedutyte staat voor de Litouws-Russische grens. beeld RD

Onafhankelijkheid

Na het uiteenvallen van de SU en de daaropvolgende onafhankelijkheid van Litouwen in 1990 zou alles beter worden, was de hoop van veel Litouwers. „Ons werd gouden bergen beloofd”, zegt Degutyte. Maar de eerste jaren was het voor haar ronduit aanpoten. De overgang van een staatsgeleide economie naar een markteconomie verliep niet soepel in het onafhankelijke Litouwen. Er stonden lange rijen voor de winkels.

Nadat het afgelopen was met de staatgeleide economie, „was er aan alles gebrek”, weet Degutyte zich te herinneren. „We hadden geen gas om onze huizen te stoken, geen kleren om ons warm te houden, zelfs brood konden we niet meer krijgen. Ik was bang te moeten verhongeren. Die situatie duurde twee tot drie jaar.”

„De Sovjettijd had ook zijn goede kanten” - Ona Degutyte, Litouwse vrouw

Eind jaren negentig verbeterde de situatie merkbaar, zegt Degutyte: „Voedsel was weer beschikbaar en langzamerhand konden we ook steeds meer luxegoederen aanschaffen.” Maar veel Litouwers deden er jaren over om weer hun bestaan op te bouwen. „Na de val van het communisme verloren ze hun baan, en konden ze geen aanspraak meer maken op de sociale diensten waar ze in de SU recht op hadden.”

Degutyte behield haar baan en daarmee haar bestaanszekerheid. „Ik was een van de gelukkigen”, constateert ze. In 2001 ging ze voor het eerst op vakantie naar de VS. „Ik ben er in totaal vijf keer geweest.”

Ostalgie

Ondanks dat ze een goed bestaan heeft weten op te bouwen in het vrije Litouwen, overheerst bij Degutyte nog altijd nostalgie als ze terugdenkt aan de Sovjettijd, een gevoel wat de Duitsers ”Ostalgie” noemen. „Ik kon gratis studeren, in het communistisch systeem was er baanzekerheid, medische diensten kosten niets, en wie meeging op door de staat georganiseerde toeristenkampen, kon zelfs gratis reizen.” Het uiteenvallen van de SU ziet Degutyte dan ook niet per se als iets positiefs. „De Sovjettijd had ook zijn goede kanten.”

„De situatie is niet zwart-wit; deze oorlog heeft een voorgeschiedenis” - Ona Degutyte, Litouwse vrouw

„Persoonlijk ben ik nooit anti-Russisch geweest”, zegt Degutyte. Ook na de Russische inval in Oekraïne heeft ze geen haatgevoelens, zoals veel van haar landgenoten. „Ik weet niet wie het recht aan zijn kant heeft. De situatie is niet zwart-wit. Deze oorlog heeft een voorgeschiedenis”, zegt ze diplomatiek.

De koffie is op. Degutyte stapt naar buiten de kou in. Of ze denkt dat de grens gauw weer zal opengaan? „Waarschijnlijk niet”, zegt de alleenstaande dame. „Dat ligt aan de situatie in Oekraïne.” Ze stapt in haar Audi en rijdt weg. Het parkeerterrein naast Algirija ligt er weer even verlaten bij. Niemand te zien. Op drie taxi’s na.

* Om veiligheidsredenen is alleen de voornaam van Ivan opgetekend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer