Bouw doet het beter dan verwacht
De verwachtingen voor de bouw waren eind vorig jaar niet hooggespannen. De nieuwbouw van woningen stagneerde en de vraag naar kantoren en andere bedrijfspanden zou afnemen. Maar in de praktijk blijkt het mee te vallen.
Het ene na het andere bouwbedrijf meldt dat de zaken goed gaan. Zo leverde Heijmans, een grote speler als het gaat om de bouw van koopwoningen, in de eerste drie kwartalen van dit jaar opvallend meer huizen op dan in de vergelijkbare periode in 2023.
Deels komt dit doordat het bedrijf de Brabantse woningbouwer Van Wanrooij heeft gekocht, maar ook zonder die overname zou er sprake zijn van een flinke groei.
Verschillende andere grote bouwconcerns kwamen eveneens met goede cijfers. In de eerste helft van het jaar werden er zoals verwacht nog relatief weinig woningen opgeleverd: 32.700, minder dan in 2022. De omzet in de sector lag tot en met juni ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar. In het derde kwartaal is die echter met 3,5 procent toegenomen, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendmaakte.
Kleine bedrijven doen het wat beter dan de grotere. Bedrijven met meer dan tien werknemers kenden een gemiddelde omzetgroei van 2,8 procent, meldde het CBS. Bouwers met minder dan dat aantal personeelsleden, onder wie de zzp’ers, zagen hun omzet sterker toenemen.
De verwachtingen over de rest van het jaar blijken ook goed. Vorige week wees een nieuw rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) uit dat de orderboeken van de bouwondernemingen over het algemeen uitstekend gevuld zijn.
Robuust
In september steeg de hoeveelheid werk die de ondernemingen op de plank hebben liggen met drie tiende maand, naar gemiddeld elf maanden. De EIB spreekt van „een robuuste stijging.”
De hoeveelheid orders neemt al een paar maanden op rij toe en staan nu op een hoger niveau dan in het voorjaar van 2023, toen de vorig piek werd bereikt. In de tweede helft van vorig jaar zakte de werkvoorraad flink in, wat een voorbode bleek van een dip in de bouwproductie.
De toename in de afgelopen maand deed zich voor in alle deelsectoren. Zo klom de werkvoorraad in de woningbouw naar 13,9 maanden, in de utiliteitsbouw naar 10,2 maanden en in de wegenbouw naar 7,4 maanden.
Obstakels
Volgens het EIB zijn de vooruitzichten voor de sector in de nabije toekomst gunstig. Wel ziet het instituut obstakels.
De belangrijkste daarvan is een toenemend tekort aan personeel. Nam de vraag naar bouwvakkers vorig jaar wat af, inmiddels stijgt die weer behoorlijk. Volgens de onderzoekers van het EIB heeft op dit moment 20 procent van de bouwbedrijven last van een tekort aan mensen. In de grond-, weg- en waterbouw is dat zelfs 27 procent. Vorig jaar lagen die percentages nog op respectievelijk 7 en 11 procent.
Toch zijn veel ondernemingen positief gestemd. Bijna een kwart van de bedrijven verwacht dat ze in de komende drie maanden meer mensen in dienst zullen nemen, terwijl er weinig bouwers zijn die krimp verwachten. Toch heeft niet elke bouwonderneming het makkelijk. In het derde kwartaal zijn in de sector 156 faillissementen uitgesproken. In de vergelijkbare periode in 2023 waren dat er nog 122. Gemiddeld gaan er dit jaar zo’n 52 bouwbedrijven per maand bankroet. Dat waren er een jaar eerder nog 37.