C.S. Lewis

Clive Staples Lewis wordt geboren op 29 november 1898 in het Ierse Belfast. De zoon van een advocaat en een domineesdochter studeert Engelse taal en letterkunde in Oxford. In deze Engelse universiteitsstad werkt hij meer dan dertig jaar. De wetenschapper van Magdalen College staat bekend als een groot kenner van de Engelse literatuur uit de tijd van de middeleeuwen en de renaissance. De universiteit van Cambridge stelt later speciaal voor hem een leerstoel in.

In zijn boek ”Verrast door vreugde” vertelt Lewis hoe hij van het atheïsme tot het christelijk geloof is gekomen. Hij beschrijft zijn kinderjaren, waarin hij „absoluut niet op een andere wereld” is gericht, de dood van zijn moeder, de „langzame geloofsafval” in de kostschooltijd, de invloed van leraren en literatuur, de loopgravenoorlog in Noord-Frankrijk, en uiteindelijk: de terugkeer naar de „vreugde”.

„Wat ik vreesde”, schrijft Lewis, „was mij ten slotte overkomen. In het zomertrimester van 1929 gaf ik toe en ik erkende God als God, en knielde en bad; die avond was ik wellicht de neerslachtigste en onwilligste bekeerling in heel Engeland.”

Lewis heeft een vlotte, veelzijdige en soms scherpe pen. Hij schrijft epische gedichten en sciencefictionverhalen, hij publiceert over middeleeuwse allegorische liefdespoëzie en over de mogelijkheid en waarschijnlijkheid van wonderen. ”Het probleem van het lijden” uit 1940 –de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken– is het eerste boek waarin Lewis nadrukkelijk optreedt als verdediger van het christelijk geloof. Radiovoordrachten verschijnen op papier, zoals ”Onversneden christendom” (1952). Tussen 1950 en 1956 komen de Narniaverhalen uit, een serie kinderboeken waarvan wereldwijd meer dan 100 miljoen exemplaren worden verkocht. Daarin is de leeuw Aslan, die zichzelf opoffert, een beeld van Christus.

Lewis, die wordt gezien als een van de invloedrijkste christelijke denkers van de twintigste eeuw, wordt nog steeds graag gelezen. Volgens zijn biograaf Alister McGrath komt dat vooral omdat hij een „diepere kijk” op het christelijke geloof biedt en „verstand, gevoel en verbeelding” weet aan te spreken.

Lewis trouwt in 1956 met Helen Joy Davidman. Ze is Joods, zestien jaar jonger dan hij en afkomstig uit de Verenigde Staten.
Lewis overlijdt op 22 november 1963. Op zijn graf in Oxford staat de inscriptie: „De mens moet aanvaarden dat hij moet gaan zoals hij komt.”