De VS halveren hun financiële bijdrage aan Palestijnse vluchtelingen. Nederland maakt, uit reactie, zijn subsidie eerder over. „Vreemd”, vindt CU-Kamerlid Voordewind.
Het „verbaasde” hem zeer om donderdag uit de pers te vernemen dat minister Kaag van Ontwikkelingssamenwerking de jaarlijkse Nederlandse bijdrage van 13 miljoen euro aan de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) versneld overmaakt. Voordewind stelde er, samen met VVD en CDA, direct schriftelijke vragen over. „Kijk, de VS halveren natuurlijk niet voor niets hun bijdrage van 125 miljoen dollar aan UNRWA. Die organisatie is in het verleden meerdere malen negatief in het nieuws gekomen. Onder meer toen in gebouwen van UNRWA Palestijnse wapens bleken te zijn opgeslagen. En toen bleek dat Palestijnse schoolboeken haatzaaiende info bevatten. Trump wil hier dus een signaal mee afgeven. Ik vind het raar dat wij dan direct proberen dat te neutraliseren door in dit gat te springen.”
Volgens Voordewind zou het veel logischer zijn geweest als Nederland dit punt eerst via EU-vertegenwoordiger Mogherini bij de regering-Trump ter sprake had gebracht. „Ik wil van mevrouw Kaag weten waarom zij dit niet gedaan heeft. Sowieso vind ik dat Nederland niet voorop hoeft te lopen om de gaten in allerlei begrotingen te dichten die door het beleid van Trump links en rechts vallen. Dan is het einde zoek.”
Vorig jaar hadden we SheDecides al, de actie van oud-minister Ploumen om het schrappen van abortussubsidies door Trump te compenseren, merkt Voordewind op. „En nu dit weer. Nederland ís al een van de grootste donoren van UNRWA. Waarom kan voor het gat op hun begroting niet eerst een beroep worden gedaan op regionale partners, zoals Saudi-Arabië? Waarom moeten wij als haantje de voorste meteen met de portemonnee gaan zwaaien? En als we onze bijdrage aan de hulp voor Palestijnse vluchtelingen naar voren halen, gaan we dat straks dan ook doen bij allerlei andere organisaties die, buiten onze schuld, in financiële problemen zijn?”
Dat UNRWA met zijn gelden de ongeveer 5 miljoen Palestijnse vluchtelingen helpt in de Palestijnse gebieden, Jordanië, Libanon en Syrië, is het CU-Kamerlid bekend. Toch heeft hij ook daar vragen bij. „De vluchtelingenstroom ontstond met name in 1967. Inmiddels zijn we vijftig jaar verder. Moeten we in deze situatie nog van vluchtelingen spreken? Het is best wel bizar dat in het geval van de Palestijnse kwestie het vluchtelingenetiket overdraagbaar is op de volgende generatie. Dat doen we nergens anders zo. Ik zou dat graag eens in allerlei gremia ter discussie willen stellen.”
Voordewind vindt het jammer dat minister Kaag het naar voren halen van de financiële bijdrage aan UNRWA niet éérst in de coalitie heeft besproken. „Zij moet proberen draagvlak te houden voor haar beleid. Dat drie van de vier coalitiepartners nu in de pen zijn geklommen, zegt wel iets.”
Voordewind wijst erop dat in het regeerakkoord is opgenomen dat bij het inzetten van ontwikkelingsgelden prioriteit gegeven zal worden aan „de ring rond Europa.” „Om de vluchtelingenproblematiek af te remmen, willen we met name daar investeren in onderwijs en werkgelegenheid. Ook gezien deze gezamenlijk gekozen prioriteiten verbaasde ik me over het gebaar van de minister richting de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen. Daarom heb ik de bewindsvrouw, samen met VVD en CDA, direct schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden wil ik natuurlijk eerst afwachten, maar ik sluit niet uit dat er later nog debat over nodig is. Wat mij betreft is over deze kwestie het laatste woord nog niet gezegd.”