Spook van groepsimmuniteit verlamt aanpak corona-epidemie
Nu ook de WHO Nederland heeft bekritiseerd vanwege het nastreven van groepsimmuniteit en het duidelijk is geworden dat er geen bewijs is dat herstelde patiënten immuniteit opbouwen, is het tijd om voor het léven te kiezen.
In de eerste weken van de Covid-19-epidemie werden we geïnformeerd over de strategie die de deskundigen van het RIVM voor ons hadden uitgekozen om de situatie het hoofd te bieden. We zagen jeugdjournaalfilmpjes over ”flattening the curve” (het afvlakken van de curve). En daarna nog iets over groepsimmuniteit. We zagen de grafieken zich ontvouwen.
Ik herinner me een gespreksleider die verbaasd reageerde op een deskundige en uitriep: „60 procent besmettingen met 1 procent mortaliteit betekent meer dan honderdduizend slachtoffers!” De deskundige vertrok geen spier. En ging over tot de orde van de dag. Wij ook, we dachten: dit ongemakkelijke gevoel zal wel passen bij zo’n vreselijke epidemie.
We zagen over de grens verschillen ontstaan in beleid: Duitsland bereikte met massaal testen en isoleren een veel lagere besmettingsgraad. Tsjechië beperkte door buitenshuis zelfgemaakte maskers te dragen het dodental tot 249. Zuid-Korea, Japan en Taiwan deden het met een combinatie van deze strategieën nog beter.
Eigenwaarde weggeblazen
In Nederland voltrok zich een bizar toneelstuk over mondkapjes. In het licht van de veronderstelde schaarste van beschermende middelen werden niet de zorgverleners ontzien, maar werd hun veiligheidsnorm verlaagd. Honderden zorgverleners raakten besmet en besmetten op hun beurt patiënten.
Een drama vond plaats in de verpleeghuizen. Huisartsen werd verzocht om hun oudere patiënten een niet-reanimeerbeleid te laten tekenen. Ouderen vatten het op als een verzoek om geen hulp te vragen. Honderden zijn vermoedelijk eenzaam thuis overleden.
We hoorden van het RIVM bezwerende uitspraken over ”druppels” en ”anderhalve meter”. Er kwam nooit een nuance in. Niets hoorden we over de verschillen tussen buitenlucht en afgesloten ruimten en over de risico’s van airconditioning. Een simulatie van Finse wetenschappers van verspreiding van virusdeeltjes in een supermarkt werd door een RIVM-virologe bekeken alsof het van een andere planeet kwam (Op1, 10-4). Terwijl overal ter wereld landen en steden uit de lockdown kwamen met zelfgemaakte mondbedekking („ik bescherm jou – jij beschermt mij”), leek ook dit voor Van Dissel iets te zijn uit een ander universum. Testcapaciteit wordt, ook nu die is opgeschaald, niet gebruikt om virusverspreiders die geen ziektesymptomen hebben op drukke plekken op te sporen en te isoleren. Er is geen gevoel van urgentie. Er wordt niet gezocht naar creatieve oplossingen om besmetting te voorkomen.
In Nederland vielen duizenden slachtoffers. Meer doden per miljoen inwoners dan in Zweden, waar nooit enige vorm van lockdown werd toegepast. De vernedering van de
hulpverleners, het kinderlijke „let een beetje op elkaar”, de verwaarlozing in de richtlijnen en de massale sterfte van grootouders, verzetsstrijders, mensen die onze cultuur en welvaart hebben opgebouwd... Door dit alles is onze nationale eigenwaarde weggeblazen als door een ijzige wind in de lege gangen van een verpleeghuis.
Viroloog Alex Friedrich
Terwijl ik dit waarnam, kwam knagend een ver begrip uit de jeugdjournaalfilmpjes weer naar boven: groepsimmuniteit. Dit spook kreeg op 21 april een gezicht in Ann Vossen, lid van het Outbreak Management Team (OMT), te gast bij Eva Jinek. Haar stem klonk als een ijzige wind. Ze legde uit dat het niet de bedoeling was het virus te stoppen, maar juist te laten „voortkabbelen”, met als enige maatstaf voor ons handelen dat de zorg niet overbelast raakt. Jinek vroeg haar, in verband met het openen van de scholen: „Dus we willen dat mensen het steeds blijven krijgen, ook van kinderen die op de crèche zitten?” Vossen: „Ja, eventueel ook via de kinderen, de kinderen onderling ook. (...) De kinderen zullen misschien een keer een vader of een moeder infecteren, hopelijk zullen die ook heel milde klachten hebben.”
De NOS berichtte op 28 april dat bij de berekening voor extra ic-bedden wordt aangenomen dat „omwille van de groepsimmuniteit 60 procent van de Nederlandse bevolking besmet moet raken.”
Viroloog en infectioloog Jaap van Dissel van het RIVM zegt over groepsimmuniteit dat het „...geen doel (is) op zich, maar het gevolg van het feit dat het virus rondwaart. (...) Omdat het bijna niet mogelijk is in onze maatschappij om een R0 (het getal dat zegt hoeveel personen besmet worden door één coronapatiënt, AC) naar 0 te krijgen.”
Jacco Wallinga, hoofd van de afdeling Modellering van Infectieziekten van het RIVM, heeft zijn enige hoop gevestigd op een vaccin of een medicijn: „Maar als dat niet lukt, dan zijn we tegen die tijd behoorlijk op weg richting die 60 procent (besmettingen nodig voor groepsimmuniteit, red). Het komt er vanzelf bij, en het kan in je voordeel werken.”
Soms ontdek je pas hoezeer iets je dwars zit als iemand anders jouw gevoelens verwoordt. President Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland verklaarde in een interview: „Sommige landen hebben aanvankelijk gedacht aan groepsimmuniteit als strategie. Dat had betekend dat tienduizenden landgenoten gestorven zouden zijn. Het is voor ons nooit een optie geweest. Nooit”. Het dodental in Nieuw-Zeeland is twintig.
President Donald Trump zei in een persconferentie: „Groepsimmuniteit is een theorie als je houdt van de dood.”
In ons land week UMCG-viroloog Alex Friedrich af van het RIVM-beleid. Hij ging massaal testen en isoleren: „Accepteer je dat het virus zich verspreidt, dan accepteer je ook dat mensen die je moet beschermen ernstig ziek worden en overlijden. Dat kan niet. Er is geen natuurlijke, gecontroleerde manier van groepsimmuniteit opbouwen. Er is geen natuurwet dat wij allemaal besmet moeten raken. Het is het gevolg van ons falen in het beschermen van de mensen.”
Volgens de Nederlandse strategie van ”mitigatie” (matiging) moet het virus zich langzaam blijven verspreiden. De strategie van succesvolle landen heet ”containment (isolatie)”. Daarvoor is nodig dat we massaal testen en de mensen met een positieve uitslag en hun contacten gericht isoleren om besmetting in te dammen. Nederland laat dit momenteel na.
Kritiek van WHO
The Guardian publiceerde deze week dat de mitigatiestrategie met groepsimmuniteit als uitgangspunt nooit een wetenschappelijke basis had voor de aanpak van Covid-19. Het kwam in het beleid van Groot-Brittannië terecht door politiek adviseur Dominic Cummings. Deze werd op zijn beurt beïnvloed door neodarwinistische theorieën over ”survival of the fittest”. Groot-Brittannië is als gevolg van een schandaal hierover van koers gewijzigd. Maar het Nederlandse beleid is blijkbaar beïnvloed door dezelfde onwetenschappelijke gedachtegang.
De WHO heeft aangegeven dat het Nederlandse mitigatiebeleid „verkeerd en gevaarlijk” is. Ook is niet bewezen dat de gewenste immuniteit inderdaad wordt opgebouwd. De langzame verspreiding van het virus zal tot jarenlange onveiligheid en 100.000 slachtoffers leiden, bijna de helft van het aantal slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog. Het is daarom tijd om dit spook definitief te verjagen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt moeten we een halt toeroepen aan beleid dat nooit een wetenschappelijke basis had. Wanneer we de illusie blijven houden dat besmettingen ergens gewenst zijn omdat ze groepsimmuniteit opleveren, zal ons beleid altijd daadkracht missen.
Minstens even belangrijk is dat we, tegenover de meedogenloze ideologie van ”survival of the fittest”, stelling nemen voor onze levensbeschouwelijke visie, voor de waarde van het leven en de zorg voor elkaar. Alleen met een humaan uitgangspunt komen we samen uit deze crisis, door creativiteit, vindingrijkheid en heel, heel hard werken. Want we hebben, met name in testen, nu een achterstand in te halen.
De auteur is psychiater.