Alzo kwam Naaman met zijn paarden en met zijn wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa. Toen zond Elisa tot hem een bode, zeggende: Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen, en gij zult rein zijn. Maar Naaman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mij zelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen. Zijn niet Abana en Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met grimmigheid. Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn? Zo klom hij af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods; en zijn vlees kwam weder, gelijk het vlees van een kleinen jongen; en hij werd rein. Toen keerde hij weder tot den man Gods, hij en zijn ganse heir, en kwam, en stond voor zijn aangezicht en zeide: Zie, nu weet ik, dat er geen God is op de ganse aarde, dan in Israel! Nu dan, neem toch een zegen van uw knecht. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien ik het neme! En hij hield bij hem aan, opdat hij het nam, doch hij weigerde het. En Naaman zeide: Zo niet; laat toch uw knecht gegeven worden een last aarde van een juk muildieren; want uw knecht zal niet meer brandoffer of slachtoffer aan andere goden doen, maar den HEERE. In deze zaak vergeve de HEERE uw knecht: wanneer mijn heer in het huis van Rimmon zal gaan, om zich daar neder te buigen, en hij op mijn hand leunen zal en ik mij in het huis van Rimmon nederbuigen zal; als ik mij alzo nederbuigen zal in het huis van Rimmon, de HEERE vergeve toch uw knecht in deze zaak. En hij zeide tot hem: Ga in vrede. En hij ging van hem een kleine streek lands.
Uitleg
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in de Jordaan moet wassen. In Syrië zijn de rivieren veel mooier dan de Jordaan! Maar, Naäman laat zich overhalen door zijn knechten en nadat hij zich zeven keer in de Jordaan gedoopt heeft, wordt hij rein. Wat een wonder! Hij keert terug naar Elisa en belijdt: ‘Zie, nu weet ik dat er geen God is op de ganse aarde dan in Israël.’ Naäman gaat na de genezing niet zo snel mogelijk weer naar Syrië. Nee, hij gaat terug naar Elisa om Gods lof uit te spreken.
Het slavinnetje heeft Naäman gewezen op Elisa. Dit leidt tot lofprijzing van de Heere. Je kunt dit ook toepassen op nu. Op welke manier zoek jij naar wegen om mensen te bereiken en om Gods eer en glorie te vergroten?
Lees ook Lukas 17 van vers 11 tot en met vers 19 eens.
Het is omstreeks 853 voor Christus. Terwijl Israël zich van de Heere af blijft keren – waardoor Gods oordeel van de ballingschap steeds dichterbij komt – groeit Syrië uit tot een machtig koninkrijk. Tijdens een van de veldtochten van het Syrische leger hebben ze een ‘kleine jongedochter’, een jong meisje, uit Israël. Ze is ontvoerd? Wat was haar naam? Hoe oud ...
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand ...
Het slavinnetje hoort van de melaatsheid van Naäman. Of misschien heeft ze het wel aan hem gezien. Een huidziekte kun je immers niet altijd verbergen. ‘Zijn verdiende loon’, had ze kunnen denken. Ook al zorgden ze waarschijnlijk goed voor haar, dan nog zou het heel begrijpelijk geweest zijn als ze Naäman aan zijn lot over zou laten. Toch? ...
In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. ...
Daar gaat Naäman. Op weg naar Benhadad, de koning van Syrië. Hij heeft toestemming van hem nodig om naar Samaria te gaan en ook krijgt hij nog een aanbevelingsbrief en geschenken meer voor de koning van Israël. Als je erover nadenk, is het eigenlijk heel opvallend dat Naäman het advies van de jonge Israëlitische slavin opvolgt. ...
Naäman gaat op weg naar Joram, de koning van Israël. Hij gaat niet direct naar Elisa. Een generaal van een buurland, waar meer dan eens oorlog is geweest, kan niet zomaar het land doortrekken. Naäman overhandigt Joram de brief waarin Benhadad vraagt om zijn knecht Naäman te genezen. Als hij dat leest, scheurt Joram zijn kleren. ...
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in ...
Gods eer
2 Koningen 5:9-19
Uitleg
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in de Jordaan moet wassen. In Syrië zijn de rivieren veel mooier dan de Jordaan! Maar, Naäman laat zich overhalen door zijn knechten en nadat hij zich zeven keer in de Jordaan gedoopt heeft, wordt hij rein. Wat een wonder! Hij keert terug naar Elisa en belijdt: ‘Zie, nu weet ik dat er geen God is op de ganse aarde dan in Israël.’ Naäman gaat na de genezing niet zo snel mogelijk weer naar Syrië. Nee, hij gaat terug naar Elisa om Gods lof uit te spreken. Het slavinnetje heeft Naäman gewezen op Elisa. Dit leidt tot lofprijzing van de Heere. Je kunt dit ook toepassen op nu. Op welke manier zoek jij naar wegen om mensen te bereiken en om Gods eer en glorie te vergroten? Lees ook Lukas 17 van vers 11 tot en met vers 19 eens.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Ontvoerd
Het is omstreeks 853 voor Christus. Terwijl Israël zich van de Heere af blijft keren – waardoor Gods oordeel van de ballingschap steeds dichterbij komt – groeit Syrië uit tot een machtig koninkrijk. Tijdens een van de veldtochten van het Syrische leger hebben ze een ‘kleine jongedochter’, een jong meisje, uit Israël. Ze is ontvoerd? Wat was haar naam? Hoe oud ...
-Woensdag: Ziek
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand ...
-Donderdag: Hulp bieden
Het slavinnetje hoort van de melaatsheid van Naäman. Of misschien heeft ze het wel aan hem gezien. Een huidziekte kun je immers niet altijd verbergen. ‘Zijn verdiende loon’, had ze kunnen denken. Ook al zorgden ze waarschijnlijk goed voor haar, dan nog zou het heel begrijpelijk geweest zijn als ze Naäman aan zijn lot over zou laten. Toch? ...
-Vrijdag: Niet zwijgen
In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. ...
-Zaterdag: Betrouwbaar
Daar gaat Naäman. Op weg naar Benhadad, de koning van Syrië. Hij heeft toestemming van hem nodig om naar Samaria te gaan en ook krijgt hij nog een aanbevelingsbrief en geschenken meer voor de koning van Israël. Als je erover nadenk, is het eigenlijk heel opvallend dat Naäman het advies van de jonge Israëlitische slavin opvolgt. ...
-Zondag: Angst of vertrouwen?
Naäman gaat op weg naar Joram, de koning van Israël. Hij gaat niet direct naar Elisa. Een generaal van een buurland, waar meer dan eens oorlog is geweest, kan niet zomaar het land doortrekken. Naäman overhandigt Joram de brief waarin Benhadad vraagt om zijn knecht Naäman te genezen. Als hij dat leest, scheurt Joram zijn kleren. ...
-Maandag: Gods eer
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in ...