Het wordt niet moeilijker om nieuwe EU-verdragen door het parlement te loodsen. De kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer blijft genoeg om zo’n verdrag goed te keuren.
Dat bleek dinsdagmiddag toen de Eerste Kamer de initiatiefwet van SGP-leider Van der Staaij, die de drempel tot goedkeuring van Europese verdragen verhoogt, verwierp. Van der Staaij stelde voor dat voor het aanvaarden van EU-verdragen voortaan een tweederde meerderheid in het Nederlandse parlement vereist zou zijn.
Maar de SGP’er kreeg dinsdag in de Senaat onvoldoende steun. Bijval kreeg hij van ChristenUnie, PVV, SP, 50PLUS en PvdD. Tegen stemden PvdA, GroenLinks, D66, CDA, VVD en OSF.
Het wetsvoorstel kent een lange voorgeschiedenis. De LPF stelde al in 2006 voor voortaan de steun van een tweederdemeerderheid in beide Kamers te vragen voor een EU-verdrag kan worden ingevoerd of gewijzigd. Zo wilde zij de overdracht van bevoegdheden van Den Haag aan Brussel remmen en het parlement meer kans geven bijvoorbeeld de toetreding van een nieuwe EU-lidstaat te dwarsbomen.
Later werd de initiatiefwet door de SGP overgenomen. Die kreeg na veel moeite de Tweede Kamer aan zijn kant, maar de Eerste Kamer keerde zich dinsdag dus ten langen leste tegen de grondwetswijziging. Opvallend was vooral het stemgedrag van de VVD, die in de Tweede Kamer nog voor stemde, maar in de Senaat tegen.