Valkenier: Tijdens jachtvlucht zie je natuur op haar mooist
Gerard van den Brink kijkt uit naar de winter. „Jagen met een slechtvalk is het mooiste wat er is”, vindt de valkenier van De Valk Roofvogels uit buurtschap De Valk (gemeente Ede). „Al kom je soms zonder buit thuis, je kunt toch een superdag hebben gehad.”
Tientallen demonstraties geeft Van den Brink samen met echtgenote Bettine jaarlijks met arenden, haviken, valken, buizerds, gieren en uilen. In de wintermaanden gaat de meeste aandacht naar de kerntaak van de valkenier: de valkerij, de jacht met slechtvalken en haviken.
Vrijwel dagelijks trekt Van den Brink er dan op uit. „Alleen niet op zondag. Dan is de jacht in Nederland verboden.” Wat hem vooral fascineert, is „de schoonheid van de vlucht. Je maakt de natuur van dichtbij op haar mooist mee.”
Eeuwenoud beroep
De valkerij is een eeuwenoud beroep. Al ten tijde van Karel de Grote, rond 800, werd ze op het grondgebied van het huidige Nederland uitgeoefend, destijds vooral in adellijke kring.
Het hertogdom Brabant lag op de trekroute van de slechtvalk. Rond plaatsen als Leende en Valkenswaard waren de uitgestrekte heidevelden heel geschikt voor de vangst van jachtvogels. Die kregen een training en werden daarna verkocht in heel Europa. Valkeniers uit Valkenswaard en omgeving vonden emplooi bij alle grote vorstenhuizen in Europa.
Na de Franse Revolutie interesseerde de adel zich steeds minder voor de valkerij; in 1935 stierf de laatste professionele valkenvanger, Karel Mollen.
Hoge en lage vlucht
Een kleine groep enthousiastelingen houdt de valkerij in Nederland levend. Valkeniers jagen met gefokte slechtvalken en haviken.
Er zijn twee hoofdvormen: de hoge en de lage vlucht. Bij de hoge vlucht wordt een slechtvalk als ”aanwachter” gevlogen: de vogel blijft hoog boven de valkenier en een jachthond wachten tot het wild wordt opgejaagd.
Bij de lage vlucht vliegt de havik of slechtvalk vanaf de arm van de valkenier direct op zijn prooi af. De buit dient meestal als beloning of als aas voor de vogel.
Van den Brink beoefent zowel de hoge als de lage vlucht. „De hoge vlucht met de slechtvalk is schitterend. Hoog in de lucht houdt hij mij in de gaten. Het is een samenspel. Eenden in de beek denken: oeps, daar vliegt een slechtvalk, dekking houden. Maar als mijn hond en ik ze opjagen, krijgen we ze toch zover dat ze die beek uitkomen. Een slechtvalk is zeer snel en wendbaar, prachtig om te zien.”
Eerlijker jagen
De valkerij is totaal niet te vergelijken met de geweerjacht, zegt Van den Brink. „Het is veel eerlijker jagen. Voor een geweerjager is succes in principe verzekerd; in de valkerij heeft de prooi veel meer kans om te ontsnappen. Het is spannend als die slechtvalk met 380 km per uur naar beneden komt zetten: heeft-ie de prooi of niet? Natuurlijke selectie speelt ook mee. Het valt me toch op dat de slechtvalk van de twee of drie uitvliegende eenden vaak degene pakt die het makkelijkst te grijpen is, die ziek is of een slechte vleugel heeft.”
Ook zonder buit kan Van den Brink een geweldige dag beleven. „Een geweerjager is bloedchagrijnig als hij met niets terug naar thuis moet. Voor mij telt vooral of ik gigantisch mooie vluchten zag. De fraaiste zijn altijd die waarvan je zegt: „Die had-ie bijna.” Een heel lange achtervolging en dan net niet, dat is het prachtigst. Dat is genieten van de natuur; dichterbij kun je haast niet komen.”
De liefde is wel eenzijdig, zegt de valkenier. „De vogel ziet jou als zijn hulp bij het jagen. Als hij buiten jouw zicht om een eend vangt en je vindt hem niet direct terug, dan is hij binnen een maand wild en kun je niets meer met hem beginnen.”
Overlastbestrijding
De Valk Roofvogels bestrijdt op verzoek ook overlast van onder andere duiven, meeuwen, kraaien en konijnen. „Zo vangen we met haviken konijnen op het terrein van Paleis Soestdijk. Ook voor begraafplaatsen, sportvelden en vakantieparken wordt onze inzet gevraagd. Dat zijn plaatsen waar een geweerjager niet mag schieten. Op één begraafplaats heb ik in één seizoen, van september tot januari, 380 konijnen weggevangen. Daar was echt een plaag.”
Valkeniersakte
Landelijk hebben drie valkerijverenigingen zich verenigd in de overkoepelende stichting Nationaal Overleg Valkerij-Organisaties. Samen hebben ze circa 200 leden. Er zijn in Nederland ongeveer evenzoveel bezitters van een valkeniersakte. Die kan pas worden aangevraagd na een uitgebreid stage- en examentraject.
Woordvoerder Arno Teunissen: „Terecht worden er hoge eisen gesteld, want het is onverantwoord als mensen aan de slag gaan zonder goede huisvesting en zonder kennis van bijvoorbeeld ziekten en trainingsmethoden. Binnen onze verenigingen is het regel dat men eerst een opleiding volgt voordat vogels worden aangeschaft.”
zomerserie Immaterieel erfgoed
Over tradities die zijn opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel erfgoed. Dit is deel 8 (slot): valkerij